Surfen op het ijs

Eind oktober beginnen twee landgenoten de Waal Alain Hubert en de Vlaming Dixie Dansercoer aan een onmenselijke tocht. Honderd jaar na de overwintering van Adrien de Gerlache willen zij een nieuw poolrecord vestigen : Antarctica integraal oversteken over een afstand van 3800 km, zonder trekhonden, zonder herbevoorrading. Als ze in hun opzet slagen, leggen ze 1000 kilometer meer af dan de Noor Ousland vorig jaar. Ž Het geheim van de twee Belgen heet : parafoil.Ž

TEKST : HENK VAN NIEUWENHOVE

Toen Alain Hubert in 1994 samen met Didier Goetghebuer terugkeerde van een succesvolle expeditie naar de noordpool meer dan 1100 km autonoom, te voet en per ski, met één onvoorziene herbevoorrading kondigde hij in een televisie-interview zijn volgende tocht naar de zuidpool aan. De volgende dag kreeg hij telefoon van het computerbedrijf Compaq, dat onmiddellijk bereid was om de hele expeditie te sponsoren. Compaq legt zo’n 25 miljoen in de schaal om dit grote menselijke avontuur te ondersteunen. Wat betekent dat Alain Hubert zich van de eerste dag af geen zorgen hoefde te maken over de financiële kant van de zaak : voorwaar een unieke en comfortabele positie voor een ontdekkingsreiziger. De Gerlache zelf had het in zijn tijd moeilijker om zijn fondsen bij elkaar te harken. Zelfs toen metgezel Didier Goetghebuer afhaakte omdat hij in het professionele leven net promotie had gekregen, was dat geen probleem voor Hubert. Dixie Dansercoer werd onmiddellijk bereid gevonden om mee in de boot te gaan. Samen hadden ze reeds Groenland doorkruist. België is blijkbaar een land van extreme avonturiers. “Inderdaad, want de kandidaten voor zo’n tocht kan je in de hele wereld op de vingers van twee handen tellen”, zegt Alain Hubert.

Tot hiertoe zijn slechts vijf expedities erin geslaagd het zuidpoolijs over te steken. De eerste was de Nieuw-Zeelander Fuchs met zijn team, die in 1957-’58 met rupsvoertuigen overstak van de Weddel Zee tot de Ross Zee. Nadien volgde de Brit Ranulph Fiennes met twee kompanen (1980-’81). Jean-Louis Etienne, Steger en hun Internationale Transantarctica Expeditie (1989-90) realiseerden met honden, sleden en herbevoorrading, de langste oversteek : van het Antarctisch schiereiland tot Wilkes Land : 6400 kilometer in 213 dagen. De Zuid-Tiroler Messner en de Duitser Fuchs waren de eersten om de honden thuis te laten en legden 2400 km af, te voet en per ski, met herbevoorrading (1989-’90). En toen kwam Ousland, die te voet en per ski 2845 km aflegde, op zijn eentje, zonder herbevoorrading.

3800 kilometer.

Het lijkt waanzin. “Een paar jaar geleden, toen Alain Hubert zijn plannen ontvouwde, was de kans op slagen zeer klein”, bekent Dixie Dansercoer. “Maar intussen heeft men zoveel vorderingen gemaakt op gebied van de parafoil, dat ik er nu rotsvast van overtuigd ben dat we het zullen maken. We nemen drie soorten zeilen mee voor verschillende windsnelheden. Een groot deel van de afstand zullen we als het ware surfen op het ijs, zullen we gedragen worden door de wind en dat is mooi meegenomen als je ieder 180 kilogram materiaal en proviand moet trekken.”

De parafoil, die speciaal voor deze expeditie werd vervaardigd, weegt amper 400 gram. Het af te leggen parcours werd uitgestippeld in functie van de winden en het duo hoopt tussen 2000 en 2500 kilometer met parafoil te kunnen afleggen. Maar dan blijven er nog 1300 tot 1800 kilometer over…

Eind oktober

zal de expeditie van start gaan. Vanuit Kaapstad vliegt het team naar Queen Maud Land, naar de plek waar de Belgische Koning Boudewijnbasis onder het ijs verdwenen is. Daar begint de barre tocht. Op het parcours liggen bergen van 3000 meter : de grote onbekende. De Belgische geleerden die in de streek hebben gewerkt, hebben het gebergte wel verkend maar zijn nooit tot de top geraakt. Satellietfoto’s hebben slechts vage aanduidingen kunnen geven. Rond nieuwjaar hopen de beide heren de geografische zuidpool te bereiken, de enige plaats waar ze levende zielen zullen ontmoeten. Voor champagne is het dan nog te vroeg, want dat zou neerkomen op een bevoorrading. Het leven van een ontdekkingsreiziger kan hard zijn. In februari moet de klus voltooid zijn.

De temperaturen kunnen in deze zomermaanden ‘oplopen’ van -50 tot -10 graden. In volle zomer is het bijna 24 uur klaarlichte dag. Het tweetal zal meestal ‘s nachts vorderen en overdag slapen, omdat het dan iets ‘warmer’ is. Om zich te kunnen oriënteren, zullen ze een beroep doen op het GPS-systeem, wat staat voor Global Position System, een positiebepaling per satelliet. Hun positie zal per satelliet worden doorgeseind zodat de thuisbasis in Brussel de expeditie kan volgen. Met hun fraagbare Compaq PC zullen ze via e-mail met de buitenwereld kunnen communiceren.

Het feit dat ze met twee reizen, heeft voor- en nadelen. “Het grote gevaar is dat we elkaar uit het oog verliezen in de dikke mist”, zegt Alain Hubert. “Het grote voordeel is dat we niet alleen zijn… Als één van ons in een kloof valt, kan de andere hem eruit helpen. Je kan met elkaar praten en de problemen samen aanpakken. Maar je moet ook overeenkomen, en dat is niet altijd evident wanneer je beproefd wordt door ontberingen.”

Yoga en zen kunnen hierbij helpen. “Je moet perfect met jezelf in het reine zijn”, zegt Dixie Dansercoer. “Fysieke beweging is een middel om tot psychische rust te komen. Psychologie, religie, het potentieel van de geest : het maakt allemaal deel uit van dit experiment. Je gestel wordt aangevallen door een aantal factoren : vermoeidheid, pijn, koude, monotonie, het gebrek aan kleuren, de natuurelementen, het samenzijn met Alain, want ook dat maakt deel uit van de beproeving. Je geest moet dat kunnen bedwingen en aanvaarden. Er zijn trucjes voor. Zo neem ik een boekje mee met korte teksten van vrienden en kennissen. Wanneer het wat moeilijker gaat, lees ik een bladzijde en dan kan ik daar uren over mind surfen. Als je niet meer denkt, voel je de pijn en de bijtende koude niet.”

Het gewicht

controleren was een van de hoofdbekommernissen van de expeditieleden. Elke uitgespaarde kilogram kan van levensbelang zijn. Dus wordt ook een minimum aan proviand meegenomen. In de komende weken zullen de expeditieleden flink moeten eten om 10 kilogram vet aan te kweken. Dat vet beschermt tegen de koude, vormt een reserve aan energie en zal in de loop van de tocht langzaam verbrand worden. De voeding bestaat voor een groot deel uit zuivere olijfolie, omdat die heel veel calorieën voor weinig gewicht geeft. “We zullen zo’n 6200 kilocaloriën per dag opnemen”, rekent Alain Hubert uit. “Maar we zullen 8 à 10.000 kcal verbranden. Dat betekent dus tussen 10 en 20 kilogram vermageren.” Met een speklaagje vertrekken, is dus geen overbodige luxe.

Bovendien moeten Alain en Dixie zes kilogram wetenschappelijk materiaal meesleuren. Bij het doorkruisen van de Oosteljke Antarctische hoogvlakte zal de expeditie dagelijks meteorologische metingen verrichten en monsters verzamelen van de sneeuwlagen, in opdracht van het Glaciologisch en Geofysisch Laboratorium in Grenoble. Want : de expeditie is geen acte gratuit. “Antarctica is het archief van ons verleden en de basis van onze toekomst”, zegt Alain Hubert. “De verdere ontdekking en het onderzoek van dit continent, zijn van het grootste belang voor ons voortbestaan. Hier liggen de sleutels voor onze toekomst verborgen.”

Een expeditie

op Antarctica is niet denkbaar zonder de logistieke bijdrage van de 36-jarige Ann Kershaw. Zij brengt de expeditieleden met een Hercules C-130 vanuit Zuid-Afrika naar Queen Maud Land. Zij zal de expeditie ook op de voet volgen en staat klaar om hulp te bieden, mocht dat nodig zijn. Ann Kershaw heeft een bureau in Londen onder de naam Adventure Network, maar opereert meestal vanuit Kaapstad en Punta Arenas in Chili. “Daar kan ik alle problemen oplossen, op Antarctica ben ik kwetsbaar”, zegt ze. Haar man, Giles Kershaw, was piloot en bracht vele avonturiers en cameraploegen naar Antarctica. Op 5 maart 1990 kwam hij om het leven op Jones Ice Shelf, nadat hij net een filmcrew van National Geographic had afgezet. Giles Kershaw rust aan de voet van de berg die naar hem genoemd is : Mount Kershaw. Zijn vrouw Ann kwam vanuit Hongkong overgevlogen. “In Chili hebben we een priester opgepikt en we zijn met hem naar de plaats van het ongeval gevlogen. Giles ligt begraven aan de voet van de berg, onder een eenvoudig houten kruis. Het was zo onbeschrijflijk mooi, zo zuiver, zo puur. Op dat ogenblik begreep ik zijn grote liefde voor Antarctica. En ik besliste zijn werk voort te zetten.”

Adventure Network heeft zich ontpopt als de specialist voor Antarctica. De company beschikt over drie Herculessen, twee Twinotters en één Cessna en brengt jaarlijks enkele honderden avontuurlijke reizigers en wetenschappers naar diverse plaatsen op het Antarctisch continent of naar de geografische zuidpool. “Antarctica is een van de enige plaatsen waar avontuur nog bestaat. Het is onze hoofdbekommernis om de mensen een zo groot mogelijke veiligheid te garanderen. Elk jaar krijg ik aanvragen van een 40-tal expedities, waarvan slechts 10 % daadwerkelijk aan de tocht beginnen. Soms haken we zelf af wanneer we niet in de onderneming geloven. Ik heb een grote bewondering voor mensen als Laurence de la Ferrière of Alain Hubert. Het is helemaal niet crazy wat hij doet. Qua voeding, uitrusting, training heeft hij alles minutieus tot in de puntjes voorbereid. Hij heeft heel wat ervaring opgedaan aan de Noordpool en in Groenland. En hij heeft een droom én ambitie ! Sommigen lezen een boek, anderen gaan te voet naar de zuidpool…”

Mooi meegenomen

is ook dat Dixie Dansercoer Belgisch kampoen windsurfen is geweest (1986). Hij is tevens een gevierd ironman-triatleet en heeft het wereldrecord mountainbike hoogteverschilfietsen op zijn naam : 7346 meter. Te voet en per fiets heeft hij zowat de hele wereld afgereisd. Hij bereikte bijna de top van de Himalaya en doorkruiste Groenland te voet en per ski. Geen groentje dus, deze 35-jarige steward van Sabena.

Dat kan evenmin gezegd worden van Alain Hubert (43). De man heeft tal van Everest- en poolexpedities met succes volbracht en was in 1994 eerste Belg samen met Didier Goetghebuer om te voet en per ski de geografische noordpool te bereiken. Hubert is burgerlijk ingenieur en ebenist en heeft de leiding over een meubelatelier in de Ardennen, waar vijftien man werken.

Allebei slagen ze erin hun professonele werkzaamheden te combineren met hun extravagante avonturen. Dixie Dansercoer doet de lange-afstandsvluchten en ziet dus ook professioneel een stuk van de wereld. “Ik vermijd zoveel mogelijk de luxehotels en neem altijd mijn rugzak, mijn tent en mijn fiets mee”, zegt hij. “Maar ik maak mezelf niets wijs : in die landen blijf ik een toerist. Dat is niet het geval op Antarctica.” Hij neemt zes maanden verlof zonder wedde. Het loon van de twee expeditieleden zit in het glolale pakket sponsoring vervat. Het meubelatelier van Alain Hubert wordt op originele wijze geleid. “In ons bedrijf werkt iedereen voor hetzelfde salaris en iedereen is mede-eigenaar. De kwaliteit van het werk steunt op de kwaliteit van de relaties. Dat stelt mij in staat deze expedities te doen. Wij werken niet als gekken. Het werk mag geen hinderpaal zijn om onze dromen te verwezenlijken.”

“Ik wil de limiet van mijn dromen verkennen en tot het uiterste gaan”, zegt Hubert nog. “Het moeilijkste daarbij is om nadien terug in het gewone leven te stappen. Het echte leven is hier, bij mijn familie en mijn kinderen, en dat moet ik aanvaarden als ik terugkom.”

Allebei hebben ze drie kinderen. “Je moet iets van jezelf achterlaten”, zegt Dixie Dansercoer. Zijn kinderen zijn tussen anderhalf en zes jaar. “Ik probeer hen in de eerste plaats een kindvriendelijke uitleg te geven, zodat ze min of meer weten waar ik aan begin. Op voorhand schrijf ik een reeks brieven en kaartjes, die iemand geregeld in de brievenbus zal stoppen, zodat er contact blijft. Op een voice recorder heb ik sprookjes en verhaaltjes ingesproken. Ik heb wat spelletjes bedacht en een toneelstukje op video opgenomen.” Dansercoer is gescheiden. Tijdens zijn afwezigheid blijven de kinderen bij zijn ex. Maar toch zullen ze geregeld een weekeind in zijn huis doorbrengen, met familie of kennissen, zodat ze gedurende de lange afwezigheid het thuisgevoel niet kwijtraken. “Ik heb ook een langere brief achtergelaten met een subtielere uitleg, die ze later moeten lezen als ze er rijp voor zijn.” Voor het geval vader niet zou terugkeren ? “Neen, dat is niet de reden… Eigenlijk wel. Maar het is niet de hoofdreden. Ik wil hen vooral uitleggen waarom ik het doe. Het is best mogelijk dat zij dat later zullen verwerpen. Ook daar ben ik klaar voor.”

Alain Hubert, Waal, burgerlijk ingenieur en ebenist, 43 jaar.

Gejaagd door de wind. Een revolutionaire parafoil moet de expeditie in staat stellen de 3800 kilometer te overbruggen.

De monotonie, het gebrek aan kleuren maken deel uit van de beproeving.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content