Superieur beleggingsadvies: koop de eentjes, verkoop de tweetjes
Vorige week hield Value Line, een Amerikaanse onafhankelijke producent van beleggingsinformatie, voor het eerst in zijn bestaan een presentatie voor Europese beleggers. Mogen we hopen dat het bedrijf weldra de lacune aan kwaliteitsvol beleggingsadvies in Europa opvult?
De auteur is hoogleraar economie aan de Universiteit Antwerpen en voorzitter van de Vlaamse Federatie van de Beleggingsclubs en de Beleggers (VFB).
Waarom verdient Value Line de aandacht van elke belegger die de Amerikaanse aandelenmarkt wil opvolgen? Superbelegger Warren Buffett: “Ik ken geen enkele informatieleverancier die even goed is. Nergens, ook niet op het internet, zul je zo snel accurate bedrijfsinformatie krijgen.” Peter Lynch, die andere topbelegger, formuleert het als volgt: “Als je geen eigen aandelenanalist in dienst kunt nemen, doe je maar beter een beroep op Value Line.” En wijlen Fisher Black van de fameuze Black-Scholes-formule voor de waardebepaling van opties, liet zich ooit ontvallen dat de meeste financiële bedrijven er flink op zouden vooruitgaan als ze al hun analisten zou ontslaan, behalve één – eentje dat zich dan zou baseren op de Value Line-service.
Ook het tijdschrift Forbes maakt op periodieke basis vergelijkingen tussen beleggingsadviezen. Volgens het blad geven alleen de adviezen van Value Line echt een surplus. Terloops, over Value Line als beursgenoteerd bedrijf (Nasdaq: VALU) is Forbes minder te spreken…
Wat biedt Value Line? De gedrukte versie van hun Survey, die ik zelf het best ken, volgt ongeveer 1800 bedrijven. Ze horen thuis in een van de 99 industriële sectoren die ook apart worden opgevolgd. Elke week krijgt u een boekje met gemiddeld 138 bedrijfsanalyses toegestuurd. Die bevatten ook nog eens samenvattende overzichten en een aantal extra voorbeeldportefeuilles. Dat betekent dat u na dertien weken of een kwartaal rond bent, maar toch van week tot week het overzicht behoudt. Voornamelijk Amerikaanse bedrijven worden gevolgd, maar Value Line besteedt ook aandacht aan de grote Europese multinationals die in de VS staan genoteerd (genre Nokia, Unilever, BP).
De basisfiche voor elk bedrijf bevat vooruitzichten van de winst in het lopende en volgende boekjaar en eveneens overzichten van de prestaties van elk bedrijf in het verleden. Value Line maakt ook een klassement waarmee alle gevolgde bedrijven een beoordeling van 1 (beste score) tot 5 (slechtste score) krijgen op drie gebieden: (i) koopwaardigheid voor de volgende zes tot twaalf maanden, (ii) veiligheid en (iii) technisch. In de Survey van 10 oktober 2003 haalde bijvoorbeeld alleen GlaxoSmithKline een 1 op de twee eerste criteria.
Er bestaat ook een software- en internetversie van de dienst. Daar kunt u informatie vinden over ongeveer 8000 kleinere Amerikaanse bedrijven, maar dan veel minder gedetailleerd en zonder de drie klassementen. Met de softwareversie kunt u de gegevens van de bedrijven in de database op allerlei manieren met zelf ontworpen filters te lijf gaan, waardoor u precieuze inzichten opsteekt.
Value Line is een van de weinige onafhankelijke analistenbedrijven in de VS waarvan de gegevens en adviezen toegankelijk zijn voor het brede beleggerspubliek. Het verschil tussen Value Line en Standard & Poor’s, dat een soortgelijke dienst aanbiedt, is dat Value Line voor zijn analyses helemaal niet wordt betaald, in tegenstelling tot S&P.
Value Line werd opgericht door Arnold Bernhard. Die begon met zijn zaak op dertigjarige leeftijd, nadat het familiefortuin zeer gehavend uit de crash van 1929 was gekomen. De statisticus Eisenstadt ging in 1946 bij Value Line aan de slag en introduceerde het gebruik van systematische wetenschappelijke statistische methoden. In 1965 werd het klassement inzake ‘koopwaardigheid’ ingevoerd, vooral gebaseerd op de analyse van de evolutie van de bedrijfswinst versus de koersontwikkeling.
Value Line had in 1998 zo’n 120.000 abonnees; na de recente grote inzinking blijven er daarvan nog 80.000 over. De doorbraak bij het grote publiek werd vooral in de hand gewerkt doordat het advies bijzonder koopwaardig (rang 1) – dat elke week aan honderd bedrijven van de 1800 wordt toegekend – tot returns over lange perioden van jaarlijks gemiddeld 16,9 % (geometrisch) leidde.
Een service die dergelijke beleggingsinformatie op een soortgelijke serieuze basis verschaft, is mij in Europa vooralsnog onbekend. Dat Value Line niet al lang een Europees aanbod heeft, werd vroeger toegeschreven aan het gebrek aan eenvormigheid inzake boekhoudkundige normen in Europa. Maar die reden wordt almaar minder geldig. Toch viel er tijdens de presentatie vorige week niet veel enthousiasme te bespeuren om in de Europese markt ondernemend op te treden. Of hoe de insulair denkende Amerikanen enorme kansen mislopen…
Besluit. Als u een jaarlijkse beleggingsreturn van 16,9 % wilt nastreven met Amerikaanse aandelen, consulteert u als abonnee gewoon elke vrijdagmiddag (New Yorkse tijd) de website van Value Line. Vervolgens koopt u elke week de nieuwe koopwaardige eentjes en verkoopt u de tweetjes.
U kunt ook inschrijven bij het ( closed end) VLF-fonds, uitgegeven door Value Line-fondsen, dat diezelfde operatie voor u doet. Enige nadeel: u valt in dat geval wel onder het Amerikaanse belastingstelsel!
Emiel Van Broekhoven
Als u een jaarlijkse beleggingsreturn van 16,9 % nastreeft met Amerikaanse aandelen, consulteert u gewoon elke vrijdagmiddag de website van Value Line.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier