Te huur: kamers met kakkerlakken
“Het is verschrikkelijk. We hebben last van muizen, ratten, kakkerlakken. Binnenin is alles rot en toch durft de eigenaar 400 à 450 euro per kamer vragen.” De komst van asielzoekers en illegalen vormt een goudmijn voor huisjesmelkers. Maar wie zijn die ‘zakenlui’ die elke maand met gemak 1500 à 2000 euro per huis opstrijken? Trends verzamelde hun namen, spoorde hun eigendommen op en ging op inspectie.
In augustus 2002 werd in Gent een huisjesmelker veroordeeld tot twee jaar cel. De Brusselse politie hield enkele weken geleden een huisjesmelker aan. En begin deze maand volgde ook in Antwerpen een arrestatie. Huisjesmelkers gedijen overal, maar vooral in grote steden.
Het fenomeen huisjesmelker – iemand die bewust misbruik maakt van de zwakke positie van zijn huurders om panden met een lage leefkwaliteit te verhuren tegen prijzen die veel hoger liggen dan de marktwaarde,” definieert Steven Gibens, een Antwerpse advocaat actief in de Seefhoek – is waarschijnlijk zo oud als de straat, maar sinds enkele jaren kan je het een echte plaag noemen. Oorzaak is de komst van de talloze vluchtelingen, asielzoekers en illegalen. Zij zijn voor huisjesmelkers hét gedroomde publiek. Het zijn immers huurders die nauwelijks of niet durven te protesteren tegen de barre omstandigheden waarin ze wonen. Bovendien wordt de huur betaald door OCMW’s van gemeenten uit heel Vlaanderen die de woningen nauwelijks controleren. Zij zijn al blij dat ze af zijn van de asielzoekers.
De Vlaamse Wooninspectie, die eind vorig jaar werd opgericht omdat bleek dat eigenaars onbewoonbaar verklaarde panden toch bleven verhuren, controleerde tijdens haar eerste werkjaar 59 panden, meer dan de helft in Antwerpen en Gent. Er woonden 450 mensen. In vele gevallen werden ernstige gebreken vastgesteld (zie tabel: Waarom panden onbewoonbaar worden verklaard). Zo liepen de bewoners in 80% van de ruimtes het risico om geëlektrocuteerd te worden; in 50% van de panden was er gevaar voor CO-vergiftiging. Toch waren huurprijzen van 200 euro niet uitzonderlijk. De bewoners bestonden voor 80% uit vreemdelingen.
Trends ging op onderzoek in Antwerpen en verzamelde de namen van ruim dertig mogelijke huisjesmelkers. We spoorden hun eigendommen op, informeerden ons en gingen op inspectie. Uiteindelijk hebben we een aantal namen geselecteerd waarvan we denken dat ze min of meer het predikaat huisjesmelker verdienen en waarvan het duidelijk is dat ze enige omvang hebben. Er zijn echter ook talrijke kleine huisjesmelkers die daarom plaatselijk niet minder overlast veroorzaken. Zo is er bijvoorbeeld Gazi Kilinc Arslan, die in de Lange Scholierstraat, hartje Seefhoek, twee aan elkaar palende panden bezit. “Het was verschrikkelijk, we hadden last van kakkerlakken, muizen, ratten,” zegt een buurtbewoner. “De vuilzakken werden aan de achterzijde op het dak gegooid. Binnenin is alles rot en toch durft de eigenaar 400 à 450 euro vragen.” Na een actie van de politie werd in juli van dit jaar het huis onbewoonbaar verklaard. Begin december woonden er nog steeds mensen. Er zijn wel duidelijk werken aan de gang. “Ik heb deze zomer de gevel geschilderd, de ramen vernieuwd, het dak hersteld,” zegt de eigenaar. “Ik had een architectenplan voor renovatie, maar dat is geweigerd en achteraf verklaart de stad dit pand onbewoonbaar. Dat is toch niet normaal. Bovendien betalen de bewoners geen huur.”
Het is een constante in de verdediging van de eigenaars: ze doen alle moeite, ze worden tegengewerkt door de overheid en de huurders maken er zelf een boel van. En uiteraard zitten daar kernen van waarheid in. De huurders voor dit soort panden zijn zeker geen modelhuurders (zie kader: ” Wij, huisjesmelkers, moeten ons verenigen”).
Ook dokters zijn huisjesmelkers
Huisjesmelkerij is een lucratief beroep. Het patroon is altijd identiek. Verdeel het huis in zoveel mogelijk kamers en verhuur elke kamer voor 150 à 200 euro. Een huisjesmelker met vijf huizen onderverdeeld in vijftig kamers – en dat is geen grote jongen – verwerft op die manier een maandinkomen van 7500 à 10.000 euro. En dat is een minimale schatting. In sommige gevallen worden er immers geen kamers, maar matrassen verhuurd (in extreme gevallen aan een dag- en een nachtploeg) en dan loopt de opbrengst nog meer op.
Het profiel van de huisjesmelker is divers. Alle nationaliteiten zijn vertegenwoordigd: Belgen, Turken, Marokkanen, Pakistani enzovoort. “Meestal zie je dezelfde gezichten terug,” zegt Vivian Nutkewitz, vrederechter in Antwerpen. Ook alle sociale klassen zijn vertegenwoordigd. Het kan om eenvoudige mensen gaan die zich jarenlang, huis per huis, hebben verrijkt. Maar ook gefortuneerde personen kunnen huisjesmelker zijn.
Berucht is een groot pand in de Muizenstraat, een straat die uitgeeft op het De Coninckplein. Eigenaar is Reinilda Holvoet, echtgenote van een gynaecoloog op rust. Het echtpaar woont in een riant herenhuis. Zoon Hendrik De Munck is rechter aan de Antwerpse rechtbank en lid geweest van een regularisatiecommissie voor illegalen. “Een paar jaar geleden hebben we enkele brandjes gehad in dat huis,” zegt een buurman. “De oproerpolitie is hier een bende komen oprollen, junkies werden er uitgehaald. Boven lagen er in elke kamer genoeg matrassen voor wel vijftien personen.” Een overbuur: “De linkerbenedenverdieping wordt gebruikt door een Afrikaanse groentewinkel. Ze zetten geregeld rotte groenten buiten. De drek loopt er zo uit. Het stinkt verschrikkelijk en het goedje blijft twee tot drie dagen staan. Twee jaar geleden ongeveer sloot de gezondheidsinspectie het huis. Maar enkele dagen later al was het weer open, zonder dat er ook maar iets was veranderd.” Het huis telt acht bellen, met alleen maar namen van buitenlanders. De vensters staan open en het pand is bewoond.
Reinilda Holvoet: “Ik heb geen verkrotting en ik heb dus niets met uw artikel te maken.” Waarop ze de telefoon neergooit.
“Je ziet de meest ongelooflijke dingen”
Net als in andere steden bestaat in Antwerpen een inventaris van leegstaande, verwaarloosde, ongeschikt en onbewoonbaar verklaarde woningen. Antwerpen telt 207.500 woongelegenheden en daarvan staan er nu 2877 of 1,4% op de inventarislijst (zie grafiek: Antwerpen telt 2877 kankerpanden). Dat lijkt niet veel, maar in deelwijken loopt dit op tot 18%.
Een woning die op de inventaris staat, krijgt een heffing mee, gelijk aan het kadastraal inkomen met een minimum van 500 euro. Het gaat om een jaarlijkse heffing, die ook elk jaar toeneemt, tot maximaal het vijfvoudige.
Het merendeel van de panden die in de inventaris zijn opgenomen, staat leeg. Verwaarloosde woningen zijn woningen die extern een aantal gebreken vertonen. Op basis van interne gebreken worden woningen ongeschikt of onbewoonbaar verklaard (452 woningen of 15,7%). Ongeschikt betekent dat je er nog mag wonen, maar dat er binnen de drie maanden werken moeten worden uitgevoerd. Onbewoonbaar betekent dat je er niet meer mag wonen. Uit een recent onderzoek bleek echter dat van die 452 woongelegenheden er nog 85% bewoond was.
“Je ziet de meest ongelooflijke dingen,” zegt Fons Dierckx, inventarisbeheerder van de stad Antwerpen. “Bijvoorbeeld een gasuitlaat van 125 millimeter diameter die in een schoorsteengat van 250 millimeter zit, of een tuinslang in plaats van een koperen buis voor een gastoevoer, of een douche op de overloop onder een niet afgedekte elektrische kast.”
Banden met mensensmokkelaars?
De actie tegen de verkrotting en de huisjesmelkerij is een voorbeeld van hoe de overheid efficiënt optreedt. En dit in samenspel met allerlei burgerinitiatieven. Zo is er in Antwerpen Frank Hosteaux, met zijn actiegroep Rot op Huisjesmelkers. Hij en andere vrijwilligers bezoeken zelf huizen, maken daar een verslag van en signaleren de uitwassen aan de stad of de politie. Hosteaux startte zijn actiegroep nadat hij in januari 2001 een Armeense asielzoekster en haar pasgeboren tweeling net op tijd van een CO-vergiftiging redde. De vrouw woonde in Antwerpen, maar hing af van het OCMW van Tremelo. Ze was bij het OCMW binnengekomen met een huurcontract op zak.
“Een asielzoeker heeft me verteld dat hij op de dienst Vreemdelingenzaken werd benaderd met de opmerking dat men een appartement voor hem had,” zegt Frank Hosteaux. “Dat vind ik toch vreemd. Ik zie soms mensen van het Klein Kasteeltje komen met al een huurcontract in de hand. We vermoeden dat er banden bestaan tussen de mensensmokkelaars en sommige huisjesmelkers.”
Hosteaux is een belangrijke tipgever van de officiële instanties. Die komen elke drie maand samen tijdens een coördinatievergadering tussen de stad, de Vlaamse Gemeenschap en de politie. Meer en meer worden ook personeelsleden van het OCMW bij de acties betrokken. Wekelijks vinden er controles plaats. Daarbij speelt de Krot op-cel van de politie – die acht manschappen telt – een belangrijke rol. Het parket verbood Jos Rayen, chef van deze cel, verklaringen aan Trends af te leggen. De politie heeft al talloze dossiers opgesteld en doorgespeeld aan het parket. Elk moment kunnen de eerste processen van start gaan. Aharon Weber (zie kader: De joodse connectie) en ex-advocaat Frans Coppin (zie kader: Meester huisjesmelker), die beiden al eerder in voorarrest zaten, zijn mogelijk de eersten die zullen voorkomen.
Volgens Lize Haagdorens, de woordvoerster van AROHM (Administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting, Monumenten en Landschappen) en van de Vlaamse Wooninspectie – die ook al alle medewerking aan dit dossier weigerde – zijn de gerechtelijke dossiers ijzersterk en hebben de huisjesmelkers geen been om op te staan.
De gerechtelijke dossiers vormen evenwel maar het topje van de ijsberg. Fons Dierckx is volop bezig een lijst met vermoedelijke huisjesmelkers aan het samenstellen. Momenteel staan er al 114 eigenaars op, met 515 woongelegenheden. Er zijn volgens hem een tiental “zware gevallen”. Zijn verwachting is dat de lijst nog de helft groter zal worden.
Knokploegen in dienst
De acties van de overheid leveren resultaten op. Zo werden de afgelopen weken twee nieuwe arrestaties uitgevoerd: de jood Rudolf Stefansky (zie kader: De Joodse conncetie) en de Turk Ata Cemal. Cemal had vijf panden, waarvan één onbewoonbaar verklaard en twee verwaarloosd. In de Tulpstraat zou hij voor 175 euro kamers zonder stopcontact verhuren. Het huis, dat momenteel te koop staat, zou aan de achterkant geen ramen hebben. Een ander huis is bijna verkocht. Met de opbrengst daarvan tracht hij de drie andere (die eigenlijk één groot hoekhuis in de Dambruggestraat vormen) te renoveren.
Heel wat huisjesmelkers blijven volharden. Er zijn er zelfs die knokploegen in dienst hebben om de huur op te halen. Frank Hosteaux heeft zelfs kennis van één incident waarbij de huur werd geïnd onder bedreiging van een geweer.
De overheid meet zich dan ook steeds straffere instrumenten toe. Zo ontstond onlangs de zogenaamde herstelvordering, die wordt ingesteld voor zwaar verwaarloosde panden. De stad stelt zich dan burgerlijke partij en als het vonnis dat tot volledige renovatie verplicht niet wordt uitgevoerd, moet de eigenaar 50 euro per dag betalen. Een aantal van die dossiers komt nu op de rol. Bijkomend kan de stedelijke ontvanger beslag leggen op de panden als de eigenaar openstaande rekeningen heeft bij de stad. De huisjesmelker zelf kan straffen oplopen tot vijf jaar gevangenisstraf als hij verhuurt aan illegalen.
Een andere nieuwe mogelijkheid is de woning in sociaal beheer nemen. “De stad zal dan zelf renoveren en verhuren,” verklaart Fons Famaey, bestuurscoördinator-directeur Huisvesting van de stad Antwerpen. “De huuropbrengsten blijven gedurende minstens negen jaar naar de stad gaan. De eigenaar krijgt alleen het kadastraal inkomen als vergoeding. Die maatregel is nog nergens in België toegepast, maar we gaan hem nu toch gebruiken als ultieme sanctie. We hebben tachtig brieven geschreven waarbij we de eigenaar tot renovatie aanmanen. Ongeveer 20% heeft niet geantwoord. Voor hen kan dit nieuwe systeem worden toegepast.”
Een beperking op heel wat acties is dat de overheid de uitgezette huurders opnieuw moet huisvesten. En dat is niet makkelijk. De huisvestingsdienst van Fons Famaey en het OCMW zijn daarvoor verantwoordelijk. Maar voor de 800 sociale woningen die het OCMW Antwerpen bezit, bestaat een wachtlijst van twee à drie jaar. En veel privé-eigenaars zijn niet erg happig op dit soort huurders. Het OCMW heeft een lijst met eigenaars die hun panden willen verhuren. Maar in het verleden gebeurde er te weinig controle op die lijsten, en kwamen er zonder twijfel huisjesmelkers op voor. “We hadden een van de grote vissen, met honderd panden, er op staan,” geeft Sylvia Elst van de sociale huurcel van het OCMW Antwerpen toe.
En zo draagt iedereen zijn steentje bij in de strijd tegen de huisjesmelkers. “De kankers van deze stad worden een voor een weggesneden,” zegt Fons Bastiaensen, woordvoerder van de Antwerpse politie. “Want Antwerpen is maar zo mooi als haar lelijkste straat.”
Hans Brockmans, Guido Muelenaer [{ssquf}]
guido.muelenaer@trends.be
Een huisjesmelker met vijf huizen, onderverdeeld in vijftig kamers, verwerft makkelijk een maandinkomen van 7500 euro à 10.000 euro.
“We vermoeden dat er banden bestaan tussen mensensmokkelaars en sommige huisjesmelkers.”
Huisjesmelkers die verhuren aan illegalen kunnen straffen oplopen tot vijf jaar.
Sommige huisjesmelkers hebben knokploegen in dienst om de huur op te halen.
Huisjesmelkerij is een lucratief beroep. Het patroon is altijd identiek. Verdeel het huis in zoveel mogelijk kamers en verhuur elke kamer voor 150 à 200 euro.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier