‘t Is een lobby
De leegloop bij het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie ( BIPT) is volop bezig. Het jongste voorbeeld van die trend is Steven Dewaele. Hij ruilt de overheidsinstelling die de telecommunicatiemarkt reguleert voor de competitieve bedrijfswereld. De ingenieur trekt naar Viatel, een internationale operator die communicatiediensten aanbiedt in verschillende Europese landen. Als director regulatory strategy draagt deze dertiger de pet van lobbyist bij de Europese Commissie. Dewaele: “Voor mij is lobbyen meer dan lekker eten. Ik heb een hekel aan gebakken lucht. Ik hou van een eerlijk intellectueel debat.”
Voor een ingenieur lijkt lobbyen een vreemde opdracht, maar de West-Vlaming beschouwt zichzelf niet als techneut. “Het zit wel in de familie,” lacht hij. “Mijn vader is ook ingenieur en tijdens mijn kinderjaren heb ik met hem talloze motoren en televies uit elkaar gehaald.”
Aanvankelijk leek Dewaele in de voetsporen van zijn vader te treden. Hij studeerde in 1995 in Gent ( Universiteit Gent) af als burgerlijk ingenieur en leek voorbestemd voor een levenslange queeste naar de ideale modem. Een Erasmus-jaar aan de universiteit van Porto stak daar een stokje voor. “We mochten ons lessenpakket zelf samenstellen. Ik koos toen voor minder technologische en meer bedrijfskundige vakken. Ik wou niet in een sociale woestijn terechtkomen. Als je te veel specialiseert, is er vroeg of laat niemand meer met wie je kan praten over je werk.”
Zijn jonge loopbaan staat nagenoeg helemaal in het teken van de liberalisering van de Europese telecommunicatiemarkt. In 1995 trad Dewaele in dienst bij het onderzoekscentrum Imec. Hij werkte er aan de uitbating van breedbandnetwerken, een project dat samenhing met de plannen van Telenet.
Maar Dewaele kon zich zes maanden later niet inhouden om een uitdaging bij het BIPT op te nemen. Daar hield hij zich bezig met voorbereidend wetgevend werk. Na twee jaar legde hij zich toe op de problematiek van de interconnectie tussen de verschillende operatoren. “Ik was bezig met grote beleidsdossiers: tarieven, kostenmodel, de transfer van data en spraak. Maar eigenlijk stond ik zo goed als alleen,” aldus Dewaele. Inhoudelijk kwam de ingenieur wel aan zijn trekken. Ondanks de beperkte middelen en de personeelskrapte vond hij zijn werk steeds interessanter. “Toch was ik toe aan een nieuwe baan. Je hebt binnen het BIPT nauwelijks doorgroeimogelijkheden. De internationale carrière van mijn vrouw bij Alcatel gaf mee de doorslag. Zij krijgt volop kansen en zit intussen al enkele jaren in Milaan.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier