SPORTIEF IN TRICOLORE
De zomer, dé tijd voor sport en spel. En voor een bijpassende casual outfit. De sector van de Belgische sport- en outdoorkledij is totaal versnipperd. Maar alle bedrijven hebben één zaak gemeen: het is een sport geworden om op te tornen tegen goedkope import. Een verslag in woord en beeld.
Een langbenig model struint de catwalk op en neer, gehuld in een gouden badpak. Het is een trotse Akihiko Izukura die van op afstand zijn badpak van 500 gram en gemaakt van gouddraad, monstert. Het weven van het gouden kleinood – gemaakt in opdracht van het Japanse retailconcern Tanaka Kinkinzoku – nam ruim een maand in beslag. ‘Strandwaarde’: zowat 10 miljoen Japanse yen, of een fikse 55.000 euro. Het badpak wordt sinds 5 juli te koop aangeboden in de Ginza Tanaka store. Verwaarloosbaar detail: zwemmen in het badpak is niet bevorderlijk voor de kwaliteit.
Voor dergelijke fratsen moet je bij onze Belgische producenten en verdelers van sport- en outdoorkledij niet aankloppen. Zij hebben het te druk met competitief te blijven en met het afbakenen van hun markt. De sector is enorm versnipperd. Er zijn maar een handvol spelers die zich exclusief focussen op deze niche. Anderen integreren dit segment in een ruimere textielportfolio.
Geraffineerd
Zo leidt de beursgenoteerde groep Sioen de dans. Dat de grootste Belgische speler in de sector van de sport- en outdoorkleding de coatingspecialist is, kan verrassend lijken. Maar Sioen bestaat uit drie divisies: naast Coating (63 % van de groepsomzet) is er ook nog de divisie Industrial én de divisie Apparel. Die laatste tekent voor 75,2 miljoen euro aan omzet, of 22 % van de groepsomzet. Het is in die divisie dat de confectie zit, die naast beschermkledij ook sportkleding produceert. Met Baleno heeft Sioen een kledinglijn voor de buitensport. Jagers, golfers en vissers kennen het merk ongetwijfeld. Bovendien staat Sioen sterk in (sport)kleding voor ruiters, motorpakken en skipakken.
De divisie Apparel heeft het meest te lijden onder de hevige concurrentiedruk en is uitgerekend ook de meest arbeidsintensieve. Dat laat zich voelen in de resultaten: de omzet van de divisie ging er met 11 % op achteruit, terwijl de groepsomzet met 7 % klom, tot 339,4 miljoen euro. Innovatie en technische vernieuwingen moeten ervoor zorgen dat Sioen zijn leiderspositie kan handhaven. En daar slaagt het tot nu toe goed in: liefst 25 % van de omzet wordt gehaald uit producten die vijf jaar geleden nog niet eens bestonden.
Ook Seyntex uit Tielt is actief in het sportieve segment. Rond 10 % schat gedelegeerd bestuurder Arthur Seynaeve (62) het aandeel van de outdoorkleding op de groepsomzet van 55,7 miljoen euro. Seyntex is vooral actief in gespecialiseerde beschermkleding. Sinds 1965 echter heeft Seyntex met het merk John Field ook een eigen kledinglijn. “We zijn zelf ruiters, en John Field was aanvankelijk onze basislijn voor ruiterskleding”, verklaart Seynaeve het ontstaan van die niche. Daarop werd verder geborduurd en uitgebreid naar kleding voor de vissers en jachtsport.
Volgens Arthur Seynaeve zit de outdoorkleding in de lift. “Kijk naar het aanbod bij afnemers als Decathlon en AS Adventure. Wel is het zaak om niet in concurrentie te treden met de gewone standaardkwaliteiten. Die worden massaal geproduceerd en geïmporteerd uit Azië. Wij moeten het hebben van producten met een hoge toegevoegde waarde. Geraffineerder, zowel in technieken als in de uitvoering. Daarmee zitten we in een iets hoger segment van de markt, maar daar is vraag naar.”
Keiharde concurrentie
Sioen en Seyntex zijn wat atypisch omdat sport- en outdoorkledij als onderdeel vervat zit in een geïntegreerde groep. Maar de tendens die zij aangeven en de druk die zij voelen, is symptomatisch voor de rest van de sector, dat vaak bestaat uit sterk gefocuste bedrijven en bedrijfjes.
Aparte cijfers voor deze niche uit de confectie zijn er niet voorhanden bij de beroepsfederaties. Zowel bij Creamoda, Fedustria als Fedis wordt opgemerkt dat omzet- en personeelscijfers geïntegreerd zitten in de cijfers van de confectiesector. Die staat voor zowat 17.800 werknemers, die samen goed zijn voor een omzet van 2,6 miljard euro. De helft van de omzet uit de sector wordt in het buitenland geproduceerd. Ontwerp en creatie zitten overwegend in België, snijden, stikken en afwerken gebeurt almaar meer in het buitenland. Een sector die zich als volgt laat samenvatten: bijzonder arbeidsintensief, uiterst vrouwelijk in tewerkstellingscijfers, sterk familiaal geïnspireerd en zwak in kapitaalstructuur.
De keiharde internationale concurrentie laat zich hier dan ook het sterkst voelen. Afnemers zijn vooral de grootdistributie, die onder enorme concurrentie de prijsdruk tegenover de producenten opvoert. Opvallend: de knowhow van technisch textiel krijgt via hoogwaardige toepassingen een afgeleide in het sportsegment, waar gretig wordt gegoocheld met windvrije, waterdichte én ademende stoffen. Producenten zijn vaak decennia geleden al de grenzen overgestoken naar lagelonenlanden. En wie in de sector de temperatuur meet, krijgt een typisch Belgisch zomerklimaat: wisselvallig, bewolkt en af en toe een zonnestraal.
De voetbal- en wielergekte die zo kenmerkend zijn voor deze lage landen, kennen ook hun beslag in de sportkledingsector. Want net in deze segmenten scoren de Belgen opvallend goed. Badpakken, trainingspakken en andere massaproducten worden dan weer massaal aangevoerd per container uit vooral Azië, en in mindere mate uit Oost-Europa, Tunesië en Turkije. België voerde in 2006 voor ruim 140 miljoen euro sportkleding in. Tegelijk voerden we voor ruim 180 miljoen euro uit. Een positieve handelsbalans heet zoiets. Alleen is enige omzichtigheid geboden bij de interpretatie van deze cijfers. België is namelijk ook en vooral een transitland: goederen komen hier aan en worden met- een verscheept naar andere landen. Ook deze transacties zitten begrepen in de cijfers, die daardoor behoorlijk vertekend zijn.
Gebrekkige cijfers, dus gingen we de gort op en laten de bedrijven zélf aan het woord. Op de volgende bladzijden presenteren we een overzichtje van enkele opvallende spelers die symbool kunnen staan.
Sjoukje Smedts Lieven Desmet
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier