Staatsman zonder land

Alain Mouton

” Ik ben minister. Het is de verschrikkelijkste dag van mijn leven.” Dat verklaarde de Waalse regionalist François Perin (1921-2013) toen hij op 10 juni 1974 benoemd werd tot minister van Institutionele Hervormingen in de eerste regering-Tindemans. Perin, voorzitter van het Waals-regionalistische Rassemblement Wallon (RW), wou van zijn passage in de regering gebruik maken om België om te vormen tot een federale staat met drie gewesten: Vlaanderen, Wallonië en Brussel. Hij zag het ministerschap niet als een bekroning, maar als een middel om een politiek doel te bereiken. Hij slaagde gedeeltelijk. Perin legde in de goed twee jaar dat hij minister was de basis voor het federale België. Al was het wachten tot 1989 vooraleer er echt sprake was van drie gewesten. Perin was dan al negen jaar uit de politiek gestapt.

De Luikenaar, in Vlaanderen zogoed als vergeten, krijgt bijna drie jaar na zijn dood een uitgebreide biografie. De auteur is Jules Gheude, jarenlang vertrouweling van Perin. Hij hield Perin op de hoogte van wat er in Vlaanderen leefde.

De biografie van Perin loodst de lezer door het vaak woelige naoorlogse politieke België. Perin, hoogleraar staatsrecht aan de universiteit van Luik, was in de jaren vijftig en zestig het schoolvoorbeeld van de Waal die bang was voor Vlaamse dominantie. Vlaanderen stond niet alleen demografisch sterker. Het was ook aan een economische inhaalbeweging bezig. Voor Perin was die Vlaamse overmacht een bedreiging voor België. Enkel federalisme kon het land redden. In de jaren zestig was dat nog een scheldwoord. Perin, aanvankelijk actief bij de socialistische partij, werd in 1965 verkozen op een kleine walligantische lijst. Drie jaar later werd het Rassemblement Wallon opgericht, dat openlijk streefde naar federalisme. De partij bereikte haar hoogtepunt in de jaren zeventig en trad zelfs toe tot een regering. Maar al snel kwam het tot een conflict in de partij. Perin, flink naar rechts opgeschoven, stapte in 1976 over naar de liberalen omdat hij het RW te links vond. Hij nam zijn medestander, de jonge Jean Gol, mee. Het was Perin die Gol aanraadde een van zijn beste studenten als rechterhand aan te werven: Didier Reynders.

Perin werd in 1978 tot senator verkozen voor de Waalse liberalen. Niet voor lang. Op 26 maart 1980 nam hij in volle zitting ontslag. In zijn afscheidsrede verklaarde Perin dat hij geen toekomst zag voor België. Hij had lang geloofd in het federalisme, maar stelde vast dat Vlaanderen een natie begon te worden. Hij haalde ook uit naar de particratie en de macht van de vakbonden. Onder andere het feit dat de syndicaten de werkloosheidsuitkeringen uitbetalen en tegelijk aan het sociaal overleg deelnemen, was voor Perin onbegrijpelijk. Dat klinkt zeer actueel.

Na zijn ontslag bleef Perin een scherpe waarnemer van de Belgische politiek. In zijn lessen aan de universiteit, tijdens debatten en in zijn boeken. Zijn Histoire d’une nation introuvable is een standaardwerk over het volgens hem onbestaande of zeer zwakke Belgische identiteitsgevoel. Perin werd weleens bestempeld als een ‘staatsman zonder land’. Eigenlijk had Perin, zoals veel wallin-ganten, slechts één vaderland: Frankrijk. Hoe ouder hij werd, hoe meer hij ervoor uitkwam dat Wallonië in een post-België-scenario het best aan Frankrijk zou worden gekoppeld.

Jules Gheude, François Perin. Biographie. Le Cri, 2015, 586 blz., 28,50 euro

ALAIN MOUTON

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content