Suzuki DL 1000 V-Strom
Suzuki heeft met zijn DL 1000 V-Strom een potente ‘trail-bike’ neergezet. Het uiterlijk heeft wat weg van een terreinmotor, maar de gebaande weg is de echte biotoop van deze motorfiets.
In de motormarkt is de jongste vijf jaar een nieuw segment ontstaan: toermotoren in een off-the-road-jasje. Het zijn zware motoren met een cilinderinhoud van ongeveer 1000 cc, liefst een twin in L- of V-opstelling.
Tweecilindermotoren leveren, in tegenstelling tot viercilinders, niet noodzakelijk een hoog topvermogen, maar wel veel koppel. Bij lage toerentallen is er dus al een groot gedeelte van het vermogen beschikbaar. Zodra je het gas opentrekt, voel je bij wijze van spreken een fikse duw in de rug. Dit motortype is ideaal voor woestijnraces en toermotoren. Door het brede krachtenspectrum hoef je op bochtige buitenweggetjes immers niet constant te schakelen.
De motoren zijn vooral in populariteit gestegen dankzij de woestijnrace Paris-Dakar en aanverwante evenementen. BMW was met zijn GS in de jaren tachtig een van de eerste merken in die markt. Yamaha volgde vroeg in de jaren negentig met de TDM, een ondergewaardeerde motorfiets. Maar het segment kwam pas echt los toen Honda er zich mee ging moeien: dat merk had met de VT 1000-twin een sportieve wegmotor. Het blok ervan kon ook worden gebruikt voor een toer-terreinmotor en zie, de Varadero was geboren.
Ook het Italiaanse merk Cagiva deed mee en monteerde het blok van Suzuki’s TL 1000 in een terreinframe. De TL 1000 was een wegmotor met L-twin, maar de wegligging liet te wensen over: vooral bij het uitkomen van bochten kon het stuur wel eens uit de hand slaan. Een commercieel succes is de TL 1000 dan ook nooit geworden. De motor verdween uit het gamma. Maar wat Honda en Cagiva konden, kon Suzuki ook: de twin vormde de basis voor de DL 1000 V-Strom, een Varadero-lookalike.
Het aantrekkelijke aan de V-Strom is de ontspannen zit: je zit rechtop achter het scherm en krijgt door het brede en ietwat hoge stuur en de forse tank-schermcombinatie een king-of-the-road-gevoel. In het verkeer heb je een goed overzicht en tussen files doorrijden gaat zonder probleem. Het blok is potent en accelereert vlot. Op de snelweg wijst de kilometerteller bij 4500 toeren in overdrive 140 aan. Het rode gebied op de toerenteller begint pas bij 9500 toeren. Op bochtige wegen is het lekker toeren in derde en vierde versnelling. De wetgever maakt het evenwel onmogelijk om het volledige potentieel van deze motorfiets te benutten.
De V-Strom is overigens wel hoog, zelfs voor langbenige personen. Je moet bovendien kracht zetten om de machine van de zijstandaard te krijgen. Een ander minpuntje is de plaatsing van de handbeschermkappen op het stuur. Bij het remmen grijp je makkelijk eerst de kap en pas dan de hendel. De oplossing is voortdurend je vingers op de rem laten rusten. Voor het moment dat je écht moet remmen.
Ad van Poppel
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier