Wolfgang Riepl
‘t Zijn zotten die produceren in België
Bij de busbouwer Van Hool zijn ze echt wel zot. Terwijl de concullega’s de productie al jaren naar het buitenland hebben verhuisd, blijven zij produceren in eigen land, in Koningshooikt. Zelfs de overheid laat verstaan dat je daarvoor echt wel zot moet zijn.
Stop nu eens met zeuren. Verhuis dan toch ook naar een lage-lonenland.” Het zijn geen opbeurende boodschappen die Filip Van Hool achter verscholen hand mag horen van de hoogste gezagsdragers in het land. Officieel heet het nochtans, dure witboeken en statige academische zittingen over industrieel beleid inbegrepen, dat België en Vlaanderen volop de kaart moeten trekken van een grootse industriële toekomst.
Maar zoals dat meestal in le petit pays, petit esprit gebeurt, wordt de echte boodschap fluisterend gegeven. Voor de buitenwereld pronkt elke Vlaamse of Belgische gezagsdrager graag met een verheven boodschap over de busen touringcarbouwer uit Koningshooikt. Eindelijk nog eens een trotse onderneming met een beslissingscentrum in eigen land. Met onderzoek en ontwikkeling rond topproducten voor klanten in de hele wereld, allemaal in eigen huis. Van Hool heeft nog het plecht-statige karakter van een middeleeuwse werkbank. Waarachtig ambachtelijk, met een volledig eigenhandige productie, verspreid over 120 beroepen. Een fabrieksbezoek door voorname politici kreeg vaak de allure van een diplomatieke missie. Met als sluitstuk van de pralerige pronktocht de plechtige ondertekening van een ordercontract met openbaarvervoermaatschappijen.
De werkelijkheid achter de verscholen hand is prozaïscher. De 4000 werknemers bij Van Hool doen er blijkbaar niet echt toe. België heeft voor gelijkaardige functies een loonverschil van 12 tot 18 procent met de buurlanden Duitsland, Frankrijk en Nederland. Maar o wee als Filip Van Hool daarover durft te klagen. “Wat is het probleem? Stop met zeuren. Verhuis nu eens eindelijk naar een lagelonenland!” Als laatste van de vele kompanen in de rij.
Filip Van Hool komt wellicht bijzonder ouderwets over. Misschien komt hij wel van Mars, of Pluto? (Klanten uit de hoofdstad noemen Koningshooikt – Koningsjeut volgens de plaatselijke bevolking- wel eens het hol van Pluto.) Want de man, en zijn familiale aandeelhouders, vinden lokale verankering belangrijk. Ze willen hun inkopen nog bij de lokale bakker doen. En helemaal om te lachen: Van Hool voelt zich “één werkgemeenschap met een bepaalde sociale verwevenheid”.
Hoelang kan de familie die strijd nog aan? Filip Van Hool klinkt gelaten. De federale overheid is niet geneigd te onderhandelen over de loonkosten. “Het zal wel gemakkelijker zijn om belasting op arbeid te innen.”
Want politici praten hun kiezers graag naar de mond. Ondanks alle dure eden en beloftes blijft de werkgelegenheidsgraad in dit land te laag, in vergelijking met de buurlanden. Daarom haalt Van Hool dertig geschoolde werkkrachten uit Polen. Want in eigen land zijn die niet te vinden.
Nochtans vraagt een grondige hertimmering van ons industrieel beleid geen enorme inspanningen. Het Duitse Wirtschaftswunderlein hangt nauw samen met de herrijzenis van de Duitse industrie. Die kroop na zeven magere jaren van loonmatiging weer helemaal uit het dal. Werd de Duitse samenleving daarmee compleet ontwricht? Dat gelooft toch niemand?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier