Stop de desinformatie

Alain Mouton

Het zou een interessante eindverhandeling zijn voor een student communicatiewetenschappen: een analyse over de onzin die de jongste weken de wereld werd ingestuurd over de Bolkestein-richtlijn. Vrijwel iedereen is het erover eens dat die richtlijn, die het dienstenverkeer wil liberaliseren, tot een sociaal bloedbad zal leiden. Weldra zullen horden Oost-Europese werknemers onze arbeidsmarkt overspoelen en hier tegen dumpingprijzen aan de slag kunnen. Zij zouden werken aan de arbeidsvoorwaarden die in hun thuisland gelden. De tegenstanders van de richtlijn verwijzen daarbij naar het oorspronglandbeginsel, dat het kader van de dienstverlening bepaalt. Dat principe bepaalt dat een bedrijf in de Europese Unie zijn diensten kan aanbieden (bijvoorbeeld het plaatsen van uitzendkrachten), zolang het maar handelt in overeenstemming met de regels die in het herkomstland gelden.

Wat de tegenstanders van de Bolkestein-richtlijn er niet bij zeggen, is dat er onder meer op het vlak van de arbeidsrelaties een uitzondering geldt. Op dat domein gelden de regels van het land waar de dienst wordt verricht. Een Poolse arbeider heeft dus recht op het Belgische minimumloon, moet de Belgische reglementering voor overuren naleven enzovoort. Hetzelfde geldt voor de gezondheidszorg, waar de Belgische regels over financiering en vereiste beroepscapaciteiten blijven gelden. Dat de richtlijn tot sociale dumping zal leiden, is dus een manifeste leugen.

Net als de stelling dat de richtlijn een ultraliberale revolutie inluidt. Eigenlijk gaat het gewoon om een logische evolutie. Het vrij verkeer van diensten staat al sinds 1958 in de Europese verdragen. Wat Bolkestein voor de diensten wil invoeren, geldt al meer dan tien jaar voor de goederenbranche. Toen die markt geliberaliseerd werd, kraaide er geen haan naar. En wat het oorspronglandbeginsel betreft: het werd al in 1979 (!) door het Europees Hof van Justitie als referentie genomen.

Waarom nu de heisa over de liberalisering van diensten? Eerst en vooral omdat de Europese goederenmarkt ten tijde van de vrijmaking in de jaren negentig veel homogener was. Maar ook omdat het corporatisme in de Europese dienstensector blijft overheersen. Eigenlijk gaat het hier nog altijd om een geheel van afgeschermde nationale markten. Een gebrek aan concurrentie die de bedrijven én de concurrenten schaadt. Zij betalen nog altijd te hoge prijzen voor tal van diensten. Bolkestein staat dus gelijk met goedkopere diensten. Hebt u Guy Verhofstadt of Jacques Chirac dat de voorbije dagen horen verklaren?

Het zou dan ook een slechte zaak zijn indien de Bolkestein-richtlijn de komende maanden wordt aangepast. Een van de denkpistes is dat de uitzonderingen op het oorspronglandbeginsel zouden worden uitgebreid om rekening te houden met bepaalde nationale gevoeligheden. Dat is het paard van Troje binnenhalen. Die uitzonderingen kunnen immers als alibi gebruikt worden om de liberalisering definitief naar de prullenmand te verwijzen en zelfs om de landen met een eerder liberale regelgeving extra normen op te leggen.

Meteen wordt ook het Europese toekomstproject op de helling gezet. Een onafhankelijke studie van de Europese Commissie toont aan dat een vrijmaking van de diensten voor 600.000 nieuw jobs zal zorgen en een extra groei van 33 miljard euro per jaar. De opdracht is duidelijk: om weer aansluiting te vinden met een sterke economische groei, moet de EU haar dienstensector liberaliseren. Er is dus geen alternatief voor de Bolkestein-richtlijn.

Alain Mouton

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content