Superflik voor de mensenrechten
Ironisch. Zo zou je de voordracht van Serge Brammertz voor de post van adjunct-procureur van het Internationaal Strafhof in Den Haag kunnen omschrijven. De voorbije maanden was Brammertz net vooral bezig met het afschermen van internationale gezagdragers die werden beschuldigd van allerlei inbreuken tijdens (onder meer) de oorlog in Irak. In de genocidewet, versie 2, had hij als federaal procureur een doorslaggevende stem om een einde te maken aan de onderzoeken in België naar VS-generaal Tommy Franks en andere Amerikanen.
Als de leden van de Verenigde Naties die het statuut van het Internationaal Strafhof goedkeurden Brammertz selecteren, kan de 41-jarige jurist zich met zijn welbekende schwung op internationale strafonderzoeken storten. Hij is een potentiële superflik voor de mensenrechten. De andere twee kandidaten die procureur Luis Moreno Ocampo van het Strafhof voorstelde, zijn de Gambiaan Hassan Jallow en de Oekraïner Vladimir Tocholsky. De procureur zelf formuleerde geen voorkeur voor één van de drie. “Elk is perfect,” zegt hij. Op 8 september velt de VN een oordeel.
Serge Brammertz, een eenvoudig en strijdlustig man, kan alvast een mooi palmares voorleggen. Hij spreekt vlot vier talen (Frans, Nederlands, Duits, Engels) en redt zich in het Spaans. Meertaligheid is trouwens een kenmerk dat Eupenaar Brammertz met andere Duitstalige landgenoten in de Oostkantons deelt.
Deze timmermanszoon werd altijd al aangetrokken door het internationale gebeuren. Zo diepte hij de grensoverschrijdende samenwerking tussen de gerechtelijke diensten uit tijdens zijn doctoraalverhandeling aan de Universiteit van Freiburg (zijn licentie Rechten werkte hij af in Luik). Ook als nationaal magistraat en substituut van de procureur des Konings van Eupen was hij met het onderwerp begaan. “Samenwerken met buitenlandse collega’s is zeer verrijkend,” stelt hij. “Ik heb expertmissies vervuld voor de Raad van Europa, meer bepaald in Albanië en Bulgarije, en dat was fascinerend.” Als federaal procureur coördineert hij Belgische en buitenlandse onderzoeken op het vlak van de georganiseerde criminaliteit, terrorisme en (zoals vermeld) inbreuken op de internationale mensenrechten. Brammertz was ook een van de motoren bij de totstandkoming van Eurojust, het netwerk van Europese parketmagistraten.
Internationale samenwerking vormt echter niet zijn enige interesse. Als twintiger, toen hij nog advocaat was, gaf hij ook dansles en nam hij deel aan acrobatische rock-‘n- rollwedstrijden. Ook vandaag nog beoefent hij diverse sporten, zoals fitness, fietsen, zwemmen en joggen.
“Twee tot drie uur sport per week zijn een ventiel om de stress uit het lichaam te krijgen,” stelt de vrijgezel. “Ik ben ook gek op de goede kanten van het leven: uitgaan met vrienden, feesten, uit eten gaan.” Op culinair vlak heeft hij een zwak voor Aziatische restaurants, omdat de Belgisch-Franse keuken altijd samengaat met zakelijke etentjes. Liefst verwent hij vrienden met allerlei lekkere hapjes.
Serge Brammertz heeft evenwel weinig tijd om zich met die gezellige dingen bezig te houden. Naast zijn functie van federaal procureur geeft hij ook nog college over internationale politie- en judiciële samenwerking aan de ULG (Universiteit van Luik) en is hij lid van de internationale vereniging van magistraten. Omdat hij helemaal in zijn activiteiten opgaat, heeft hij er verschillende moeten opgeven, waaronder het beheer van een karateclub die hij twintig jaar geleden met een aantal vrienden oprichtte.
Formule 1-fan Brammertz – bewonderend beschreef een vrouwelijke collega hem ooit als “groot, met blauwe ogen en donker krullend haar” – is de charme zelf. Toch durft hij soms hard uithalen. Zo laakte hij een half jaar na zijn benoeming in een parlementaire onderzoekscommissie het ontbreken van een ondersteunende (“pro-actieve”) cel rond georganiseerde misdaad, zoals de gewezen rijkswacht die wel had. “Vandaag wordt 18 % van onze onderzoeken opgestart op basis van informatie die losstaat van concrete misdrijven – pro-actief dus,” zegt hij. “Dat is te weinig. Maar de Federale Politie beseft dat gelukkig ook.”
In een vroeger gesprek met de redactie liet Brammertz al doorschemeren dat de nieuwe werksituatie als federaal procureur verre van ideaal was. “Ik heb niet de pretentie alle problemen, die Justitie al jaren kent, te willen oplossen,” aldus Brammertz. “Wij zijn niet de deus ex machina voor de overlast van de parketten.” Vandaag kijkt hij met een zekere tevredenheid terug op de uitbouw van zijn organisatie. “Er lopen honderd onderzoeken en vijftig mensen zitten in voorhechtenis,” klinkt het. “Niet slecht voor een nieuw onderzoeksinstituut. Het afgelopen jaar zijn de fundamenten gelegd. Of we meer middelen nodig hebben? Iedereen wil altijd meer middelen. Het antwoord op die vraag zal je terugvinden in ons eerste jaarverslag.”
Brammertz balanceert als magistraat – en zal dat waarschijnlijk ook doen in de functie waarvoor hij kandidaat is – voortdurend tussen zijn idealisme en de harde kant van zijn job. “Je moet realistisch zijn in dit vak, we krijgen met de donkerste kanten van de mens, met de pijn van de slachtoffers en soms ook met mislukking te maken. Als je geen idealist bent, kan je hier niet werken, dan word je een fatalist.”
Dezelfde maatschappelijke bevlogenheid was voor de Oostkantonner de drijfveer om zich ooit in de lokale christen-democratische politiek te storten. Maar de advocaat stapte snel over naar het gerecht. Daar heeft hij nooit spijt van gehad. “Ik was meer in het echte politiewerk geïnteresseerd, minder in het verdedigen van daders of slachtoffers,” getuigt hij. “Ik had meer kunnen verdienen in een andere functie. Maar je doet deze job niet om rijk te worden.”Géraldine Vessière
Hans Brockmans
Als twintiger, toen hij nog advocaat was, nam Serge Brammertz deel aan acrobatische rock-‘n- rollwedstrijden en richtte een karateclub op.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier