Steek het licht aan
ANDRÉ JURRES
Melchior Wathelet, de staatssecretaris van Energie, is klaar met zijn uitrustingsplan voor de toekomst van onze elektriciteitsproductie. Een van de eerste conclusies is dat de oudste drie kerncentrales (Doel I en II en Tihange I) – goed voor 1500 MW vermogen – tien jaar langer moeten openblijven om in een betrouwbare energiebevoorrading te voorzien.
Dat verrast niemand, want de kerntaks brengt 250 miljoen euro per jaar op. De zoektocht naar geld om onze begroting op het juiste spoor te houden vormt een grote motivatie. Dat België ineens een eiland zou zijn, is wel verrassend, want het argument dat we na 2015 ineens een tekort zouden hebben is wellicht niet de juiste reden om de oude kerncentrales langer open te houden.
Op een moment dat onze noorderburen een kleine 5000 MW te veel produceren ligt een samenwerking met Nederland voor de hand. Dat Nederland erin slaagt vele nieuwe centrales te bouwen op een moment dat de groothandelsprijs voor elektriciteit zeer laag is – te laag om nieuwe investeringen te rechtvaardigen – komt waarschijnlijk omdat deze investeringen zijn goedgekeurd op een moment dat de elektriciteitsprijs nog voldoende hoog was, midden 2008.
De meeste gascentrales liggen meer stil dan dat ze draaien omdat ze anders met verlies draaien. De inkomsten uit het langer openhouden van de drie oude kerncentrales wordt idealiter gespaard tot er een uitgewerkt investeringsplan is voor een toekomstige duurzame energiehuishouding. Niet alleen voor de subsidie voor nieuwe grootschalige elektriciteitscentrales, maar vooral van een totale oplossing die veel verder gaat.
We moeten net als Noorwegen reserves aanleggen om te kunnen investeren in de juiste technologieën als ze beschikbaar of gekozen zijn, of dit nu slimme netwerken zijn, decentrale productie, flexibele productie, duurzaam, grootschalig, enzovoort. Een tweede opvallend voorstel van de minister is om bij het langer openhouden van de oude kerncentrales de geproduceerde elektriciteit ter beschikking te stellen van de groothandelsmarkt via een op te richten aankoopcentrale. Een idee dat al sinds 2004 geregeld omarmd wordt door politici en dan even snel weer afgeschoten wordt.
Hoe gaat zo’n aankoopcentrale te werk? Per definitie is ze ‘tijdelijk’, met duidelijke einddoelen zoals voldoende marktwerking, voldoende investeringen en dergelijke. Gezien de enorme concentratie van de voormalige monopolisten Electrabel/GDF/Suez en EDF Luminus zal Europa in het geval van België veel toelaten om de marktwerking enigszins op gang te krijgen.
Nu zijn vele collega’s uit onze sector het erover eens dat de liberalisering voor langetermijninvesteringen nefast was en dat er ook geen samenwerking/samenhang is in het langetermijnbeleid van onze energiebedrijven. Omdat die bedrijven geen enkele langetermijngarantie hebben voor dergelijke investeringen in grootschalige productie gebeuren ze gewoon niet of te weinig. De overheid behoudt in eerste instantie de meerderheid totdat er voldoende marktwerking is.
Naast de aankoop van de elektriciteit uit de oude kerncentrales tegen kostprijs met een kleine marge zou de aankoopcentrale ook een rol moeten spelen in de aankoop van andere afgeschreven centrales. Ook het idee om meer flexibele gascentrales in reserve te hebben om de onvoorspelbaarheid van bijvoorbeeld onze windparken op zee te kunnen opvangen, is op zich nuttig, maar zou ook in een dergelijke aankoopcentrale ondergebracht moeten worden. De weg om via overheidssubsidies de privésector gascentrales te laten bouwen is een duur idee. De overheid krijgt dan niet het voordeel als er in de toekomst geld verdiend kan worden.
De aankoopcentrale kan een belangrijke incubator worden voor de hele sector. Het kan enige houvast bieden voor de privésector om zelf investeringen te doen als ze zeker weet dat de markt herverdeeld wordt. De overheid kan volumes ter beschikking stellen aan privébedrijven die in eigen elektriciteitsproductie investeren, maar in afwachting van hun eigen productie kunnen ze direct in de markt handelen met aangeboden elektriciteit vanuit de aankoopcentrale.
De auteur is gedelegeerd bestuurder van NPG energy.
Op een moment dat onze noorderburen een kleine 5000 MW te veel produceren ligt een samenwerking met Nederland voor de hand.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier