Supertruck verdient eerlijke kans
Ze wegen 60 ton, in plaats van 44. En ze zijn niet 18,75, maar 25,25 meter lang. Toch zijn de LZV’s – lange en zware vrachtwagencombinaties, ook wel bekend als ecocombi’s of supertrucks – niet het wondermiddel om de files op te lossen. Maar een eerlijke kans verdienen ze wel. En een meer coherente wetgeving.
De beslissing van federaal minister van Mobiliteit Yves Leterme (CD&V) om een test te starten met supertrucks, kreeg de wind van voren van zijn voorganger Renaat Landuyt (sp.a) en van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Kathleen Van Brempt (sp.a). De socialistische excellenties zwaaien met de verkeersveiligheid, onder andere omdat de letsels bij botsingen tussen vrachtwagens en andere weggebruikers vaak zeer ernstig zijn.
Hoewel je zou kunnen argumenteren dat het daarom alleen al beter is dat er minder vrachtwagens rondrijden, zijn er tot nader order weinig voorstanders van een veralgemeend gebruik van de supertrucks. De mobiliteit in Europa valt nu eenmaal niet te vergelijken met die in Australië en de VS, waaruit het concept is komen overwaaien. Voor specifieke trajecten kan het wel zinvol zijn. Denk bijvoorbeeld aan de enkele tientallen met pakketten volgestouwde vrachtwagens die ‘s nachts heen en weer pendelen tussen de luchthavens van Brussel en Amsterdam. Of tussen haventerminals, waar ze kunnen worden ingezet om containers te herpositioneren.
Daarom is het logisch de LZV’s een eerlijke kans te gunnen, in de vorm van enkele goedgekozen testroutes, die wetenschappers toelaten de resultaten te extrapoleren naar de mogelijke maatschappelijke of logistieke hinder. En geef de testen een duidelijke finaliteit: is het resultaat positief, dan gaan we door. Indien niet, dan begraven we het concept voor eens en altijd.
Het Vlaams Insituut voor de Logistiek (VIL) toonde zich al voorstander van tests, maar onder welbepaalde voorwaarden. Want het risico bestaat op een verschuiving van de meer milieuvriendelijke modi als spoor en binnenvaart naar het wegvervoer. Maar er is een logica, zegt het VIL. Om het multimodale netwerk van Vlaanderen zo goed mogelijk te benutten, streeft het beleid naar het bundelen van goederenstromen. Dat leidt tot meer kansen voor binnenvaart en spoor. Maar ook tot een efficiëntere organisatie van het wegvervoer, door vollere, of langere vrachtwagens.
Adder onder het gras daarbij is de regelgeving. Terwijl de jongste jaren vooral de regio’s een visie rond mobiliteit en logistiek ontwikkelden, bleef het langs federale zijde op dat vlak behoorlijk stil. Reden overigens waarom er in Duitsland en Nederland al wel volop geëxperimenteerd wordt met de supertrucks en in ons land niet. Want het is nog steeds de Belgische overheid die de toelating moet geven om een dergelijke test te doen. Het zou de logica zelf zijn om de resterende bevoegdheden op het gewestelijke niveau samen te brengen. Nu dreigt nog altijd een positieve Vlaamse test op een federaal njet te stuiten, of een positieve federale evaluatie zonder gevolg op het terrein. (T)
Door Luc Huysmans
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier