SUPER CLUB EN HET GERECHT
VECHTEN TEGEN DE OCTOPUS.
Sinds de Hasseltse onderzoeksrechter Tony Heeren, eerste-substituut Ivo Delvrouck en het duo Carlo Van Heuckelom en Mario Palma van het Hoog Comité van Toezicht voor het eerst harde bewijzen op tafel legden voor grootschalig boekhoudkundig gesjoemel rond de voormalige videoketen Super Club, is de nervositeit in gerechtelijke, zakelijke en politieke kringen toegenomen.
Momenteel zijn er zeven onderzoeksrechters die strijden tegen de tentakels van de Super Club-octopus. In Antwerpen zijn dat Isa Van Hoeylandt, Kathleen Bijtebier en Ivo Moeyersoen, in Mechelen Carine De Meuter, in Brugge Peter Buyse, in Gent Allain Bloch en in Hasselt Tony Heeren. In al de onderzoeken komt steeds dezelfde groep personen en trucs voor. Van samenwerking is evenwel geen sprake, integendeel. Zegt een betrokken magistraat : “Men had van begin af aan één magistraat moeten benoemen die met een tiental geoefende speurders alle onderzoeken bundelde. Nu gebeurt alles in gespreide slagorde. Er is bovendien te weinig personeel en materieel om tot op het bot te gaan. Niemand heeft een goed overzicht van het hele gebeuren. Nochtans zijn al de zaken met elkaar verbonden. Nu is het te laat om die fout recht te zetten. Het enige alternatief is verjaring.”
Een GP’er en veldwerker in de zaak klinkt gelijkaardig : “Ik beperk mij in mijn onderzoek strikt tot mijn dossier en laat bewust alle verhalen over gesjoemel in andere takken links liggen. Als ik die ook zou aanpakken, beëindig ik mijn enquête nooit.” Poneert een andere onderzoeker : “Met wat meer middelen zouden wij in staat zijn om bepaalde gelden alsnog te recupereren. Wij worden evenwel onder druk gezet en zelfs bedreigd.” Het resultaat van de huidige situatie is onvoldoende efficiënt naast elkaar werkende parketten.
Een vertrouwd klinkend verhaal. De onderzoeksrechter die zijn dossier angstvallig voor zich houdt, is pure realiteit, ook hier. En wee de politieman die durft spreken over coöperatie. Dit terwijl sommige geldstromen op verscheidene plaatsen tegelijk onderzocht worden.
Vooral in Antwerpen lijken sommigen niet bereid tot samenwerking. Doordat De Prins en Jozef Delcroix in beroep zijn gegaan tegen hun aanhouding in Hasselt, is het dossier inmiddels terechtgekomen bij het Antwerpse parket-generaal. Daar zou men danig zijn geschrokken van de Hasseltse gegevens. Toevoeging van stukken uit het Hasseltse dossier aan dat van onderzoeksrechter Isa Van Hoeylandt die verantwoordelijk is voor de Antwerpse enquête lijkt volgens een aantal bronnen onvermijdelijk. En dit dreigt gevolgen te hebben voor de nog te maken eindvorderingen in de Antwerpse tak van dit dossier.
Zo is er de confrontatie tussen de voormalige revisoren van Super Club met De Prins. Het resultaat hiervan zou wel eens boeiende lectuur kunnen opleveren. Zeker voor de minderheidsaandeelhouders die voor de Mechelse handelsrechtbank een geding aanspanden tegen die revisoren.
Het gebrek aan samenwerking tussen de verschillende onderzoeksrechters is op zijn minst merkwaardig. Zo vallen Mechelen, Hasselt en Antwerpen onder het toezicht van dezelfde procureur-generaal Roger Van Camp. Maar die laat zo te zien begaan.
MAURITS DE PRINS (SUPER CLUB) Zeven onderzoeksrechters werken momenteel aan het Super Club-dossier. Maar van coördinatie is geen sprake.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier