STAAR U NIET BLIND OP CHINA, ZUIDOOST-AZIë BRUIST
Met een nipte meerderheid, die tot een impasse kan leiden, stuurden de Italianen Silvio Berlusconi naar huis. In een prille democratie aan de andere kant van de wereld, wipte de Thaise middenklasse een week voor de Italiaanse verkiezingen haar ‘Thaise Berlusconi’, Thaksin Shinawatra. Na wekenlange protesten in de steden tegen de miljardair-zakenman-politicus werd premier Thaksin tot aftreden gedwongen. Als mediamagnaat en selfmade man is hij een perfecte kloon van de Italiaan: dezelfde autoritaire trekjes en even handig in het mixen van politieke macht en eigen zakenbelangen.
De familie van Thaksin verkocht haar telecombedrijf voor anderhalf miljard euro zonder dat ze op de transactie belasting betaalde. Dat leidde tot een storm van verontwaardiging. De stedelijke elite, de zakenwereld en de ambtenarij eisen transparantie in bestuur en zaken, betere controles en tegenwichten ( checks and balances). Het is een belangwekkende evolutie, want de huidige machthebbers in Azië – de communistische leiders in China op kop – horen van westerse gesprekspartners al te graag bevestigd dat democratie en vrijheid geen universele waarden zouden zijn. Massademonstraties in de straten van Bangkok, Hongkong, Manilla of Jakarta (in Peking of Sjanghai kan en mág het niet) schreeuwen het tegendeel.
We staren ons gemakkelijk blind op China en India (wél een levendige democratie), terwijl er in de wat vergeten groeimarkten van Zuidoost-Azië gunstige ontwikkelingen aan de gang zijn. Democratie is er een van. Ongemerkt voor de buitenwereld is Indonesië bijvoorbeeld “het meest democratische land van Azië, na Japan,” aldus de Asia Foundation in San Francisco, en een bewijs dat islam en democratie wel compatibel zijn. Corruptie wordt aangepakt en ook economisch hebben deze landen de financiële crisis van 1997-1998 goed verwerkt. Ondanks sterkere munten konden ze hun aandeel in de wereldhandel handhaven door diversificatie en opwaardering van hun productieapparaat.
Akkoord, er is nog werk aan de winkel. Maar dat de Thaise economie ongestoord kon doordraaien terwijl de middenklasse het protest aanvoerde, is paradoxaal een teken van stabiliteit en maturiteit. De politieke instituties draaien nog niet feilloos, Thaksin was immers herverkozen door een democratische meerderheid en tot aftreden gedwongen door een minderheid. De oppositie had de vervroegde verkiezingen geboycot die onderzoek naar de fiscale aspecten van een dubieuze verkoop van Thaksins telecombedrijf moest verdoezelen (een tactiek waarin ook Berlusconi uitblonk).
Het platteland koos massaal voor de populist Thaksin omdat hij als eerste regeringsleider aandacht schonk aan de boeren; de stedelijke middenklasse kwam in opstand tegen het politieke affairisme. Oppositieleiders eisen volledig nieuwe verkiezingen en maatregelen tegen machtsmisbruik en ondermijning van de vrijheid van de pers en van de gerechtelijke macht.
De boodschap aan de politieke leiders van Azië is hoe dan ook glashelder: er zijn grenzen aan de alleenheerschappij. In China wordt die kreet nog altijd door de Communistische Partij in de kiem gesmoord.
Erik Bruyland
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier