Technologie en gebakken lucht

Dany Jacobs is wetenschapper, Vlaming en Nederlands befaamdste kenniskundige. Zijn boeken over clusters en economische kracht werden bestsellers. Hij knipt de vergelijking kennis is technologie en technologie is O&O en vette toelagen door. Jacobs wil meer gebakken lucht.

Apeldoorn.

“De kritische technologie in de kennismaatschappij is steeds meer het kunnen bakken van lucht. Het verzorgen van de toeters en bellen rond je chip, biosensor, ceramisch product, software, productdesign, netwerken, professionele diensten, reclame,” zegt hij met evangelische gedrevenheid. “Gebakken lucht is overigens maar deels gesuggereerde fake, voor het leeuwendeel gaat het om materiële eigenschappen verbonden met immateriële elementen die van werkelijk belang zijn bij onze productwaardering ; gezondheid, kwaliteit, vormgeving, gebruiks- en klantvriendelijkheid. Dus reële toegevoegde waarde voor klanten, waarvoor zij bereid zijn te betalen.”

Predikt hier een New Age-kabouter ? Dr. Dany Jacobs is senior onderzoeker en adviseur bij het TNO Studiecentrum voor Technologie en Beleid, een academicus met afstudeerteksten aan de universiteiten van Leuven, Amsterdam en Nijmegen. We zien mekaar bij TNO een kennisburcht in Apeldoorn na de nacht in Hollywood waar de Nederlandse Marleen Gorris een Oscar ontving voor Antonia, een generatiedrama met een half-Vlaamse cast. De audiovisuele branche is voor Jacobs evenzo belangrijk als een integrated circuit-fabriek achter mysterieuze hekken op de heide.

Kennislagen.

Dany Jacobs zit op een belangrijk inzicht. De fixatie op de relatie kennis is technologie en technologie is een afgeleide van O&O en subsidies, steekt hem als remmend en fout. Dany Jacobs onderscheidt 11 kennislagen in de samenleving, daar is harde technologische kennis er slechts één van : “In de discussie over de kennismaatschappij is de aandacht te eenzijdig op technologie gericht. Daardoor verdwijnen andere vormen van kennis die noodzakelijk zijn voor succesvolle ondernemingsstrategieën uit het beeld of erger nog, men ervaart ze als volksverlakkerij.” Met de kennislagentheorie is Dany Jacobs uniek en staat hij aan de start van een beweging : “Ik ben een generalist en tracht gehelen te zien. Er hangt daarnaast wel iets in de lucht, ik denk aan het stuk in de American Economic Review van Arjo Klamer en Deirdre McCloskey over One quarter of GDP is persuasion. Ik vind hun inzichten leuk, maar kijk specifieker naar innovatie.”

Dany Jacobs heeft veel fans in Nederland. Negenduizend stuks van De economische kracht van Nederland, een toepassing van Porters benadering van de concurrentiekracht van landen, werden verkocht. Geen gebakken lucht is dat voor een taaie materie. Dany Jacobs : “Een doctoraatsverhandeling wordt gelezen door tien mensen. Je moet je zaken eenvoudig uiteenzetten, journalistieke flair in een wetenschappelijke tekst is volgens mij niet niveauverlagend. Vorig jaar schreven we een vlot Fokker-verhaal waarop lacherige reacties volgden, maar in de voorbije twee maanden heeft iedereen eruit geciteerd.”

Dr. Dany Jacobs studeert sociologie aan de KU-Leuven bij prof. Bundervoet, voor hij 12 maanden blokt aan de Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam. De gewetensbezwaarde 68’er werpt zich nadien vijf jaar op de volwasseneneducatie onder meer bij Elcker-Ik in Antwerpen. Nadien volgt een promotiebeurs aan de KU-Nijmegen waar hij doctoreert op de nationale en internationale regulering van de staalindustrie. “Een constante is mijn opereren in het sectoronderzoek,” typeert Dany Jacobs zijn research. “Ik zit langs de sociologische kant van de economische problematiek. Economie is een menswetenschap, ik probeer te begrijpen wat er maatschappelijk gebeurt bij economische processen. Mijn hoofdinteresse bij de waarneming van innovatie en competitiviteit is het meso-niveau, gemakshalve de bedrijfstakken, dus de economielaag tussen het zeer algemene, de macro-economie met munt, inflatie, arbeidsvoorwaardenbeleid en het zeer specifieke, de micro-economie, met de individuele bedrijven. De internationale concurrentie loopt over het meso-vlak, je wedijvert niet van land tot land en ook niet steeds van bedrijf tot bedrijf. Het audiovisuele bedrijf Endemol en aanverwanten vormen een meso-cluster. Discussies over technologie en innovatie zonder grote aandacht voor de sectoren zijn onbenullig.” Bij het Studiecentrum voor Technologie en Beleid een onderdeel van TNO Apeldoorn (een van de vijftien kernen van de onderzoeksorganisatie TNO 4000 medewerkers, jaaromzet 750 miljoen gulden) is Dany Jacobs specialist in industriële economie en hoofd van het onderzoeksteam Teos (Techniek, Economie, Organisatie, Strategie). Het Centraal Planbureau kijkt louter naar de cijfertjes, snuift Dany Jacobs : “De klassieke statistieken voor het meten van innovatie zijn onbeholpen. Nederland scoort zeer goed qua kennisexport en ik bestrijd met die stelling de tobberigheid bij de discussie over de innovatie. Er moet rond de Moerdijk kunnen worden geklaagd of het is niet goed. Het meten van O&O-bestedingen is een houterige indicator, dat is een input, je ziet niet wat eruitkomt. Nieuwe processen, people management, lerende organisaties zijn even belangrijk. Enerzijds stamp je open deuren in, anderzijds vertelt niemand het echte verhaal.” Dany Jacobs citeert uit het nieuwste beleidsdocument van het ministerie van Economische Zaken ” Kennis in Beweging” : “In de eerste zin staat de aanname dat kennis gelijk is aan technologie en technologie aan O&O. Bij dalende O&O-bedragen wordt dan meteen geconcludeerd : de kennis van Nederland daalt. Het gemiddelde bedrag voor O&O krimpt inderdaad, maar de doelmatigheid van onderzoek en ontwikkeling groeit door meer interactie met andere afdelingen van bedrijven of organisaties. Per saldo is het resultaat positief. Nederland, en ook België en Vlaanderen hanteren een veel te enge definitie van wat kennis en technologie zijn.”

Nederland stemde een Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk. Slimme subsidiologen spitten de boekhoudingen uit van bedrijven in research, herdefiniëren projecten, én de kassa rinkelt, ook voor hen. Zij incasseren als fee 15 procent van de toelagen. Dany Jacobs : “In de statistiekjes zal een stijgend O&O-patroon opduiken, maar wat is er reëel gebeurd, niks ?”

Patenten.

Vlaanderen kende recent een pittige twist over het belang van patenten. De zwakke Belgische patentpositie en dus het gebrek aan innovatie zou fnuikender zijn voor de concurrentiepositie dan de hoge arbeidskosten. Dany Jacobs : “Ik doe niet flauw over patenten, je meet de output, wat dus een andere maatstaf is dan de O&O-bestedingen, die zijn een input. In veel sectoren hangt echter innovatie nauwelijks samen met het acteren en deponeren van patenten. Een van mijn grote uitdagingen is de ontwikkeling van meetinstrumenten voor de kennisevolutie die minder onbeholpen zijn dan O&O-statistieken.”

Dany Jacobs gelooft in Europa : “We zijn sterk in dit deel van de wereld, moeten meer zelfvertrouwen hebben en dat uitspelen als lokalisatiefactor. Ik lees wekelijks de Far Eastern Economic Review en ben niet onder de indruk van wat ik zie. Onze problemen krijgen ze nog op hun dak. Stimuleer hier de goede scholing, begin daarbij op het laagste niveau in het kleuteronderwijs, blijf natuurlijk waakzaam en we behouden een toekomst.”

FRANS CROLS

DR. DANY JACOBS (TNO STUDIECENTRUM VOOR TECHNOLOGIE EN BELEID) In veel sectoren hangt innovatie nauwelijks samen met het acteren en deponeren van patenten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content