Strijd tegen fraude als wit begrotingskonijn

De opwarming is voorbij. Het gaat nu om de knikkers. Dit en volgend weekend moet minister van Begroting Yves Leterme 3 tot 3,5 miljard euro besparingen of extra inkomsten vinden. Hij kan een gokje wagen op een eventuele lagere rente waardoor de rentelasten minder zwaar gaan wegen. Maar hij mag zich volgens de allerlaatste voorspellingen van het Federaal Planbureau ook verwachten aan een indexsprong – en dus hogere ambtenarenlonen – die er een maand eerder (april in plaats van mei) aankomt.

Zoals steeds zal men een begroting in elkaar boksen met een amalgaam van maatregelen. En u kunt er vergif op innemen dat de strijd tegen de sociale en fiscale fraude er deel zal van uitmaken. Even de natte vinger in de lucht steken en we schrijven een mooi rond bedrag op van ettelijke tientallen miljoenen euro’s. Dat die bedragen achteraf helemaal niet gehaald worden, is een probleem voor later. In 2006 werd voor de strijd tegen sociale fraude 80 miljoen euro extra ingeschreven: 40 miljoen euro meer sociale bijdragen en 40 miljoen minder sociale uitkeringen. “De vooropgestelde 40 miljoen euro extra was een begrotingsdoel, een dom cijfer, dat totaal uit de lucht was gegrepen”, zei Jean-Claude Heirman, directeur-generaal van de Sociale Inspectie, een jaar later.

Benieuwd welk bedrag men nu zal uitvinden. De berichten in De Tijd van vrijdag 8 februari doen vermoeden dat Leterme met een dikke viltstift zal schrijven. De krant kon de jaarcijfers van de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD) inkijken (voor de periode juli 2006-juni 2007). Daaruit blijkt dat de SIOD in die periode ruim 5500 inbreuken heeft vastgesteld. Bij 29 % van de gecontroleerde bedrijven werd een of meer inbreuken vastgesteld. De Tijd kopte daardoor enigszins misleidend: “Een op de drie bedrijven overtreedt de wet”. Dat is uiteraard niet het geval. De SIOD legt zich toe op grote fraudegevoelige dossiers. Zijn controles zijn erg gericht. Ruim 60 % van de controles vindt dan ook plaats in risicosectoren als bouw, horeca en kleinhandel.

De SIOD werd opgericht in de zomer van 2006 om de sociale fraude beter aan te pakken. Voor sociale fraude kent België vier inspectiediensten (arbeidsinspectie, RVA, toezicht op de sociale wetten en sociale zekerheid) die los van elkaar werken. De SIOD heeft een klein eigen personeelsbestand, maar zorgt vooral voor een gecoördineerd optreden van die verschillende inspectiediensten in bepaalde dossiers. De SIOD werd een relatief succes, tot grote tevredenheid van velen. De overheid omdat de sociale fraude efficiënter wordt bestreden. De werkgevers omdat het bonafide doorsneebedrijf minder willekeurige controles krijgt.

In de strijd tegen de fiscale fraude staat men nog lang niet zover. En dat vooral omdat het ministerie van Financiën op een ouderwetse manier blijft werken. Politieke steekspelletjes tussen liberalen en socialisten aan de top van het ministerie verhinderen een coherente aanpak. Zo is er het voorbeeld van de geïntegreerde aanpak van controle op de vennootschapsbelasting en controle op de btw. Tot voor enige jaren waren dat twee controles die los van elkaar opereerden. Te gek om los te lopen. Stel dat de controleur van de vennootschapsbelasting een bepaalde uitgave in de boekhouding van een bedrijf verwerpt, dan zou je toch verwachten dat dit bedrijf de gerecupereerde btw op die uitgave ook moet terugstorten. Niet dus, want dat is het terrein van de btw-controleur. En de ene controleur praat niet met de andere. Vandaar het idee van enkele jaren geleden om beiden te laten samenwerken. Hier en daar gebeurt dat, maar op veel plekken blijft dat dode letter. Interne baronieën, inflexibiliteit en hokjesdenken verhinderen dat het systeem algemeen wordt toegepast.

Ook blijven de fiscale controles erg beperkt, zodat steden als Brussel en Antwerpen bekend staan als fiscale paradijzen omdat er toch geen controle gebeurt. Er is ongetwijfeld vooruitgang geboekt, onder meer door de systematische aanpak van bepaalde met elkaar verbonden beroepsgroepen (tandtechnici en tandartsen bijvoorbeeld), of door het gebruik van datamining (waarbij afwijkende balanscijfers tegenover het gemiddelde van een sector knipperlichten opleveren). Maar het resultaat zou veel beter zijn, wanneer de fiscale controle even efficiënt zou opereren als de sociale controle. Dat vergt enkel een goed management en de juiste inzet van middelen in het ministerie van Financiën. Daarvoor is in de eerste plaats politieke wil nodig.

Een efficiënte overheid zou veel helpen om de begrotingscijfers te doen kloppen. Maar waren het niet de Franstalige socialisten, die zo aandringen op de strijd tegen de fiscale fraude, die het Copernicusproject in de ambtenarij op losse schroeven hebben gezet? Omdat het hervormingsproject te veel de verworven rechten van de politiek benoemde vriendjes schaadde. En dus schieten de socialisten op fiscaal vlak dan maar met alle pijlen op de ondernemers en de misbruiken in de notionele-intrestaftrek. Dat is gemakkelijker dan een slagkrachtige fiscale administratie uit te bouwen die haar werk doet. (T)

Guido Muelenaer – de auteur is hoofdredacteur.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content