Te veel handen op één buik
Verzekeraar Allianz, de referentieaandeelhouder van Deutsche Bank en Dresdner Bank, wordt de grote verliezer van de mislukte fusie tussen de twee banken genoemd. Allianz is echter bij machte om komaf te maken met het oude Duitse kapitalisme van vele handen op één buik. De gevolgen zullen ver buiten Duitsland te voelen zijn.
Toen begin maart de fusie tussen Dresdner Bank en Deutsche Bank werd aangekondigd, noemde men dat een zware slag voor de financiële pijler van het Rijnland-kapitalisme, dat op hechte banden tussen bankwereld, industrie, vakbonden en de overheid is gebouwd. Er heerste een ons-kent-ons-mentaliteit en onderlinge kruisparticipaties binnen de financiële wereld moesten jarenlang buitenlandse kapers op een afstand houden.
De bankfusie zou die structuur doen afbrokkelen. Er zou alleen nog een wederzijdse participatie van 5% tussen enerzijds Allianz en anderzijds Deutsche Bank en Dresdner Bank overblijven. Allianz zou wel ongeveer 33% in Deutsche Bank 24 krijgen, de nieuwe retailbank van Deutsche Bank. Voor Europa’s grootste verzekeraar sloot dat perfect aan bij zijn strategie: de meerwaarden opstrijken en zich verder specialiseren in de core business, bankverzekeringen. Op dat vlak heeft Allianz al een wereldwijde reputatie, met als kers op de taart het in 1998 overgenomen Franse AGF, en daarmee ook de Belgische dochters Assubel en De Schelde. “De internationale expansie moet worden voortgezet eens de ballast overboord is gegooid,” zegt Richard Davidson, analist bij Morgan Stanley. “Allianz wil zich nog meer profileren als Europese specialist in vermogensbeheer en bankverzekeringen en dat moet gebeuren via nieuwe overnames. Bovendien kiest de verzekeraar voor een zeer gedecentraliseerde structuur van haar dochters en kleindochters, ook in België” (zie kader: Lokale aanpak). De fusie tussen de twee Duitse giganten zou een eerste stap zijn geweest. De nieuwe Deutsche Bank zou dan vooral als zakenbank fungeren. Dat was echter buiten Dresdner Bank gerekend.
De champagnekurken knalden
dan ook in de achterkamertjes van het establishment toen de fusie vorige week werd afgeblazen. De Duitse banksector wordt transparanter, maar toch blijft er een aantal oude structuren overeind. “Die zijn sterker dan verwacht,” zegt Rudi Vander Vennet, professor financiële economie aan de Universiteit Gent. “Eigen aan de Duitse banksector is de tweespalt tussen een aantal grote spelers en een massa kleine, lokale spaarbanken. Dan spreek ik gerust over duizendtallen. Analisten zeggen al jaren dat fusies noodzakelijk zijn om de banksector efficiënter te maken, maar ze blijven stuiten op lokale belangen waar politici ook nog wat in de pap te brokken hebben.”
Voor Dresdner Bank is het al de tweede klap in korte tijd. Er is ooit sprake geweest van een internationale samenwerking met het Franse BNP, maar die ging niet door. Blijkbaar ligt ook een fusie in Duitsland zelf tamelijk moeilijk.
De verzekeringsgroep Allianz zal, samen met Deutsche Bank, het centrum blijven van een web van referentieaandeelhouders die elkaar en vooral belangrijke sectoren van de Duitse economie controleren. De mastodont uit München telt participaties in zowel de Dresdner Bank (21,5%) als in de Deutsche Bank (4,9%). Die Duitse banken hebben op hun beurt elk ongeveer 10% van de verzekeraar in handen. Münchener Rück, Dresdner Bank, Deutsche Bank en Bayerische HypoVereinsbank bezitten samen ongeveer de helft van de uitstaande aandelen van Allianz (zie organigram).
Ondanks de mislukte fusie wijst een aantal evoluties erop dat de grote Duitse financiële groepen wederzijdse participaties die ze als niet-strategisch beschouwen, verder zullen verminderen. In oktober 1999 meldde Deutsche Bank dat ze haar participatie in Allianz wou verlagen van 9,3 tot 7%.
Allianz is vastbesloten om op de ingeslagen weg verder te gaan: desinvesteren in niet-strategische participaties. De Beierse verzekeraar heeft momenteel nog voor bijna 1600 miljard frank aandelen in tal van Duitse reuzen zoals Beiersdorf (38,4%), BASF (10,4%), Bayer (5%), Thyssen (5,3%), MAN (12,9%) of DaimlerChrysler (1,1%), Siemens (2,6%). Die participaties bestaan nog om historische redenen. “In het na-oorlogse Duitsland was het de gewoonte dat financiële instellingen massaal leningen aan bedrijven verschaften. Wanneer de terugbetaling problematisch werd, kregen de banken participaties,” vertelt Vander Vennet. “Zo kwam een web tot stand met Allianz in het centrum.” Het gewicht van de aandeelhouders is de voorbije jaren echter gegroeid en daarmee wordt de roep naar een strategische heroriëntatie luider. Het klimaat is in Duitsland veranderd met de beursgang van Deutsche Telekom. Die werd begeleid door Goldman Sachs en heeft de aandelenstructuur transparanter gemaakt. Het was het begin van de afbouw van allerlei controleparticipaties.
Zodra de verschillende participaties overboord zijn gegooid, beschikt Allianz over een goed gevulde geldbeugel waarmee het op overnamepad kan gaan, en niet alleen in Duitsland. Rudi Vander Vennet: “Allianz is een verzekeraar met een pan-Europese en een internationale strategie. Die zal een extra impuls krijgen dankzij de aanzienlijke meerwaarden ten gevolge van de desinvestering. Ik zie Allianz dezelfde weg op gaan als de AXA-groep. Eigenlijk kan men de positie die ze heeft uitgebouwd een beetje vergelijken met de structuren die Albert Frère hanteerde.” Als kleine aandeelhouder zat Allianz geregeld op de wip, maar het wist steeds voordeel te halen uit die positie. Met de vaudeville tussen Deutsche Bank en Dresdner Bank is dat niet anders, zegt Vander Vennet. “In eender welk scenario had Allianz aan het langste eind getrokken. Was de fusie doorgegaan, dan zou de groep als sterkste uit de bus zijn gekomen. Nu is de fusie mislukt en behoudt ze haar bevoorrechte positie.”
Het is Henning Schulte-Noelle (57), chief executive officer van Allianz, die de aanzet kan geven tot een grondige reorganisatie van het Duitse kapitalisme. Jarenlang opererend op de achtergrond (“zoals men van een verzekeraar verwacht,” aldus Schulte-Noelle) koos Allianz stilaan voor het Angelsaksische model van shareholder value. Allianz anticipeert de nieuwe evoluties dus al enige tijd. Het beste bewijs van de nieuwe aanpak is wellicht de aanstelling van Paul Achtleitner tot financieel directeur. De Oostenrijker Achtleitner (ex- Goldman Sachs) speelde een sleutelrol in de meest recente mega-overnames in Duitsland. Hij was betrokken bij de deal tussen Daimler en Chrysler en de creatie van HypoVereinsbank.
Allianz krijgt bovendien een aardig steuntje in de rug van de Duitse bondskanselier Gerhard Schröder. Momenteel wordt er een belasting van meer dan 50% geheven op de verkoop van deelnemingen. Schröder is vastbesloten – zelfs tegen een deel van zijn achterban in – om die belasting af te schaffen. Bij de verkoop van deelnemingen wordt het dus mogelijk om een grondige portefeuilleherschikking door te voeren. “Dat zou een katalysator zijn,” zeggen analisten. Als die wet er door komt, wordt het afstoten van niet-strategische participaties een loutere formaliteit.
In Duitsland worden de verschillende kruisparticipaties momenteel nog altijd op zo’n 10.000 miljard frank geschat. Door de zware belasting is het afstoten van niet-strategische participaties voorlopig niet bijster populair. De bedrijfsstructuren blijven daardoor zeer rigide. Bedrijven stellen innovaties uit want ze worden beschermd door hun referentieaandeelhouder, die tevens een belangrijke crediteur is. Conflicten die uit die structuur voortkomen, zullen weldra tot het verleden behoren. Het zou een nieuwtje zijn in de Duitse financiële geschiedenis. Grote namen als Hoechst en Daimler-Benz, die respectievelijk met Rhône-Poulenc en Chrysler fuseerden, vormden totnogtoe de uitzondering op de regel. Het toverwoord shareholder value mag dan al sinds halverwege de jaren negentig ingeburgerd zijn in Duitsland, er werd eigenlijk slechts lippendienst aan bewezen. Het aloude netwerk van vakbonden, overheid en industriëen stond op de rem. Aandeelhouders worden zeker niet op een voetstuk geplaatst. Macht, bij voorkeur uitgeoefend door personen met zo weinig mogelijk aandelen in het bedrijf, stond tot voor kort centraal in Duitsland.
En ook de politieke wereld
doet te pas en te onpas zijn zegje. Henning Schulte-Noelle: “Het is fout van de regeringen zich met overnames te bemoeien. Nationale vlaggen mogen niet langer een cruciale rol spelen.” Naar aanleiding van de overname van Mannesman (waarvan Allianz ongeveer 1% bezat) door het Britse telecombedrijf Vodafone zegt analist Davidson: “Iedereen dacht dat de baas van Allianz aan Schröders mouw zou trekken om de belangen van Deutschland AG te verdedigen. Het bleek ijdele hoop.”
Het is opvallend dat Allianz ondanks fiscale beperkingen al jaren aan een internationale expansie bezig is. Allianz is momenteel actief in 60 landen. In Europa staat de verzekeraar nummer één. Internationaal wil men tot de topvijf behoren. Al jaren verkondigde de verzekeraar uit München dat het de internationale toer op wilde maar het werd menens toen in 1998 het Franse AGF werd overgenomen. Dat was een mijlpaal in de internationale uitbreiding van de groep. De Duitse mastodonten kwamen voor het eerst onder zware druk te staan om de structuren doorzichtiger te maken. In december van dat jaar werd een rationalisatie bekendgemaakt van het systeem van kruisparticipaties die Allianz decennialang hadden gelinkt aan Münchner Re, ‘s wereld grootste herverzekeraar.
AGF is slechts een van de trofeeën van Allianz. Begin dit jaar werd een belang van 150 miljoen dollar (12,5%) genomen in de Koreaanse Hana Bank. De Koreaanse verzekeringsmarkt, de op vijf na grootste ter wereld, werd al in 1999 betreden met de aankoop van First Life Insurance, de vierde levensverzekeraar van het land.
Internationalisering betekende ook de overname van de aandelen van (voor 70%) van het Amerikaanse Pimco Advisers Holding. Pimco is de grootste obligatiefondsbeheerder van de VS. De overname was op één na de duurste ooit in de fondsensector. Na de overname beheerde de Allianz-groep voor 60 miljard dollar aan activa, waardoor de groep de zesde fondsbeheerder ter wereld wordt.
In mei 1999 werd de Amerikaanse levensverzekeringsmaatschappij Life USA overgenomen voor 540 miljoen dollar. Pensioenspaarplannen zijn het belangrijkste product van Life USA. Meer dan de helft van de wereldwijde omzet van de pensioenspaarmarkt wordt in de VS gerealiseerd.
De ambities van Allianz doen het Duitse kapitalisme in al zijn voegen kraken. Analisten benadrukken dan ook dat het systeem in twee richtingen werkt. Aan de ene krijgen spelers als Allianz een pak ademruimte en kunnen ze aan nieuwe overnames beginnen denken. Aan de andere kant staan tal van Duitse bedrijven relatief zwak. Vaak wordt verwezen naar MAN: twee derde van de aandelen zijn in handen van Allianz, Münchner Rück en Commerzbank. Wanneer deze aandeelhouders de handdoek in de ring gooien wordt MAN een gemakkelijke prooi. En nu komt natuurlijk ook Dresdner Bank onder vuur te staan. “Als referentieaandeelhouder heeft Allianz alle troeven in handen,” zegt Richard Davidson. “Het heeft al duidelijk gemaakt dat het zo snel mogelijk van de participatie in Dresdner af wil. In Deutsche Bank is er al evenmin veel vertrouwen. In Duitsland blijft het een grote naam maar op internationaal vlak heeft de bank nog altijd niet bewezen dat ze kan concurreren met Goldman Sachs of Morgan Stanley. Allianz daarentegen is een internationale actor bij uitstek en zal dat imago nog versterken.”
alain mouton
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier