SUPER CLUB. Gerechtelijke vooruitgang

Met de start van het nieuw gerechtelijk jaar begint er ook schot te komen in de bijna onoverzichtelijke serie gerechtelijke onderzoeken met betrekking tot het melkwegstelsel van bedrijven dat omheen videogroep Super Club werd gebouwd. In tegenstelling tot eerdere berichten in de pers wacht men in het onderzoek rond KS en Super Club in Hasselt nog steeds op de dossiers van het Luxemburgse gerecht. Het betreft hier gegevens over de door Kredietbank Luxemburg beheerde postbus Europe Finance et Participations (EFP), waarachter men de bemiddelaars in de deal van Maurits De Prins, ex-topman van Super Club, met KS vermoedt. Er bestaat nog steeds een kans dat EFP in kassatie gaat tegen de beslissing van de plaatselijke Kamer van Inbeschuldigingstelling om die gegevens te laten doorspelen aan het Belgische gerecht.

Ook in het gerechtelijk onderzoek betreffende de prospektus van Super Club Holding & Finance SA is er nu een doorbraak. Het langverwachte expertiseverslag van UG-professor Roland Paemeleire is afgewerkt en overgedragen aan de Antwerpse onderzoeksrechter Isa Van Hoeylandt. Naar verluidt is dit onderzoek, op enkele details na, afgerond en zou het nog dit najaar voor de raadkamer komen. Vragen zijn hier in hoeverre die prospektus korrekt was met betrekking tot de weergave van de werkelijke positie van Philips als aandeelhouder, hoe echt de vermelde winst was voor het boekjaar eindigend op 31 januari 1990 en hoe reëel de winstvoorspellingen voor 1991 waren ?

In dit verband kunnen ook het revisorenbureau KPMG en zijn medewerker Karel Van Oostveldt, gewezen voorzitter van het Instituut der Bedrijfsrevisoren én toenmalig revisor van Super Club, ter sprake komen.

Verder blijkt er tegen Maurits De Prins en vermoedelijk eveneens tegen een aantal andere figuren uit het dossier ook nog een onderzoek te lopen op verdenking van fiskale fraude. Hier is het voor De Prins wachten op een definitief oordeel vanwege de diensten van het ministerie van Financiën en het rapport van de Biezondere Belastinginspektie.

In totaal lopen er in het Super Club-stelsel minstens 16 verschillende gerechtelijke onderzoeken. Een gigantisch kluwen een van de gerechtelijke dossiers bevat reeds bijna 18.000 stukken. Tot op heden werden 365 verschillende bedrijven geïdentificieerd (waarvan een aantal vermoedelijk geheel nep zijn).

In Mechelen zijn er vijf gerechtelijke enquêtes in het web rond het failliete Lavithas NV. Hier zwoegt men nu met vier inspekteurs op topsnelheid in de hoop het werk dit jaar af te ronden. Een ander belangrijk onderzoek is dat naar Lowlands Holding SA, de Luxemburgse (met Belgisch geld werkende) investeringsmaatschappij die bijna alle kapitaal stak in Super Club en Lavithas. Dit onderzoek blijkt rond te zijn en zou normaliter eind dit jaar voor de Gentse raadkamer komen.

Tekenend voor het gigantisme in al deze zaken zijn bijvoorbeeld de persoonlijke borgstellingen van betrokkenen als Jan Maes, de vroegere financieel direkteur van Super Club, en Marc De Schutter bij Luc Thibaut & Co Financiers NV. Voor Jan Maes bedraagt dit (afgerond) 1,6 miljard frank en voor Marc De Schutter 2,2 miljard, samen goed voor meer dan 3,8 miljard.