Sven Gatz (44) ‘Ik zit niet zo veel op café’

Een jaar geleden verraste Sven Gatz vriend en vijand. De fractievoorzitter van Open Vld in het Vlaams Parlement werd op 1 september 2011 directeur van de Belgische Brouwersvereniging.

TRENDS. Is er leven na de politiek?

SVEN GATZ. “Ik wou absoluut iets anders doen. Ik ben echt van nul moeten herbeginnen. Dat wordt pas echt duidelijk als je voor iets anders hebt gekozen. De eerste weken werd ik nog respectvol aangesproken als “de volksvertegenwoordiger”. Ik heb de nederigheid van een nieuwe start mogen ervaren.”

Zijn er veel verschillen tussen politici en brouwers?

GATZ. “Er zijn veel gelijkenissen. Een partij ontwikkelt een bepaalde dynamiek rond gemeenschappelijke belangen. Daar gaat veel stille en interne diplomatie aan vooraf, want de belangen lopen niet altijd gelijk. Soms gaat het er hevig toe, maar uiteindelijk wil je iedereen aan boord houden.”

In de brouwerswereld is het vooral een strijd tussen de grote speler AB InBev en de vele kleinere brouwers?

GATZ. “Niet noodzakelijk. Groot versus klein is één breuklijn. Maar er zijn er ook andere, zoals die van pils versus speciale bieren. Het wisselt van dossier tot dossier. Net zoals in de politiek heb je voortdurend wisselende coalities en thema’s.”

Zijn uw politieke contacten een troef bij thema’s zoals een accijnsverhoging?

GATZ. “Een accijnsverhoging dreigde het voorbije jaar voortdurend. We zijn tegen overheidsbeslissingen die onze ma-neuvreerruimte verminderen. Onze sector is belangrijk en moet zich kunnen ontwikkelen. 60 procent van onze productie wordt uitgevoerd. We nemen graag de Franse wijnindustrie als voorbeeld. Die kon zich ontplooien via een gunstige fiscale omgeving.”

Voor u primeert de dialoog op de confrontatie. Hebt u de woelige relaties met de horecasector verbeterd?

GATZ. “Er blijft een natuurlijke spanning, maar de relaties zijn verbeterd. De horeca is nog altijd goed voor 45 procent van onze bierconsumptie. Alleen worden de brouwers te veel in het vizier genomen bij prijsverhogingen. In verhouding werden koffie en frisdrank veel duurder. De brouwers zijn ook vaak de bankiers van de horeca, want de sector is zelden kredietwaardig.”

Als baas van de brouwers zat u het voorbije jaar wellicht meer op café dan ooit.

GATZ. “Nee, ik zit niet zo veel op café als men wel zou denken. Als politicus deed ik het misschien meer, in het weekend met de vele pensenkermissen. Nu ga ik nog enkel ‘s avonds in de weekends, zoals iedereen. Tijdens de werkuren gebeurt het zelden, en dan louter professioneel. Ik ga niet op café voor het plezier. Ik kijk dan met een gezonde beroepsmisvorming waarom de ene zaak beter draait dan de andere.”

Steeds minder horecazaken draaien behoorlijk. Hoe wilt u de bierconsumptie weer aanzwengelen? Met Oktoberfeesten zoals in München?

GATZ. “Nee, dat is niet onze positionering. In de eerste plaats streven we naar een verantwoorde bierconsumptie. En er is niets mis met een goed pintje, maar het Belgische bier staat voor het betere bier, met een groot aanbod. We zijn daarin uniek in de wereld, ook al blijft 70 procent van de Belgische bierconsumptie pils. We koppelen het Belgische bier aan een beleving met tapas, kaas en chocolade. Ons bier staat echt aan de top van de piramide, zoals Franse wijn of Schotse whisky. Een internationale positionering als luxeproduct is goed.”

W.R.

“Het Belgische bier staat echt aan de top van de piramide, zoals Franse wijn of Schotse whisky”