Sterfhuisconstructie voor Vlaamse crematoria

Alle privéûcrematoria in Vlaanderen moeten over twee jaar worden overgedragen aan de gemeenten. Toch is de uitvaartsector in België zelden zo woelig geweest als de afgelopen maanden. Amerikaanse concurrenten en Nederlandse investeerders jongleren met onze crematoria alsof hun leven ervan afhangt.

Aan een veroordeling ontsnapt

Toen het gerecht in 1995 ontdekte dat in het Vilvoordse crematorium de as van verschillende overledenen werd vermengd en pas daarna aan de families overhandigd, ontstond een grote rel. Eigenaar Filip Soete ontsnapte aan een veroordeling wegens een domme procedurefout in beroep, maar werd wel financieel gepakt. Naar aanleiding van het voorval in Vilvoorde besloot de Vlaamse regering dat tegen 30 november 2003 alle privé-crematoria via intercommunales door de gemeenten zouden moeten worden beheerd. Geen probleem voor de vindingrijke en met politici bevriende Soete: “Ik had al met een aantal gemeenten contacten voor de oprichting van gemengde intercommunales. Om die reden was ik trouwens ook mijn financiële structuur aan het reorganiseren.” Maar vorig jaar kwam de Vlaamse regering met het plan om gemengde intercommunales in de toekomst te verbieden. “Ik stond met mijn rug tegen de muur. Daarom ben ik in België maar uit de sector vertrokken.”

Soete keek ook tegen een stringente milieuwetgeving aan. Na de afvalverbrandingsovens moeten tegen 1 januari 2003 ook alle Vlaamse crematoria voldoen aan strenge normen op het vlak van gasuitstoot. In bijna alle gevallen zijn zware investeringen vereist. Soetes crematorium in Brugge kreeg dit jaar voor zijn milieuvergunning maar een verlenging op proef voor tien maanden. Als tegen mei 2002 geen grote investeringen zijn gebeurd, dreigt het crematorium, het grootste van de vier, te worden gesloten.

In 1997 had Soete trouwens al gepoogd in alle stilte deze crematoria te verkopen via het Britse Cirrus Group Ltd. Toen zijn plannen uitlekten, zei hij zelfs niets met Cirrus te maken te hebben. Een merkwaardige bewering van iemand die op dat moment directeur van Cirrus was en via zijn vennootschappen Crematrade en Funeralia die firma zelf had opgericht.

Dat het Soete dit jaar dan toch lukte om zijn vier crematoria te verkopen aan het Amerikaanse SCI sloeg in als een bom. De vraag die iedereen zich stelde was: waarom koopt SCI crematoria die nog amper twee jaar te leven hebben en die op korte termijn massa’s investeringen vergen om verder te kunnen werken? Zowat iedereen in de sector vermoedde duistere combinaties van een door velen gewantrouwde Soete, en vreesde de almacht van de reus uit Houston. SCI is actief in zeventien landen, bezat eind juni 3385 begrafenisondernemingen, 506 kerkhoven en 185 crematoria. In 2000 haalde de groep een jaaromzet van 3 miljard euro (120,5 miljard frank).

Het mysterie krijgt een extra dimensie als je weet dat de groten uit de begrafenissector met zware financiële problemen kampen. SCI, het Canadese Loewes en Stewart uit New Orleans, op wereldvlak de nummers één, twee en drie, kampen alle met grote moeilijkheden. Kris Coenegrachts, directeur van Crematorium Westlede in Lochristi: “Alle drie zitten met torenhoge schulden die de winst wegvreten. Dat is het gevolg van hun agressieve wereldwijde overnamepolitiek. Stewart, SCI en Loewes hebben de voorbije jaren overal begrafenisondernemingen opgekocht. Daarbij boden ze dikwijls tegen elkaar op, zodat de overnameprijzen steil omhoog gingen. Bovendien hebben ze zich gebaseerd op prognoses die bijna geheel fout bleken.” De verwachting was dat men in de toekomst wegens de stijgende welvaart steeds meer zou gaan uitgeven aan een begrafenis. Dat bleek een zware misrekening. Steeds meer mensen kiezen voor een minder dure crematie en ook de uitgaven voor de klassieke begrafenis bleken niet te groeien zoals verwacht. “Het resultaat is een bijna niet te delgen schuldenberg. Ruim een jaar geleden zijn ze begonnen hun schulden af te bouwen door activa te verkopen. Ook hun idee dat schaalvergroting een rendabelere bedrijfsvoering mogelijk zou maken bleek fout,” zegt Coenegrachts.

Het kopen van Belgische crematoria was dan ook een weinig logische zaak voor SCI. Twee onafhankelijke bronnen in de sector verklaren echter dat Filip Soete voor de internationale expansie van zijn begrafenisondernemingen in Groot-Brittannië en Spanje allerlei financiële verplichtingen tegenover SCI had gemaakt. De aandelen in zijn crematoria had hij in pand gegeven. Om een of andere reden is Soete zijn verplichtingen niet nagekomen en kwamen de aandelen in de crematoria in het bezit van SCI. Daarom zou Soete ook internationaal uit de begrafeniswereld zijn vertrokken. Soete heeft in Groot-Brittannië in Telford wel een crematorium en beschikt via Crematrade over begrafenisondernemingen en crematoria in Spanje.

Het valt op dat SCI over de koop van de crematoria, in tegenstelling tot haar normale praktijk, nooit een persbericht verstuurde. Wat het bedrijf op 1 oktober wel deed toen het zijn Belgische crematoria van de hand deed aan de Nederlanders.

Bij de nieuwe eigenaars klinkt een gelijkaardig verhaal over Soetes verkoop aan SCI. Rob Thielen, algemeen directeur en oprichter van Waterland Private Equity Investments en bestuurder van de Belgische uitvaartholding Sophia Belgium, een dochter van Waterland: “Soete had ten opzichte van SCI allerlei financiële verplichtingen waarvoor hij die aandelen in pand had gegeven aan SCI. Zo zijn ze in handen van SCI gekomen, die ze dan aan ons heeft doorverkocht.” Soete ontkent echter het verhaal van het pand: “Ik heb die aandelen gewoon aan SCI verkocht. Ik geeft toe dat SCI financieel betrokken is bij de uitbouw van mijn operaties in Spanje. Maar ik ben zeker niet weg uit mijn buitenlandse begrafenisondernemingen.” Bij de Cirrus Group horen we echter aan de telefoon: “De heer Soete werkt niet langer bij onze maatschappij.” Wat Soete afdoet als een vergissing van de telefoniste.

Opvallend is dat de laatste jaarrekening van Cirrus, met een verlies van 2,06 miljoen euro (83 miljoen frank), dateert van 30 juni 1999. Ook de jaarlijks verplichte neerlegging van de Annual Return bij het Britse handelsregister, waarin onder meer het aandeelhouderschap en de namen van de directeurs worden weergegeven, is al meer dan een half jaar over tijd. De laatste werd neergelegd in mei 2000.

Wie of wat is Waterland?

Wat bij velen ook verbazing wekte, was dat SCI al zijn Belgische operaties, inclusief de begrafenisoperaties, verkoopt aan het totaal onbekende Waterland Private Equity Investments. In augustus had SCI zijn Nederlandse activa verkocht aan de Monuta Uitvaartgroep, een gevestigde naam in de industrie in Nederland. Blijkbaar was Monuta niet geïnteresseerd in de Belgische activiteiten. Opvallend is dat Waterland tegelijk ook de Belgische tak van de Amerikaanse reus Stewart overnam. Waardoor Waterland plots een zeer grote speler in de Belgische uitvaartindustrie werd (zie organigram). Zo werden de vier crematoria waar Soete eigenaar of meerderheidsaandeelhouder van is (ondergebracht in de holding Crematec Marketing) in 1999 gewaardeerd tegen 14,75 miljoen euro (595 miljoen frank). Dignity, de Belgische holding van SCI, had dan weer een balanstotaal van 20,1 miljoen euro (811 miljoen frank), terwijl Euro Stewart Belgium in 2000 een balanstotaal van 16,26 miljoen euro (656 miljoen frank) haalde.

In totaal verzamelde Waterland in oktober dus een Belgisch actief ter waarde van ongeveer 51,12 miljoen euro (2 miljard frank). Dat is goed voor jaarlijks ongeveer 13.000 crematies (zo’n 30% van het totale aantal) en circa 6500 begrafenissen op een totaal aantal van ongeveer 100.000. En dat terwijl Waterland pas in januari vorig jaar werd opgericht door Rob Thielen en Jan Moulijn, en over een kapitaaltje beschikt van 40.000 euro (1,6 miljoen frank). Bovendien presenteert Waterland zich als een verstrekker van risicokapitaal die wil investeren in middelgrote privé-ondernemingen in een waaier van sectoren. Waterland controleert als holding dus een vennootschap met een balanstotaal van meer dan 50 miljoen euro. Op dit ogenblik is Waterland naast de Belgische begrafenissector ook actief in hartbewaking en kinderopvang. Rob Thielen: “Meer en meer Nederlandse en ook Belgische investeringsfondsen zoals het onze nemen geen minderheidsparticipaties meer maar een controlemeerderheid. Wij blijven uit de buurt van erg conjunctuurgevoelige sectoren. We wensen te investeren in activiteiten die in een maatschappij steeds noodzakelijk blijven.”

Waterland bestaat op dit ogenblik uit vijf verschillende vennootschappen. Naast Waterland Private Equity Investments bv zijn er Waterland Private Equity Fund, de fondsenwerver met een kapitaal van 989.800 euro (39,9 miljoen frank), Waterland Funeral Services, Waterland Childcare Services en Waterland Telemedicine Services. De Belgische activiteiten worden alle ondergebracht onder Sophia Belgium, een oude vennootschap van Filip Soete. De vraag is uiteraard waar het geld voor al die Belgische overnames vandaan komt. Rob Thielen: “Ons fonds is gespekt met geld van pensioenfondsen en verzekeraars zoals Delta Lloyd en Ahold. Ook Belgen hebben bij ons geïnvesteerd, de pensioenfondsen van KBC en Fortis bijvoorbeeld. Stellen dat wij zuiver Nederlands zijn is dus niet correct.” Benedict Bleyaert, de nieuwe gedelegeerd bestuurder van Sophia Belgium en de man die voorheen de activiteiten van Stewart in België runde: “De overnames werden gefinancierd door ABN Amro.”

Hoewel Waterland alvast drie van Soetes crematoria over twee jaar kwijtspeelt, zijn van alle overgenomen bedrijven de crematoria ongetwijfeld het meest rendabel. De vier crematoria van Soete haalden in 2000 op een omzet van 4,2 miljoen euro (172 miljoen frank) een nettowinst van 688.000 euro (27,7 miljoen frank) of 16,1% van de omzet. Een gevolg van de feitelijke monopoliepositie die de crematoria in hun regio bezitten. De begrafenisondernemingen daarentegen tonen een veel minder fraai beeld. Enkele zijn wel rendabel, maar boeken meestal maar een matige winst. Andere zijn verlieslatend. Dignity, de Belgische holding van SCI, leed al drie jaar na elkaar een bedrijfsverlies en boekte in 2000 een nettoverlies van 156 miljoen frank (3,87 miljoen euro). Belangrijke dochterondenemingen als Begrafenissen Eugene Timmermans en Willy Vangrunderbeek zitten beide zelfs met een stevig negatief eigen vermogen. Ze worden slechts rechtgehouden door extra leningen, vermoedelijk van SCI.

Bij Stewart België treffen we dezelfde malaise aan. Begrafenisondernemingen D. Bleyaert, de Belgische subholding van de groep, heeft een negatief eigen vermogen. Ook Algemene Uitvaartverzorging Marote, de tweede grootste begrafenisonderneming van Stewart België (omzet: 1,06 miljoen euro of 42,7 miljoen frank) incasseerde in 2000 een nettoverlies van 38.448 euro (1,55 miljoen frank). Het doet vermoeden dat dit imperium vers kapitaal nodig zal hebben om te overleven. Waterland laat wel weten dat het de schulden van de Belgische uitvaartondernemingen aan SCI niet heeft overgenomen. Stewart en SCI zijn groepen van kleine bedrijven met een omzet die varieert tussen een kwart en een half miljoen euro (10 à 20 miljoen frank).

Dat de Nederlanders slechts 15,62 miljoen euro (630 miljoen frank) betaalden voor een reeks begrafenisondernemingen en crematoria van SCI, plus de 35% die SCI bezat in het crematorium van Charleroi, is dan ook niet verwonderlijk. Bovendien bestaat er een geschil tussen het crematroium in Bergen en een lokale begrafenisondernemer, Carlo Brogno. Die bezit 25% in het crematorium, maar wacht nog steeds op een zitje in de raad van bestuur. De advocaten zijn al ingeschakeld. Nu Soete van het toneel is verdwenen, bestaat de kans op een minnelijke schikking. Afwachten wat de Nederlanders zinnens zijn te doen.

Het is ook de vraag of de West-Vlaamse begrafenisondernemers die niet deel uitmaken van het nieuwe Sophia Belgium nog wel bereid zullen zijn om hun crematie in Brugge bij de soms gehate rivaal te laten doen. Dominique Bleyaert: “Wij houden alles juridisch strikt gescheiden en bovendien zijn wij goedkoper dan de andere crematoria. We willen de sector een goede naam bezorgen en houden ons dus niet bezig met gesjoemel. Alles moet correct verlopen en politici die voor mij willen lopen ken ik niet. Wij gaan ons strikt houden aan de wet over de crematoria en de intercommunales en zullen bovendien investeren. Wij hebben al voor 2,5 miljoen euro aan dossiers goedgekeurd, waaronder investeringen voor milieuzorg in Brugge.”

Het verhaal over het inschakelen als lobbyist van ex- CD&V‘er Achiel Diegenant uit Dilbeek, als gewezen voorzitter van Havi-TV een man met ervaring in het wereldje van de intercommunales, wordt door hem dan ook ontkend. Maar later door Diegenant zelf en een andere woordvoerder van Waterland ruiterlijk toegegeven. Rob Thielen: “Die grote investeringen in de crematoria willen wij natuurlijk graag zien renderen. We denken dat het mogelijk is om onze crematoria aan de intercommunales te verhuren. De Belgische wet over de intercommunales en crematoria gaat ons inziens trouwens in tegen de Europese wetgeving over vrij ondernemerschap.” Een visie die in de wereld van de intercommunales wordt weggelachen. Daar zeggen ze dat er niets tegen de wetgeving in te brengen is.

Willy Van Damme

Hoe wist Filip Soete zijn crematoria te verkopen aan een Amerikaanse concurrent met torenhoge schulden?

Waarom kocht Waterland een handvol crematoria die over twee jaar aan de gemeenten moeten worden overgedragen?

Hoe kan Waterland, een piepjong bedrijf met een eigen vermogen van 40.000 euro, een trits firma’s ter waarde van 51 miljoen euro kopen?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content