Taxi’s en sms’en moeten Brusselaars aan werk helpen
Een Brusselaar die werk weigert in de Rand omdat het te ver zou zijn, kan absoluut niet. Dat stelt Benoît Cerexhe (cdH), de Brusselse minister van Werk en Economie. Het veronderstelt voor hem wel dat er deugdelijk openbaar vervoer is. Hij denkt, indien nodig, aan collectieve taxi’s.
TRENDS. De werkloosheidsgraad in Brussel draait rond de 20 %. Bij de jongeren overschrijdt ze zelfs de kaap van de 30 %.
BENOÎT CEREXHE (Brussels Minister van werk en Economie). “De jongerenwerkloosheid is op jaarbasis met 10 % gedaald, maar er valt nog veel te doen. Je mag echter geen appelen met citroenen vergelijken. Ik ben het beu dat de werkloosheidsgraad in Brussel naast die van Wallonië of Vlaanderen wordt geplaatst. Brussel is een verstedelijkt gebied met een specifieke situatie. De werkloosheid in Antwerpen ligt dubbel zo hoog als in de rest van Vlaanderen.
“Brussel heeft een internationale diensteneconomie gekregen, de industriële werkgelegenheid blijft dalen. Dat betekent dat werkzoekenden niet alleen hoger geschoold, maar ook meertalig moeten zijn. Twee derden van de werkzoekenden beschikt over ten hoogste een diploma lager middelbaar. 90 % is eentalig Frans. We moeten dus werk maken van meer vorming voor de 95.000 werkzoekenden in Brussel.”
Met permissie gezegd: dat horen we al jaren.
CEREXHE. “Ik heb de voorbije 3,5 jaar toch al wat gerealiseerd. Zo heb ik een cheque ingevoerd van 2245 euro waarmee elke jonge werkzoekende een taalcursus kan volgen. En dat levert resultaten op. Brussel telt ruim 15.000 jonge werklozen. We komen van bijna 17.000.
“Recent werd het Actieplan voor de Jongeren gelanceerd. Zo willen we de knelpuntvacatures invullen via referentiecentra die opleidingsformules ontwikkelen om aan de noden van de werkgevers te beantwoorden. Het gewest beschikt over centra voor metaalconstructie, ICT, bouw, logistiek en horeca. We leiden er jongeren een jaar lang op zodat ze gemakkelijker een job vinden in die sectoren.
“Er gebeurt dus wel degelijk iets, maar als minister van Werk zie ik de mensen pas wanneer ze aan het einde van hun schoolloopbaan op de arbeidsmarkt komen. En het is onaanvaardbaar dat de afgestudeerden van de scholen uit de Franse Gemeenschap de twee landstalen niet kennen, wat een vereiste is voor om het even welke job in het Brusselse gewest.”
Jonge werklozen worden niet verplicht een opleiding te volgen. Waarom niet?
CEREXHE. “Door een gebrek aan middelen kan het Brusselse gewest onmogelijk aan iedereen een opleiding geven. Maar Actiris, de Brusselse VDAB, sluit met de werkzoekende een contract af en biedt hem een gepersonaliseerde coaching aan. Met mijn nieuwe plan zal een consultant jonge werkzoekenden om de veertien dagen ontvangen. Die krijgt dan een jobaanbod of wordt naar een opleiding gestuurd.”
Hoeveel jongeren beginnen aan zo’n opleiding?
CEREXHE. “De helft van de aangesproken werklozen in het kader van het Contract voor Beroepsproject. Dat gebeurt op vrijwillige basis, maar betekent niet dat we de anderen met rust laten.
“De werkzoekenden worden verschillende keren opgeroepen voor een gesprek. Wie niet antwoordt of niet kan aantonen op eigen houtje werk te zoeken, wordt doorverwezen naar de RVA. Die kan dan sancties treffen.
“Maar ik kijk naar het positieve: de vraag naar opleiding is met 94 % gestegen en de bedrijven zelf bieden ook meer opleidingen aan. Ze gaan elk jaar duizend extra stageplaatsen vrijmaken voor jongeren.
“Ik heb hetzelfde gedaan in openbare instellingen. Via Net Brussel/Bruxelles Propreté worden jongeren opgeleid zodat ze het rijbewijs van vrachtwagenchauffeur kunnen halen. Dat is een knelpuntberoep. Mensen zonder kwalificaties raken op die manier steevast aan een job.”
Hoe verklaart u het grote aantal zwartwerkers in Brussel?
CEREXHE. “In steden ligt het zwartwerk sowieso hoger. Je vindt zwartwerkers vooral in de horeca en de bouw. Ik heb het aantal sociale inspecteurs verdubbeld en hun controles laten focussen op die risicosectoren. Het zwartwerk is gedaald op bouwwerven voor particulieren. Op de grote werven werken we samen met de federale overheid.
“Het stijgende succes van de dienstencheques wijst volgens mij trouwens op de daling van het zwartwerk. In 2004 werden er in Brussel vierhonderd dienstencheques per maand verkocht. Onze achterstand op Vlaanderen en Wallonië was gigantisch. Nu zitten we maandelijks aan 400.000 dienstencheques. Ze creëerden vijfduizend jobs in Brussel. Ik vind het dan ook geen goede zaak dat de federale regering aan het systeem morrelt.”
Er is veel te doen rond werklozen in een ander gewest te laten werken. Hoe zit dat in Brussel?
CEREXHE. “Ik ben de eerste Brusselse minister die een akkoord heeft gesloten over interregionale mobiliteit. En dat was niet simpel: eerst een overeenkomst met Vlaanderen en Wallonië samen, en dan een afzonderlijk akkoord met het Vlaamse gewest. Via dat akkoord wisselen de VDAB en Actiris vacatures uit. Het heeft het aantal werkaanbiedingen van Actiris met meer dan 200 % doen stijgen. Het gaat hier weliswaar slechts over een uitwisseling van vacatures die in de Rand beschikbaar zijn.
“Het is de bedoeling dat meer Brusselaars daadwerkelijk buiten het gewest gaan werken. Vooral pendelaars vullen de meer dan 678.000 jobs in Brussel, in. Slechts 56.000 Brusselaars werken buiten de grenzen van het hoofdstedelijke gebied. Ik ben ervan overtuigd dat er in de Rand jobs zijn die Brusselaars kunnen invullen.
“In juli 2007 hebben we in de streek van Zaventem jobs geïdentificeerd. Ze vereisen geen bijzondere kwalificaties en evenmin een perfecte kennis van verschillende talen. Dankzij een samenwerking tussen de Kamers van Koophandel en Actiris begeleiden we werkzoekenden naar die potentiële werkgevers.
“Ik ben een fervente voorstander van die interregionale mobiliteit. Dat is ook niet meer dan normaal. De werkloosheidgraad in Brussel bedraagt 20 %, in de Rand slechts 5 %.”
Hoeveel Brusselaars gaan er dankzij die uitwisseling in de Rand werken?
CEREXHE. “Het gaat om een stijging met 15 %. In 2004 waren het er 45.000 en nu 56.000. Vooral laders, lossers, schoonmaak- en horecapersoneel zijn gegeerd. Toen DHL in het nieuws kwam, heb ik vastgesteld dat daar slechts 4 % Brusselaars werkten. Dat vond ik onaanvaardbaar.
“Ik merkte wel dat er problemen waren met de bereikbaarheid van de bedrijventerreinen. Als je vroege of late shifts hebt en je werkt in een logistiek bedrijf in Zaventem, dan is het soms problematisch om met het openbaar vervoer op je werk te geraken. Een systeem van collectieve taxi’s is een optie.
“Ik weiger te aanvaarden dat een Brusselaar niet in de Rand wil werken omdat het te ver zou zijn. Hij moet die job aanvaarden, maar niet iedereen kan er met een eigen wagen naartoe.”
Is de gebrekkige werkattitude van werkzoekenden een probleem?
CEREXHE. “In het kader van het Contract voor Beroepsproject coachen en hermotiveren we mensen. Ik heb een eerste sociaal interimbureau gelanceerd. Het is een partnerschap tussen de overheid en Daoust Interim, waarbij we focussen op jongeren die te weinig gekwalificeerd zijn.
“We coachen hen en we begeleiden ze tot in de bedrijven. We sms’en ze ter aanmoediging. Dat doen we speciaal voor mensen die zeer ver verwijderd waren geraakt van de arbeidsmarkt. Ze hebben, of hadden, vaak werkloze familieleden en kennissen.
“Ik hoor al zeggen dat zo’n sociaal interimbureau een druppel is op een hete plaat, maar het werkt zo goed dat ik er een paar nieuwe zal creëren. 196 mensen hebben in elf maanden tijd via dat kanaal een interimcontract afgesloten. Qua begeleiding vraagt het natuurlijk een zware investering. Dat is in het verleden te weinig gebeurd.”
Bedrijven brengen werk. Wat doet u om ze naar het hoofdstedelijke gebied te lokken?
CERXHE. “We hebben werk gemaakt van een lagere fiscaliteit, want de gemeente- en gewestbelastingen lagen in Brussel hoger dan in de andere gewesten. Ook moesten we betaalbare terreinen vinden waar bedrijven zich kunnen ontwikkelen. De Brusselse regering heeft eind 2005 gronden gekocht van de NMBS zoals Delta, Josaphat, en terreinen in de Brusselse haven.
“We hebben eind 2007 een kaderordonnantie goedgekeurd die de hulp aan de ondernemingen zeer eenvoudig en concurrentieel met andere regio’s, maakt. Vorig jaar werden in Brussel 10.000 nieuwe bedrijven gecreëerd. Dat is het hoogste cijfer ooit.
“De vennootschapsbelastingen die in Brussel worden geheven, bedragen 34 % van het nationale totaal. Het aantal buitenlandse investeringen is met 6 % gestegen. Brussel doet het dus goed. Het probleem is echter dat de nieuwe arbeidsplaatsen niet ten goede komen van de Brusselaars.
“De jongste drie jaar kwamen er 25.000 nieuwe jobs bij – 80 % in de privésector. Maar het zijn Vlamingen en Walen die ze in grote mate opvullen. De verklaring hiervoor is altijd dezelfde: de vorming. Al speelt bij de aanwerving discriminatie van allochtonen ook een rol.”
Er is het gewest. Er zijn de gemeenten. En de bevoegdheden zijn versnipperd. Weinig aanlokkelijk voor bedrijven, niet?
CEREXHE. “Dat is niet specifiek voor Brussel. Als je je in Wetteren vestigt, krijg je hetzelfde probleem. Toch vind ik dat we onder Brusselaars moeten praten over een verschuiving van bevoegdheden van het ene niveau naar het andere. Zo krijgt het Brusselse gewest een gewestelijk parkeeragentschap, dat voor eenzelfde parkeerbeleid moet zorgen in het hele gewest. De gemeenten beslisten daar vroeger autonoom over.
“De opheffing van de gemeentelijke taks op computers is een ander voorbeeld. Gemeenten die deze onaantrekkelijke belastingen afschaften, konden de hierdoor gederfde inkomsten compenseren via een fiscaal fonds van dertig miljoen euro.
“Dat betekent niet dat de gemeentelijke overheid overbodig wordt. Alle niveaus moeten gewoon achter hetzelfde project staan. De relatie tussen gemeenten en gewest is er een van partnerschap; niet van oppositie. De verstandhouding was niet altijd even eenvoudig omdat we met lokale baronieën werden geconfronteerd die zich verzetten tegen het gewestelijke gezag. De zaken zijn in positieve richting geëvolueerd.” (T)
Door Alain Mouton en Boudewijn Vanpeteghem/Foto’s Thomas De Boever
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier