Stop de gijzeling van ondernemers
Met een beetje geluk zal werkgelegenheid een van dé thema’s worden bij de verkiezingen van 18 mei. Opnieuw zullen allerlei vage beloften worden geformuleerd en vooral de belastingverlaging zal worden uitgespeeld.
Maar is de toekomst wel zo hoopvol als de politici laten uitschijnen? Het wordt stilaan duidelijk dat de overheid, die moet zorgen voor ‘alle burgers’, prioritair aandacht moet gaan schenken aan ondernemers. En dat moet verder gaan dan enkele belastingverlagingen. Die zijn niet meer dan een aanpassing van de torenhoge lasten die bedrijven vandaag moeten betalen, niet meer dan een nivellering van de ongelijkheid ten opzichte van de Europese collega’s. Het echte werk moet nog beginnen.
Voor alle duidelijkheid: dit is geen klaagzang. Dit is een verzoek om een dreigend probleem objectief te benaderen: het verdwijnen van ondernemingen. Want de signalen zijn beangstigend! De onlangs gepubliceerde enquête van de Trends30.000 spreekt boekdelen: één ondernemer op de twee wil zijn zaak overlaten, 30% klaagt over de toenemende administratieve verplichtingen, zes op de tien ondernemingen moeten daarvoor een beroep doen op derden.
Welke belastingvermindering? De belastingvermindering lijkt een dikke premie, maar is het niet. Voor de leken zetten we kort de lasten op een rijtje die bedrijven er de voorbije vijf jaar bijkregen, en die vooral zwaar kunnen wegen op KMO’s en familiebedrijven: billijke vergoeding, auteursrechten, reprobel, verhoogde milieutaksen, gemeentebelasting, provinciebelasting, solidariteitsbelasting van 3%, taksen op publiciteitsborden en drukwerk, distributietaks, ecotaks, fost +, Ivac enzovoort. De belastingverlaging is dus maar een correctie.
Erger is het feit dat nog steeds meer dan 70.000 bedrijven gegijzeld blijven door de uitblijvende zekerheid omtrent hun ruimtelijke toekomst. Vele zijn vragende partij om te mogen investeren en… meer mensen werk te geven. De oplossing ligt niet in bedrijvencheques (zinvol, maar eigenlijk een detail in de hele problematiek) maar in een structurele aanpak van de oorzaken die (jonge) mensen doen afzien van eigen initiatief.
Wil de overheid ondernemen opnieuw aantrekkelijk maken, dan moet er aandacht komen voor het statuut van de zelfstandige, het verzekeren van een sociaal vangnet bij mislukkingen, het opvoeren van de vertegenwoordiging in het politieke spel, en het creëren van een ondernemersvriendelijk klimaat.
De problematiek van de zelfstandigen is al jarenlang bekend. Terwijl het budget van de sociale zekerheid in de afgelopen vier jaar met meer dan 40% steeg, is de verbetering van het sociaal statuut tot waardeloze futiliteiten ingekrompen. Er zijn een aantal punten ter zake gewijzigd, maar in essentie is er niets spectaculairs veranderd op het vlak van risico voor ondernemers bij ziekte of invaliditeit. Een zelfstandige krijgt nog steeds 20 euro per dag bij ziekte, en dat leidt vooral bij kleinere ondernemers tot drama’s. En o ja, er kwam ook een een pensioenverhoging van… 25 euro per maand.
Te kleine bijdrage? Men werpt hierbij altijd op dat zelfstandigen in vergelijking met werknemers niet voldoende bijdragen. Maar is dat zo? Inderdaad, een werknemer krijgt maar een deel van zijn brutoloon, maar met wat hij netto overhoudt, kan hij een menswaardig en comfortabel leven leiden. Men negeert hierbij dat alle sociale lasten en voorheffingen betaald worden door de ondernemingen en dus opgebracht worden door het initiatief en risico van die ondernemer. Met andere woorden: als die ondernemer geen risico’s neemt en zijn zaken niet fatsoenlijk runt, is er geen werkgelegenheid, geen nettobetaling aan de werknemer en geen brutobetaling aan de schatkist. Het klinkt misschien simpel, maar zo is de werkelijkheid ook.
Niemand schijnt te begrijpen dat je geen werk kunt maken. Je kunt alleen de sfeer creëren waarin ondernemen worden aangemoedigd en die kan leiden tot werkgelegenheid.
En het offer voor het aantrekkelijk maken van arbeid ligt niet bij de al zwaar gedupeerde werknemer, die inderdaad te veel lasten moet afstaan aan een gulzige overheid. Het probleem ligt bij de overheid zelf, die de zaak onvoldoende als een goede huisvader beheert.
Als de overheid tot een werkelijke verlaging van de lasten op arbeid wil komen, zal ze eindelijk eens de moed moeten hebben om de feiten onder ogen te zien. Daarom hoeft er geen sociaal bloedbad te komen, maar ze moet enkele vragen durven te stellen, er een antwoord op formuleren en vooral: de zaken durven aanpakken, hoe onpopulair zoiets soms ook is.
Zo is het toch verbazend dat ondernemingen op elk uur van de dag gecontroleerd kunnen worden door de sociale inspectie, maar werklozen die meer dan tien jaar werkloos zijn geen enkele sollicitatieplicht hebben, laat staan controle krijgen? En hoe is het mogelijk dat liberalen akkoord kunnen gaan met een wet op pesten, die een vrijgeleide is om elk verzoek tot discipline en plicht om te zetten in ‘pesten op het werk’, met automatische bescherming tegen ontslag?
De staat moet ophouden een sfeer te creëren waarin het bedrijfsleven te pas en onpas wordt opgevoerd als sponsor/schuldige/verantwoordelijke van alles. Het moet uit zijn met tegenstellingen tot stand te brengen tussen werkgevers en werknemers door buitensporige en ridicule maatregelen. Het wordt tijd dat de overheid de zaken eens gaat aanpakken, tijd dat de ondernemers er zich eens mee bemoeien. Ook voor henzelf, maar vooral voor hun loyale werknemers en de volgende generaties. Als we Steve Stevaert ( SP.A) nu eens minister van KMO’s zouden maken. Zou het dan allemaal gratis worden?
Rudi De Kerpel [{ssquf}]
De auteur is ondernemer.
Als we Steve Stevaert nu eens minister van KMO’s zouden maken. Zou het dan allemaal gratis worden voor bedrijven?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier