Stop de voodoopraktijken bij hr

Marc Buelens
Marc Buelens Professor-emeritus aan de Vlerick Business School.

Veertien dagen geleden werd in dit blad brandhout gemaakt van de absolute marktleider in persoonlijkheidstypologie, de Meyers-Briggs-type Indicator, voor de vrienden: de MBTI. Twee weken geleden kreeg ik nog een agressieve reclame: 70 procent van de Fortune top 500-bedrijven gebruikt de MBTI! In het vakjargon heet dat ‘sociale bewijskracht’. 100 miljoen Elvis-fans kunnen toch niet verkeerd zijn.

U kunt op dit ogenblik in de pers volgen hoe controversieel multivitaminen, preventieve kankerscreening en antioxidantia-pillen wel zijn. Miljoenen mensen en tienduizenden artsen waren daar nochtans zeer tevreden over. Competente en vriendelijke tv-persoonlijkheden hebben zelfs hun borsten ontbloot om ook u, mevrouw, aan te zetten deel te nemen aan zo’n levensreddende screening. Nu blijken die wondermiddelen vaak meer kwaad dan goed te doen.

Wat is er dan verkeerd aan zo’n test als de MTBI? Wel, een goede test moet betrouwbaar kunnen voorspellen, hij moet ‘correleren’ met relevant gedrag op de werkvloer. Er is een heel eenvoudige vuistregel die ik aan al mijn onderzoekers heb meegegeven. Als je in de sociale wetenschappen over een correlatie leest die hoger is dan. 50, dan is het bijna steeds ‘geholpen toeval’ of… tautologie. Met ‘geholpen toeval’ bedoel ik vervalsingen, blijven big data verzamelen tot er eens toevallig iets leuks tussen zit en over de rest zwijgen, even proberen en als je geluk hebt, snel stoppen. Met tautologie bedoel ik dat je twee keer ongeveer hetzelfde meet, maar er een ander etiket op plakt.

We mogen dus gerust aannemen dat het bijna onmogelijk is tussen een test en een te voorspellen gedrag correlaties te vinden die veel hoger liggen dan. 50. En nu ons lesje statistiek: kwadrateren om te interpreteren. Dus de allerbeste test — en zeker dus de MTBI, die een relatief ‘zwakke’ test is — kan waarschijnlijk maar 25 procent verklaren van de verschillen in prestaties. Dan blijft er dus nog 75 procent ‘niet-verklaarde variantie’ over. Die moet je dan voorspellen met andere methoden of tests die uiteraard niet te veel hetzelfde mogen doen als uw 25 procent-supertest. En nu het slechte nieuws: uw interviews en andere wondermiddeltjes zoals uw jarenlange ervaring, uw klinische blik en mensenkennis blijken, als ze echt onderzocht worden, heel erg op homeopathie te lijken: het schaadt niet, maar het is zonde van de aandacht en het geld. En velen ‘geloven’ erin.

Kan het beter dan 25 procent? Ja. Maar niet met één instrument. Zijn die instrumenten goedkoop? Soms wel, vaak niet. Een dagje ziekenhuis is ook duurder dan een gesprek met uw huisarts, maar die heeft uw vader nog gekend. Een assessment centre kan dat percentage significant verhogen. Maar vergeet de wijsheid van de Romeinen niet: de wereld wil bedrogen worden, laten we hem dus maar bedriegen. De meeste van die centra gebruiken toch maar interviews (want de klant gelooft daarin), vreemde groepsoefeningen (waar rijpere psychologen dan weer in geloven), verouderde tests, zelf-ontwikkelde tests die nooit door derden bestudeerd zijn (boezemt héél veel vertrouwen in) en vele dingen die vorige week in dit blad bij het lijstje ‘pseudo-wetenschap’ stonden.

In theorie kunt u de soms wel dure voodoomethoden dus buitenkieperen, maar in de praktijk zal het toch wel even duren vooraleer u echt goed gediend zult worden. En het zal u veel geld kosten, en… het feit dat echte kwaliteit duur is, zal natuurlijk vooral voodooverkopers aantrekken. Want u kunt vaak het verschil niet zien. En hoe meer u denkt dat u het wel kunt zien, hoe meer de verkopers van multivitaminepreparaten, sorry ‘wetenschappelijke tests met mooie namen’ in u een gemakkelijke prooi zullen vinden.

Volgende week krijgt u hier in deze column een test die aansluit bij moderne wetenschappelijke inzichten. Zo’n test is goed entertainment en als u zin hebt, kunt u zelfs even aan zelfreflectie doen, en, waarom niet, uw vrienden uit de kroeg testen. Voor managers denk ik dat de ‘kwaliteit’ toch zoiets van een ‘3 à 5 procent’ kan zijn. Niet slecht vind ik zelf, vooral als ik mijn bijdrage vergelijk met uw voodoomethoden die tussen 0 en 1 procent schommelen. Maar uiteraard ver van het betere assessment centre dat op papier tot 50 procent kan geraken. Maar ook niet meer. Het moet toch wat spannend blijven.

De auteur is partner-hoogleraar management aan de Vlerick Business School

MARC BUELENS

“Vergeet de wijsheid van de Romeinen niet: de wereld wil bedrogen worden, laten we hem dus maar bedriegen”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content