Talibaffia
De financiële en economische crisis blijft zowat alle aandacht opeisen. Tegelijk staat de rest van de wereld niet stil. Zo is er het zware gevecht tussen het Pakistaanse leger en het amalgaam van taliban en Al Qaeda in de Swat-vallei in Pakistan. Als gevolg van deze en andere conflicthaarden schatten de Verenigde Naties dat al ruim een miljoen mensen in de regio op de vlucht zijn. De internationale politieke gemeenschap houdt het hart vast voor een mogelijke machtsovername van het nucleaire wapens bezittende Pakistan door de taliban & co.
In tegenstelling tot wat sommige media bij ons laten uitschijnen, kan het terroristenlegioen van taliban en Al Qaeda hoe langer hoe minder op de steun van de Pakistaanse bevolking rekenen. Een recente, uitgebreide opiniepeiling verricht door het gerenommeerde International Republican Institute, geeft een erg significante evolutie te zien. In juni 2008 vond 45 procent van de Pakistani dat de taliban en Al Qaeda in hun land een ernstig probleem vormden. Vandaag (maart 2009) ligt dit ongerustheidspercentage op 70 procent. In juni kon slechts 15 procent van de Pakistani zich vinden in een intense samenwerking tussen hun land en de Verenigde Staten inzake de strijd tegen deze groepen. Negen maanden en honderden doden later kan 40 procent van de Pakistani zich achter zo’n samenwerking scharen.
De omslag in de houding van de Pakistaanse bevolking heeft heel veel te maken met het feit dat een meerderheid onder hen tot de Barelvi-strekking in de islam behoort die van het extremistische gedoe eigen aan de talibanfilosofie niks wil weten. De groeiende afkeer ten aanzien van die taliban en hun Al Qaeda-kompanen houdt echter zeker ook verband met het feit dat de ware aard van deze twee gevreesde organisaties almaar nadrukkelijker boven water komt. Er blijft een harde kern van religieuze fanatici die streven naar nieuwe 9/11-achtige exploten, maar de taliban en Al Qaeda laten zich steeds meer kennen als ordinaire maffiabendes gespecialiseerd in productie en verhandeling van heroïne en andere drugs. Of hoe de Koran verwerd tot een nog nauwelijks iets verhullend schaamlapje.
Zegt de naam Haji Juma Khan u niks? Wel, als het een troost mag wezen, mij ook niet. Tot ik het zonet verschenen boek Seeds of Terror van Gretchen Peters las. Hierin staat uitgebreid gedocumenteerd hoe Haji Juma Khan (HJK) de absolute spilfiguur is van de omvangrijke drugsactiviteiten in en vertrekkend vanuit Afghanistan. Het HJK-netwerk, zo luidt een van de conclusies van het boek, vormt “de voornaamste bron van inkomsten voor de taliban en Al Qaeda en de basisroute voor hun wapentrafiek”. De ondertitel van deze aanrader voor wie een beetje wil begrijpen wat er echt gebeurt in deze boze wereld, vat het hele verhaal perfect samen: How Heroin Is Bankrolling the Taliban and Al Qaeda.
Dat zowel de taliban en Al Qaeda belangrijke financieringsmiddelen uit de drugshandel halen, was al langer bekend. Wat Peters’ boek zo opvallend en verhelderend op de voorgrond zet, is de manier waarop ze aangeeft hoe die lucratieve drugshandel het wezen van zowel de taliban als Al Qaeda veranderd heeft. Daarvoor draagt ze geen grote theorieën aan, maar wel een overweldigende massa aan cijfers en gegevens waaruit die omslag onmiskenbaar naar voren komt. Aanslagen en offensieven van de beide groeperingen raken steeds meer geïnspireerd door bekommernissen voortspruitend uit de drugshandel (vrijwaring van routes en territoria, afrekeningen met concurrenten,…) en veel minder uit het brandende verlangen naar de installatie van het grote strikt islamitische rijk. Ze bewijst ook haarfijn dat de heropleving van de agitatie in Afghanistan en Pakistan samenhangt met de toename van de drugsproductie in Afghanistan. Als de provincie Helmant een onafhankelijk land zou zijn, zou het veruit de grootste opiumproducent van de wereld zijn.
Dankzij de fenomenale opbrengsten van de drughandel kunnen zowel de taliban als Al Qaeda huurlingen aantrekken met zeer hoge vergoedingen. Peters beschrijft ook hoe de drugshandel het mogelijk maakte om de regeringen van zowel Pakistan als Afghanistan tot op het bot te corrumperen, waardoor tot 80 procent van de westerse hulp in maffieuze handen terechtkomt.
De fundamentalistische retoriek wordt volgens Gretchen Peters steeds meer misbruikt om de drugsactiviteiten te verhullen. Dat betekent echter niet dat Al Qaeda niet langer broedt op spectaculaire aanslagen in het westen, integendeel. Er blijft een erg radicale groep actief in de organisatie. Wat het boek van Peters ten gronde aantoont, is echter dat om de strijd in Pakistan en Afghanistan echt te winnen van deze organisaties, men meer in termen van drugsoorlogen dan wel in termen van een gevecht tegen religieuze fanatici moet denken. Bin Laden als de oosterse Pablo Escobar, en niet als een extremistische versie van de profeet. (T)
DE AUTEUR IS ALGEMEEN DIRECTEUR VAN HET VKW.
Johan Van Overtveldt
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier