Stand-up comedian
De fiscale capriolen van een puissant rijke West-Vlaamse textielfamilie, de Atoma-schriftjes van een ex-minister en het hooghartige mondje van een ex-premier, de hele Belgische santenkraam buitelt theatraal over elkaar heen in de nieuwe roman van Tom Lanoye.
In alle toonaarden (en Tom Lanoye kan heel wat registers aan) ontkent de auteur dat Het goddelijke monster als sleutelroman opgevat mag worden. Ondanks die waarschuwing, blijkt hij opvallend goed de actualiteit van de voorbije paar jaar gevolgd te hebben. Met een rist flarden van die actualiteit boetseerde hij zijn karikaturale personages. Zelfs het toeval krikte de spiegelwaarde van de realiteit nog op. Net voor het boek in de winkel lag, werden textielondernemer Jan De Clerck en zijn vrouw gearresteerd. Ze dreigen ten onder te gaan in een web van fiscale fraude. Of noem je dat in België spitsvondigheden ? Bijna letterlijk hetzelfde gebeurt in Lanoyes roman.
Auteur en uitgever werden dus nog nooit zo in de watten gelegd door het dagelijkse nieuws. Ook de andere Belgische schandalen, zowel de gefluisterde als de gruwelijke, echoën navrant in het boek. Maar die aandacht voor de sleutels en het columngehalte van het werk blokkeert wel het uitzicht op de literaire aspecten. Als vanouds speelt, dartelt en jongleert Lanoye met stijlen, perspectieven en verbale acrobatiek. Het realistische blaast hij op tot een (ook al in België zeer herkenbare) theatraliteit. Hier en daar schuift hij echter onderuit op zijn eigen bananenschillen en belandt hij in het oeverloze groteske. Dat is het spijtige aan dit boek. Achter elke parelende zin doemt de schaduw van de voorspelbare ironie op. Daar wordt de literator Lanoye gedribbeld door de columnist en geringeloord door de stand-up comedian. Hij maakt zijn reputatie waar, maar zijn reputatie maakt de roman niet waar.
Vooral het hoofdpersonage, een femme fatale die steevast de lont aan het rampenkruitvat steekt, is een vergaarbak van ruw geborsteld sarcasme, een marionet in handen van een alert satiricus. Ze wakkert ook het onbehaaglijk sprookjesachtige karakter aan van de roman, van de conte noir, spotziek, hilarisch en bitter tegelijk. Kortom ? Het goddelijke monster doet gniffelen, soms zelfs gieren, vaak ook bewonderen, maar laat geen sporen na. Er is te veel dat de roman verhindert na te zinderen. Prometheus, 337 blz., 695 fr. .De ruim 300 pagina’s van Lanoye laten zich gretig op één avond verslinden, terwijl de goed 100 bladzijden van Web vooral doen geeuwen. De verhalenbundel van Paul Mennes toont tot vervelens toe aan dat enkele brutale tableaus niet volstaan om de tijdgeest te vatten. Zelfs de links die Mennes tussen de verhalen legt, kunnen niet tegenspreken dat hij nog steeds tevergeefs modieuze (buitenlandse) werken achternaholt, of -slentert. Nijgh & Van Ditmar, 119 blz., 550 fr.
LUC DE DECKER
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier