‘t Is nie moeilijk…
De hits van Kamiel Spiessens, de soundtrack van Space Jam, de schandaalrap van KIA, de multimedia-avonturen van Toto of de Rooie Oortjes-cd-roms : successen van de ARS-groep. Een portret.
Space Jam al gezien, die nieuwe film met basketsuperster Michael Jordan en de Looney Tunes ? Dan hebt u ook Pump up the Jam nog eens gehoord, de dance-muziek waarmee het Belgische Technotronic een tiental jaren geleden een wereldhit scoorde. Voor Patrick Busschots, eigenaar van nv ARS, de platenmaatschappij die het nummer uitbracht, en van muziekuitgeverij nv BMC Publishing ( Busschots Music Company), tikt de rekening dezer dagen weer vrolijk aan. Dankzij het gebruik van die muziek in de soundtrack stroomt meer dan 10.000 VS-dollar rechtstreeks naar zijn kantoor in Kontich, en onrechtstreeks nog eens een gedeelte van gelijkaardige bedragen die de filmmakers betalen aan de Amerikaanse platenmaatschappij en uitgeverij waaraan Busschots destijds de rechten voor de VS licentieerde. Vorig jaar zat er al een song van BMC in de film Striptease en recentelijk ook een in The Hunchback of Notre-Dame, allemaal dankzij de Amerikaanse sub-publisher, die de muziek van BMC promoot bij filmstudio’s, reclamebureaus enzovoort.
Busschots heeft nog meer redenen om te juichen : “De huidige nummer één in de Vlaamse hitparade, het schandaalsucces Zaterdagavond van de Aarschotse rappers Krapoel In Axe ( KIA), zit ook op ARS, en de hits van Chris Van den Durpel (alias Kamiel Spiessens, alias Commissaris Huygebaert enzovoort) zitten bij zustermaatschappij nv Magic Productions, waaraan Van den Durpel zijn Lafabit-label toevertrouwde. Van de single “Kamiel goes Classic” werden 17.000 exemplaren verkocht.”
WAT VERKOPEN ?
Alles startte in ’76, toen Bussschots, juweliersdiploma op zak maar het hem toevertrouwde hulpjeswerk beu, nabij de Antwerpse Vogelmarkt een winkel te huur zag voor amper 7000 frank per maand. “Ik tekende meteen het contract, al wist ik nog niet wat ik zou gaan verkopen. Mijn hobbybezigheden als dj brachten mij op de idee om een importzaak van elders moeilijk vindbare platen te beginnen : American Record Shop (ARS) zou de winkel heten.” Hij vloog naar New York en laadde er een paar containers vol met dingen die in Europa niet gereleased waren : goedkoop geprijsde albums (voorraadresten en dergelijke) van artiesten als Frank Sinatra, Sammy Davis Jr. en consoorten waarop ARS een grote winstmarge kon halen aangevuld met nichemateriaal, dance-muziek voor discotheken.
Enthousiast stortte Busschots zich na een paar jaar ook op het uitbrengen van albums van buitenlandse maatschappijen in licentie voor België. Van daaruit was het maar een kleine stap naar eigen productie : zo lag ARS mee aan de basis van de New Beat-rage, waarmee de Belgische muziek een poosje internationaal de danstoon aangaf. Zodoende werd ARS minder en minder een importzaak : productie- en exportactiviteiten met bijhorende muziekuitgeverij namen de overhand. Export gebeurde (en gebeurt) als volgt : aankopers van de trendy importgroothandels of dj-winkels in het buitenland opbellen, langs de telefoon een stukje muziek laten horen, en hop, de bestelling van x exemplaren is binnen.
Maar het enthousiaste ondernemerschap had ook zijn zwakke plekken : niet letten op brutomarge, continu werken met kaskrediet. Tot de banken niet meer meewilden. Terugplooien op eigen middelen betekende wél dat de broeksriem moest worden aangehaald. Maar het lukte.
HOLDING.
Om beter te zien welke activiteiten geld binnenbrachten en welke het vooral opsoupeerden, werden ze in aparte profit centers en in de loop der jaren ook in afzonderlijke vennootschappen gegoten, onder de overkoepelende holding nv Bucel van Busschots en zijn partner Lydia Celis. ARS is nu “zuiver” platenmaatschappij. BMC (1985) is de uitgeverij, die de rechten beheert en al nummers leverde aan Helmut Lotti, Dana Winner, maar ook aan internationale acts als Gypsy Kings, Eternal en Faith No More. De nv Music & Vision Trading (MVT, 1990), gerund door Marc Deschryver (tevens de financiële man van de groep), staat in voor de export van dance-muziek van ARS maar ook van andere, onafhankelijke maatschappijtjes en zelfs van dance-producten van een major als Sony.
ARS, BMC en MVT zijn 100 % Bucel-dochters, in tegenstelling tot de jongste tak, nv Magic Productions (1996), dat (meerderheidsaandeelhouder) Bucel opstartte samen met Luc Vander Schelden, die er de dagelijkse leiding voert. Magic doet vooral “special marketing” (o.a. voor de Van den Durpel-producten, maar ook verzamelcd’s in samenwerking met VTM-Muziekclub of Radio Donna) én commercialiseert ook video’s als Tik Tak (van de BRTN). Toen Vander Schelden opstapte bij zijn werkgever Paradiso waar hij zeer geslaagde videoprojecten had gerealiseerd (met onder meer Jacques Vermeire, Samson & Gert, de Voetbalbond enzovoort), was Busschots meteen bereid om samen een onderneming op te zetten om gelijkaardige dingen te doen.
Opportuniteiten zien en “de medewerkers laten doen wat ze graag doen en dus goed doen”, dat is de sterkte van Busschots. Zo ontstond in ’94 ook AIM (met Bucel als meerderheidsparticipant), toen Stefan Calle, directeur business affairs en computer wizzard van ARS, hem wist te overtuigen in multimedia te stappen. Eerst met compilatie-cd-roms van shareware games en de komisch-erotische Rooie Oortjes-reeks. Die lieten toe snel cashflow te genereren om in meer prestigieuze projecten te stoppen, zoals Toto (een interactieve wereldreis op cd-rom voor kinderen), waarvan op een half jaar tijd al een méér dan aardige 10.000 exemplaren zijn verkocht.
De twintig werknemers van alle maatschappijen samen realiseerden over ’96 een omzet van 205 miljoen frank en een winst (voor belastingen) van 26 miljoen. De ambities zijn nog niet geblust : zopas werd een kantoor geopend in Parijs om er het expansieverhaal over te doen op grotere, Franse schaal.
R.P.
STEFAN CALLE (AIM), PATRICK BUSSCHOTS (ARS) EN KAMIEL SPIESSENS Opportuniteiten zien, en de medewerkers laten doen wat ze graag doen en dus goed doen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier