STRIJDBIJL BEGRAVEN ?
Deze zomer werkten negen Kamers van Koophandel uit Nederland en Vlaanderen een werkdocument uit : Naar een strategische visie op de Rijn/Schelde Delta. De Kamers van Antwerpen, Breda, Brugge, Dordrecht, Gent, Middelburg, Rotterdam, Sint-Niklaas en Terneuzen scharen zich achter een aantal, vooral logistieke, prioriteiten. Dit gebeurt met het oog op de start van de stuurgroep Houben, bestaande uit Nederlandse en Vlaamse vertegenwoordigers van verschillende overheden, de Kamers en het VEV. De stuurgroep, genoemd naar de Noord-Brabantse Commissaris van de Koningin (gouverneur) Frank Houben, werkt onder meer aan een actieprogramma om de grensregio een breder economisch draagvlak te geven. Dit zou op 14 oktober e.k. afgerond moeten zijn.
Eén van de sleutelfiguren in het Vlaams-Nederlandse overleg is Rudolph de Bok, voorzitter van de Rotterdamse Kamer van Koophandel en Fabrieken. Hij stelt : “De verhouding tussen Vlaanderen en Nederland zat jaren in het slop door het uitblijven van het verdrag over de uitdieping van de Schelde en het daaraan gekoppelde dossier over het TGV-traject. Maar goed, nu is er klaarheid. We kunnen eindelijk als verstandige mensen aan tafel zitten om onze politiek op elkaar af te stemmen. De Rijn/Schelde Delta is immers een prachtig gebied op het vlak van havens, logistiek, distributie, industrie en diensten. Als je er samen een ontwikkelingsproces kan uitwerken, creëer je een gebied dat zijns gelijke in Europa niet heeft.”
TRENDS. Bent u zeker dat de uitdieping van de Schelde verworven is ? In Antwerpen vrezen sommigen een vertragingsmanoeuvre na het verzet van de Nederlandse Raad van State tegen de werken.
RUDOLPH DE BOK. Er was een vormfout bij de legislatieve voorbereiding. De Rotterdamse Kamer heeft publiekelijk en in de coulissen geijverd voor de naleving van het akkoord. De baggerwerken zijn trouwens al begonnen. Kijk, door de correctheid van je buur voortdurend in vraag te stellen, kweek je wederzijds ongenoegen. We moeten overtuigd zijn van elkaars goede trouw, en niet bij het minste rimpeltje in het overleg alle hens aan dek roepen omdat er een storm op komst zou zijn. Een woord is een woord, zeker in Nederland.
Hoe ziet u de Vlaams-Nederlandse samenwerking concreet ?
Voor gemeenschappelijke belangen moeten we als één geheel optreden. We hebben beide bijvoorbeeld voordeel bij een modern telecommunicatienetwerk en moeten onze systemen op elkaar afstemmen.
Een ander dossier is de verbinding van de Nederlandse A4 (Amsterdam-Bergen op Zoom) met de A12, die niet kan worden uitgebouwd tot één verkeersas door het ontbreken van goede verbindingen in Nederland en de gebrekkige omkadering van de Liefkenshoektunnel. Als het bedrijfsleven, geconcentreerd rond de Kamers van Koophandel, hierover een gemeenschappelijk, grensoverschrijdend standpunt formuleert, heeft dit een enorme impact.
Ook op het vlak van bedrijfsterreinen is er nood aan samenwerking. Vlaanderen bouwde een Logistiek Park Zandvliet uit, dat op enkele kilometers na aansluit op een park in Breda. De vraag dient gesteld of dit project qua ruimtelijke ordening niet beter samen gepland had kunnen worden.
U pleit voor meer samenwerking. Toch stellen we vast dat Nederland 8,5 miljard gulden investeert in de uitbouw van de Betuwelijn richting Duitsland. Terwijl parallel in Vlaanderen de IJzeren Rijn loopt, die met ongeveer 10 miljard frank kan gemoderniseerd worden. Waarom niet samenwerken aan één moderne verbinding naar Duitsland ?
De Betuwelijn is een must voor Rotterdam, dat vandaag geen goeie spoorverbinding naar het Duitse achterland heeft. De investering is dus geen verkwisting. Het spoorverkeer zal in die mate groeien dat de Betuwelijn én de IJzeren Rijn voldoende capaciteit zullen krijgen. Nederland en België werken trouwens samen ten aanzien van de Duitsers om correcte tarieven te verkrijgen. Dat is toch al een stap vooruit.
Het blijven twee aparte initiatieven. Is een gemeenschappelijk logistiek concept voor de uitbouw van een Vlaams en Nederlands spoorwegennet echt onmogelijk ?
Spijtig genoeg zijn we zover nog niet. Vandaag is het Vlaams-Nederlandse bedrijfsleven al akkoord over de gemeenschappelijke behoefte aan bepaalde infrastructuurprojecten. Maar de noodzaak om die op elkaar af te stemmen, is minder aan de orde. Het lijkt me logisch dat we in de toekomst in een vroeger stadium de planning zelf de krachten bundelen.
Kan men niet hetzelfde zeggen over de miljardeninvesteringen in de Rotterdamse haven om distributiecentra aan te trekken ? U bouwt een Tweede Maasvlakte uit (prijskaartje : 6,6 miljard gulden), terwijl in Vlaanderen dat ook beter aansluit op het hinterland genoeg plaats is voor dergelijke initiatieven.
We zullen concurrenten blijven. Denk je dat Rotterdam zomaar de distributiecentra opgeeft ? En dat Antwerpen in overleg met Rotterdam zijn peperdure investeringen in containerterminals waar Rotterdam veel verder staat afblaast ? Zover zijn we nog lang niet.
Beide havens die geen geld verkwisten aan projecten waar de andere al in uitblinkt en zo hun eigen troeven versterken : een utopie ?
Theoretisch gezien klopt deze bedenking. Vergeet echter niet dat we nog altijd twee landen zijn met verschillende economieën. Maar het zou inderdaad onzinnig zijn dat we elkaar kapot concurreren.
In de komende maanden zal blijken in hoeverre men zich in de stuurgroep wil engageren om te komen tot een Rijn/Schelde Delta-benadering ten aanzien van het gemeenschappelijke achterland. De havens ondervinden een toenemende druk van hun concurrenten in Duitsland en van havens in Oost-Europa en rond de Middellandse Zee. We hebben een gemeenschappelijke vijand en moeten daarom komen tot een hechte economische eenheid.
HANS BROCKMANS
RUDOLPH DE BOK (KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN, ROTTERDAM) Antwerpen en Rotterdam hebben een gemeenschappelijke vijand : de havens in Duitsland en andere Europese landen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier