‘Street ART’ haalt de kunstwereld verhoop

Gisteren nog werden ze genegeerd of zelfs misprezen door de kunstwereld, vandaag staan de graffiti-artiesten volop in de belangstelling van verzamelaars.

Een waardering die op vijf jaar tijd met 50 vermenigvuldigd is: het is nooit gezien bij Sotheby’s. De opgang van de 34-jarige sjabloonkunstenaar Banksy vormt een uniek fenomeen in de geschiedenis van de kunst. Amper enkele jaren geleden maakte de reinigingsdienst van Bristol nog onverbiddelijk jacht op de graffiti die hij op de muren van de stad spoot. Het silhouet van twee bobby’s die elkaar hartstochtelijk op de mond kussen, de levensgrote afbeelding van een schildwacht van Buckingham Palace die staat te plassen tegen een gevel, het was allemaal niet bepaald naar de smaak van de modale Brit.

Maar de tijden zijn veranderd. De spuitbus-creaties van Banksy op doek of verplaatsbare ondergrond worden tegenwoordig in prestigieuze veilinghuizen voor pakken geld toegewezen. Onlangs werd zijn sprayportret van Churchill met een punkpruik bij Bonhams afgeklopt op 60.000 pond (70.540 euro), terwijl zijn doek waarop, op de wijze van Warhol, een soepblik staat afgebeeld, wegging voor 117.000 pond (137.542 euro).

Speedy Graphito

“Banksy is in een recordtijd het nieuwe visitekaartje van de street art geworden”, zegt Arnaud Oliveux, curator van Artcurial in Parijs. Die befaamde verkoopzaal op de Champs Elysées heeft intussen al vijf veilingen gewijd aan deze opkomende kunststroming. In 2006 tastte ze zeer voorzichtig de markt af met de verkoop van een tiental werken. Het succes van die veiling leidde tot een nieuwe verkoop in 2007 en vervolgens nog twee in 2008. In juni jongstleden vond opnieuw een verkoop plaats, dit keer met 75 loten.

Ondanks de economische crisis halen de werken van graffitikunstenaars zoals Futura 2000, Crash of Blade tegenwoordig zo’n 20.000 euro, evenwel met pieken die soms een heel pak hoger liggen. Dat is onder meer het geval voor het doek van JonOne, dat onlangs werd afgehamerd op 28.500 euro. “Toen die kunstenaar voor het eerst werd geveild bij Artcurial – bij het begin van de 21ste eeuw – haalde hij nauwelijks 500 euro.”

Ook Blek Le Rat en Speedy Graphito, twee graffiteurs die al meer dan een kwarteeuw actief zijn, halen vlot bedragen van 20.000 euro en meer. De Braziliaanse tweeling Os Gêmeos, die hun eerste graffiti aanbrachten op de muren van São Paolo in het begin van de jaren tachtig, toen ze dertien waren, kunnen tegenwoordig op een gelijkwaardige notering rekenen. De jonge ‘rekruut’ JR, een 25-jarige die in de belangstelling kwam dankzij de reusachtige groothoekfoto’s van gezichten die hij op daken of gevels kleeft, mag zich in de handen wrijven: een afdruk van een foto uit een van zijn recente acties in de sloppenwijken van Kenia werd bij Artcu-rial verkocht voor 18.000 euro.

Het is echter vooral in Engeland en de VS dat de prijzen de pan uitrijzen. De al behoorlijke naamsbekendheid van Separd Fairey, alias Obey Giant, schoot helemaal omhoog nadat zijn rood-blauw-witte affiche van Obama de wereld was rondgegaan. Dankzij de cover van Time in december 2008 en de aankoop van een collage in de stijl van de befaamde poster door de National Portrait Gallery in Washington kreeg de Californiër een bankable statuut. “De unieke stukken van Fairey gaan voor bedragen tot 80.000 dollar van de hand en zijn litho’s in beperkte oplage halen tussen 3500 en 8000 euro”, merkt Oliveux op. “Maar Fairey is dan ook al geruime tijd een ster.”

Het zou verkeerd zijn om te denken dat de streetartgolf geen precedenten heeft gekend. Op het einde van de jaren tachtig van de vorige eeuw was de beweging al binnengedrongen in een aantal galeries in New York en zelfs in een vermaarde instelling als het Whitney Museum. Vandaag maken we de tweede golf mee. Intussen zijn de straatschilders die in de jaren tachtig opdoken, zoals een Keith Haring of een Baquiat, belangrijke iconen geworden van de hedendaagse kunst. Op hun manier hebben ze de weg bereid.

164 ratten

De weg die de vorige generatie uitstippelde, vormt echter niet de enige basis voor de hernieuwde belangstelling die kunstenaars uit Barcelona, Rio de Janeiro, Los Angeles, Parijs en Londen doet uitgroeien tot publiekslievelingen.

De grote retrospectieven die de jongste jaren aan het onderwerp werden gewijd door zowel Tate Modern in Londen als het Grand Palais in Parijs en tot en met 29 november nog door de Parijse Fondation Cartier met de tentoonstelling Né dans la rue, hebben het proces alleen maar versneld.

“Die grote evenementen hebben de wat achterdochtige verzamelaars over de streep gehaald”, verzekert Oliveux ons. Het lijkt er evenwel op dat de rol van uiterst invloedrijke galeriehouders zoals Jonathan LeVine in New York of Steve Lazarides in Londen – overigens de exclusieve galeriehouder voor Banksy en JR – doorslaggevend is geweest voor de huidige boom. “De duizelingwekkende notering die Banksy haalt, is het resultaat van een kundig georkestreerde marketingstrategie die de galeriehouder losliet op een publiek van jetsetters”, beweert Eric Brugier, eigenaar van de Brusselse galerie Art Partner en vertegenwoordiger van Speedy Graphito. “Hoelang is Banksy al actief? Drie of vier jaar. Voor de prijs van een van zijn doeken kan je een Alechinsky kopen…”

Banksy is inderdaad een meester op het vlak van communicatie. Niemand weet hoe hij eruitziet en hij organiseert zijn tentoonstellingen mondjesmaat en dan nog slechts voor een handvol bevoorrechte genodigden die pas met het werk van de meester kunnen kennismaken na een speurtocht die hen soms naar het andere eind van de wereld voert. Anderen omschrijven zijn ensceneringen dan weer als boertig, zoals die keer toen hij tijdens een van zijn vernissages 164 ratten, zijn lievelingsdieren, losliet in de zaal.

Dank aan Damien

“Banksy wordt gesteund door de kunstenaar Damien Hirst, de meest gehaaide businessman ter wereld. Het is niet zeker of de street art wel beter wordt van dat alles”, zegt Alice Van den Abeele van de Brusselse galerie Alice. Ze is een grote fan van street art en houdt zich bezig met een aantal kunstenaars “die iets te vertellen hebben”. Ze biedt hun werken aan voor prijzen die schommelen tussen 1000 en 20.000 euro.

“Het is een segment dat nog best betaalbaar is, aangezien het merendeel van de werken rond 1000 tot 2000 euro draait. Het specifieke aan street art is dat de artiesten de kunstmarkt niet nodig hadden om te bestaan. Ze hebben allang hun niche gevonden via het internet en afgeleide producten zoals T-shirts, figuurtjes en toys die overvloedig voorkomen in de straatcultuur.”

Ook galeriehouder Eric Brugier vindt dat “street art niet het jongste fashiondingetje is, zoals de speculanten lijken aan te geven. Wat wel nieuw is, is dat ze nu haar adelbrieven krijgt en een plaats krijgt in de musea. Maar vóór kunstliefhebbers zich in het avontuur storten, doen ze er goed aan om rustig de tijd te nemen en de loopbaan en de visie van de kunstenaar te doorgronden.”

“De verschillen in benadering zijn zeer groot”, zegt Alice Van den Abeele. “Tussen de kleurrijke fresco’s van de Spanjaard SixeArt, die doen denken aan Joan Miró, en de monochrome techniek van Olivier Kosta-Théfaine, die met een wegwerpaansteker gebrande motieven aanbrengt op plafonds van burgerhuizen, ligt een zee van gevoeligheid. De meeste hedendaagse galeries staan echter nog zeer wantrouwig tegenover deze discipline, die volgens hen zelfs geen kunst is. Wat mij betreft, is die afwijzing net hetzelfde als wat de impressionisten in de vorige eeuw overkwam toen ze bekritiseerd werden door de bewaarders van de zogenaamd goede smaak…”

Ons rest alleen nog de vraag naar de volgende streetartiest die in de veilingzalen hoge toppen zal scheren. “De beslissing ligt bij de grote verzamelaars en handelaars”, stelt Arnaud Oliveux. “Als iemand als François Pinault zijn oog laat vallen op een onder hen, zal iedereen volgen…”

‘NÉ DANS LA RUE – GRAFFITI’ IS NOG TOT EN MET 29 NOVEMBER TE ZIEN IN DE FONDATION CARTIER, BOULEVARD RASPAIL 261 IN PARIJS, www.fondation.cartier.com

Door Antoine Moreno

“Street art is niet het jongste fashiondingetje zoals de speculanten lijken aan te geven. Wat wel nieuw is, is dat ze nu haar adelbrieven krijgt.”

“Het specifieke aan street art is dat de artiesten de kunst-markt niet nodig hadden om te bestaan”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content