SUPER CLUB IN DALLAS
Bizarre klacht.
Er begint stilaan meer bekend te raken over de processen rond Super Club die Maurits De Prins en zijn gelijkgestemden willen voeren in Dallas. Naast de klacht van De Prins tegen Philips is er ook een klacht neergelegd tegen het revisorenbureau KPMG, verantwoordelijk voor de verificatie van de jaarrekeningen van Super Club. Die neerlegging gebeurde op 13 december door veertien kleine ex-aandeelhouders. Drijvende kracht hierachter is Gordon Kachuk, een in Schoten actief zijnde Nederlandse vastgoedmakelaar. “Hij belde mij op zeker ogenblik, zeggende dat De Prins een zaak ging beginnen tegen Philips om de kleine aandeelhouder te vergoeden. Wij moesten dan ook op die kar springen om zodoende ons geld terug te krijgen dat we verloren met Super Club,” zegt Michel Vandergeeten, die de actie mee ondersteunt. Niet te verwonderen dus dat deze groep dezelfde Texaanse advocaten gebruikt als De Prins.
De klacht wekt verbazing. KPMG wordt verweten dat het meewerkte aan het afboeken door Philips van een groot deel van het actief van Super Club. Dit wordt bestempeld als frauduleus en is de reden waarom een schadevergoeding van KPMG wordt gevraagd. Uiteraard wordt Super Club onder De Prins een “well-managed, vibrant and expanding company” genoemd.
Niet verrassend is dat men Philips beticht van crimineel handelen (door begin ’90 een plan tot overname van Super Club te smeden). Opmerkelijk is de insinuatie in de klacht dat als onderdeel van dit “misdadig plan” gelogen verhalen over Super Club en De Prins in de pers werden verspreid en dat de Commissie voor het Bank- en Financiewezen (CBF) mee in dit complot van Philips zat. Het optreden van de Commissie i.v.m. de handel in aandelen Super Club wordt hier geviseerd.
Gevraagd naar bewijzen voor dergelijke stellingen blijft Gordon Kachuk het antwoord schuldig. “Die zijn nu nog niet voorhanden,” verklaart Kachuk, die voorts verwijst naar het proces van De Prins dat naar zijn zeggen “massa’s bewijzen zou bevatten”. Wat die bewijzen zijn, wil of kan hij niet vertellen.
Wie het fanclubje rond De Prins goed kent, zal er niet verstomd van staan dat dat clubje zelfs de verdachtmaking durft lanceren dat journalisten van De Morgen, Le Soir en De Gazet Van Antwerpen die toen in deze zaak het actiefst waren voor Philips werkten. Maar wat de heren durven insinueren over de CBF is ronduit ongelooflijk grof. “Er is in België geen advocaat te vinden die iets dergelijks op papier zou durven zetten,” zegt een drietal door ons geraadpleegde juristen die betrokken zijn bij dit dossier.
Is dit extreme standpunt (en de vrees om weggelachen te worden) de reden waarom De Prins en zijn vrienden niet naar het Belgisch gerecht trekken maar wel naar Dallas, en daar expliciet een jury vragen en geen beroepsrechter ?
Misschien beseffen ze het niet, maar het risico dat dit Texaanse avontuur voor hen wel eens faliekant en duur kan aflopen is zeer reëel.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier