Taal en talent
De auteur is decaan van de faculteit Economie en Bedrijfsweten- schappen aan de KU Leuven .
Vlamingen zijn makkelijk weg met andere talen. Maar ze wonen in een regio die zich vaak afsluit voor andere talen. Dat ervaar ik in de manier waarop mijn vlakke land omgaat met zijn universiteiten.
U kent de klaagzang over het gebrek aan internationale mobiliteit van studenten. Die stoelt gelukkig op partiële informatie. Van onze handelsingenieurs gaat 50 procent minstens één semester naar het buitenland, een derde zelfs overseas. Maar het is harken om de duur bevochten contracten met de Whartons en de UBC’s van deze wereld in balans en dus in leven te houden als je in het uitwisselingsjaar bij uitstek, derde bachelor, amper een Engelstalig aanbod die naam waard kan inrichten. Onze overheid beperkt het aandeel anderstalige vakken tot 18,33 procent van alle bachelorvakken. Wie bedenkt zo’n cijfer? Met welk doel? Voor heil en zegen van de Vlaamse cultuur? Volgens mij remt dit de uitstraling van die cultuur.
Universiteiten spelen in een globaal veld. Om in dat veld stand te houden, zijn Engelstalige masteropleidingen in sommige domeinen een must. We organiseren die dan ook. Maar het aantal wordt strikt gecontingenteerd. Bovendien moet een Nederlandstalig equivalent worden ingericht, wat de efficiënte inzet van docenten hypothekeert. Nu mogen we in die Nederlandse equivalenten enkele Engelstalige vakken aanbieden. Maar zodra 25 procent van de studenten meer dan de helft van de vakken in het Engels opneemt, volgt de rode kaart. Ook als dat hun vrije keuze is. En ja, met ons belastinggeld worden mensen betaald om dit te controleren en te bestraffen.
U kent de master TEW (toegepaste economische wetenschappen). Dat is een belangrijk diploma voor een globaliserend bedrijfsleven. Dus richten we ook een equivalente Master of Business Economics in. Zo’n duplicaat is een weinig rationele besteding van schaars geld. Maar het is een mooi programma, met een goede internationale én Vlaamse instroom. Echter, een Vlaming die de internationale sfeer van Business Economics opzoekt, haalt zich problemen op de hals. Voor veel overheidsjobs zal hij moeten aantonen dat hij het Nederlands beheerst. Dat kan door een Nederlandstalig diploma voor te leggen. Is een masterdiploma vereist, dan heeft onze Vlaamse alumnus Business Economics het vlaggen. Zelfs al volgde hij middelbaar onderwijs in het Nederlands, toch wacht hem een taaltest. U bent niet meer mee? Geen nood, wij ook niet.
De overheid legt het Nederlands ook op als administratieve taal. Logisch, zult u denken. Maar de vele internationale onderzoekers en studenten worden zo uitgesloten. Bewegwijzering in het Engels op een campus? Mag niet! We mogen wél vacatures in het Engels plaatsen. Zolang het ook in het Nederlands gebeurt en we in de vacature vermelden dat geïnteresseerde Britten of Brazilianen na drie jaar vlot in het Nederlands moéten kunnen doceren. Inderdaad, wij maken vacatures om kandidaten af te schrikken. Dan maar de inteelt. Gelukkig is de eigen kweek van hoog niveau.
Intussen maken in onze directe actieradius tal van scholen gebruik van hun ruimere vrijheidsgraden: van Lille I en Edhec over UCL en ULB tot Tilburg en Maastricht. Zij kunnen in een grotere vijver vissen voor professoren en studenten, werken aan internationalisation@home en participeren in mondiale netwerken. Voor hun lokale arbeidsmarkt creëren ze zo een aanzuigeffect voor hooggeschoold talent van elders. Toch iets om over na te denken in een regio van amper een zakdoek groot, die het moet hebben van een open economie.
Het is natuurlijk legitiem om als overheid een vinger in de pap te hebben in zowat alle facetten van het hoger onderwijs. Het is aan regering en parlement om te bepalen wat met de publieke centen kan en mag. Maar wij, met ons allen, moeten ook durven te signaleren wanneer goedbedoelde regels verzanden in negatieve neveneffecten.
Verengelsing is geen doel op zich en in de eerste opleidingsjaren mogen er geen onnodige taalbarrières zijn. Maar de huidige strengheid is niet langer verdedigbaar. Dat wordt ook erkend in de kwaliteitsevaluaties van de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie. Ik citeer uit het rapport van de visitatie economische en toegepaste economische wetenschappen: “Van het vrij laten van de mogelijkheid om in het Engels te doceren zullen de Vlaamse studenten profijt hebben, zowel direct, door het zich bewegen in een intellectueel uitdagender en internationalere leeromgeving, als indirect, door de ruimere financiële armslag van hun faculteiten. Hoe begrijpelijk in het licht van de historie het taaldecreet ook is, Vlaanderen mag de boot van de internationalisering niet missen, maar dreigt dat nu wel te gaan doen.” En dan kraakt mijn land, mijn vlakke land.
LUC SELS
De huidige strengheid is niet langer verdedigbaar.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier