Sport en timekeeping: Omega toont zijn geschiedenis

De Speedmaster Mark II "Rio 2016" van Omega. © Omega

Als timekeeper in de sport heeft Omega een geschiedenis die teruggaat tot 1932. Die rijke historiek toont het horlogemerk nu in een expo die van 4 augustus tot en met 11 september loopt in de Brusselse Koningsgalerij. Van het pistool voor het startschot tot camera’s voor de fotofinish: welkom in de wondere wereld van de tijdregistratie van de sportprestatie.

Sinds 1932 is Omega de officiële timekeeper van de Olympische Spelen. Het was de eerste keer dat de tijdmeting voor alle nummers van alle sportdisciplines aan één bedrijf werd toevertrouwd. De Spelen van 1932 werden gehouden in Los Angeles, Omega tekende er present met 1 timekeeper en 30 stopwatches. Om een idee te geven van hoe de olympische timekeeping zich mettertijd heeft ontwikkeld: voor de Spelen van Londen van 2012 bracht Omega 450 technici en 420 ton materiaal mee.

Alle 30 chronometers die in LA werden ingezet, waren gecertifieerd door het Observatorium van Neuchâtel. Ze konden de resultaten registeren met de nauwkeurigheid tot een tiende van een seconde. Accuraat genoeg om 17 wereldrecords op te tekenen. De Spelen van LA waren in nog andere opzichten baanbrekend: er was voor het eerst een olympisch dorp opgetrokken en de medailles werden voor het eerst op een podium uitgereikt. Markant: vier jaar later, naar de Olympische Spelen van 1936 in Berlijn, stuurde Omega nog altijd maar 1 timekeeper, maar wel al 185 stopwatches. In vergelijking met Los Angeles, meer dan het zesvoudige.

In Londen 1948 werd een van de grootste revoluties op het vlak van timekeeping onthuld. Omega introduceerde “Magic Eye”, de eerste fotofinish-camera.

In Londen 1948 – één wereldoorlog later – werd de uitrusting voor timekeeping niet langer meer in aantal toestellen uitgedrukt, maar wel in ton (0,6). Op die Olympische Spelen werd een van de grootste revoluties op het vlak van timekeeping onthuld. Omega introduceerde “Magic Eye”, de eerste fotofinish-camera. Met het toestel, ontwikkeld door de British Race Finish Recording Company, konden de (in Londen: 5) timekeepers de exacte positie van de atleten bij het overschrijden van de aankomstlijn vastleggen. Accurater dan tevoren kon het verschil tussen een gouden en een zilveren medaille worden bepaald. Uitslagen waren voortaan niet meer voor discussie vatbaar. Overigens werd “Magic Eye” op de Spelen van Londen al meteen grondig getest. In de finale van de 100 meter lieten twee Amerikanen, Harrison Dillard en Barney Ewel, een tijd van 10.3 noteren. Na raadpleging van de beelden van de fotofinishcamera riep de jury Dillard tot winnaar uit.

In 1960 leidde een soortgelijk duel op de Olympische Spelen van Rome tot de volgende grote innovatie. Bij de finale van de 100 meter vrije slag (zwemmen) raakten de scheidsrechters het oneens over wie gewonnen had. Ze konden dat niet met het blote oog onderscheiden. Uiteindelijk kenden ze de overwinning toe aan de Australiër John Devitt en plaatsten ze de Amerikaan Lance Larson tweede, terwijl het mogelijk andersom moest zijn.

Om dergelijke disputen te vermijden, ontwikkelde Omega de automatische touch pads en bevestigde die aan de rand van het zwembad. Bij hun finish konden de zwemmers zo zelf, met hun eigen handen, hun tijd stoppen. Het systeem – uitgevonden, gerealiseerd en fijn gesteld in de Omega-manufactuur van Biel – werd uitgeprobeerd op de Pan-Amerikaanse Spelen van Winnipeg in 1967, een jaar later deden ze in Mexico hun intrede op de Olympische Spelen .

Timekeepers aan het werk op de Olympische Spelen van Mexico in 1968.
Timekeepers aan het werk op de Olympische Spelen van Mexico in 1968.© Omega.

Op die Olympische Spelen van Mexico in 1968 was Omega aanwezig met 45 timekeepers en 8 ton materiaal. Daaronder, de Omega Photosprint, een camera die alle atleten filmde op het einde van de race. Van elke deelnemer apart kon het toestel het moment dat hij de aankomst overschreed, vastleggen op een foto. Binnen de minuut na een race beschikte de officials over een uitvergrote foto die de officiële tijd van elke deelnemer reveleerde. Tien wereldrecords registreerde de camera dat jaar in het Estadio Olimpico: zonder twijfel ook een gevolg van de grote hoogte waarop het stadion zich bevond.

Op sportief vlak gingen de Olympische Spelen van 1984 in Los Angeles de geschiedenis in als de Spelen van de Amerikaan Carl Lewis, die vier keer goud won. Maar ook Omega schreef geschiedenis in LA: het introduceerde een toestel dat valse starts detecteerde. Het ging om een uiterst gevoelig systeem dat de druk van de voet van de atleet op het startblok mat met een opzienbarende precisie. Een druk van 29 kilo voor een man en 27 kilo voor een vrouw volstond om het moment dat de atleet uit de startblokken naar voren schoot om zichzelf te lanceren, te meten met een reactiesnelheid van 0,100 seconden. Omega was nu bij machte om de geringste valse start te ontmaskeren.

Omdat de atleten almaar sterker en sneller werden, diende ook Omega zijn capaciteit op het vlak van timekeeping bij te stellen. Dat uit zich in drie technologische evoluties of zelfs revoluties.

Geluid beweegt zich trager voort dan licht. De atleet die zich het dichtste bij het startpistool bevond, hoorde het startschot een fractie van een seconde eerder dan zijn rivalen.

De eerste gaat over het startpistool. De man die met een pistool het startschot geeft, is natuurlijk een iconisch beeld in de geschiedenis van de Olympische Spelen. Maar er stelde zich toch een probleem. Namelijk dat geluid zich trager voortbeweegt dan licht. De atleet die zich het dichtste bij het startpistool bevond, hoorde het startschot een fractie van een seconde eerder dan zijn rivalen. Maar in de sport komt het soms net op fracties van een seconde aan.

Het elektrische startpistool.
Het elektrische startpistool.© Omega.

Daarom ontwikkelde Omega het elektronische startpistool, en introduceerde het op de Olympische Winterspelen van 2010 in Vancouver. Het gestroomlijnde rode toestel bestaat uit een flash gun en een box die geluid genereert. Het is geconnecteerd met geluidsboxen die achter elke atleet opgesteld staan. Zodoende hoort elke atleet het startschot op hetzelfde moment. Wanneer de starter de trekker van het startpistool overhaalt, gebeuren er simultaan drie dingen: er wordt een geluid opgewekt, er wordt een lichtstraal uitgezonden, en de apparatuur voor de timekeeping wordt opgestart.

MYRIA MAAKT 10.000 BEELDEN PER SECONDE

Een tweede technologische evolutie van de laatste jaren betreft de fotofinish. Het begon in 1948 met de “Magic Eye’ op de Olympische Spelen van Londen. Straks debuteert de Scan ‘O’Vision MYRIA op de Spelen van Rio. Het compacte toestel is een combinatie van een timedetector en een chronograaf . Het realiseert 10.000 beeldopnamen per seconde. Dankzij een verhoogde lichtintensiteit ligt de beeldkwaliteit bij de MYRIA vier keer hoger dan bij de vorige versie van een fotofinishcamera.

Samen met de fotofinishcamera “Magic Eye” lanceerde Omega foto-elektrische timing op de Olympische Spelen van Londen in 1948 . Het menselijke oog van de scheidsrechters aan de aankomstlijn werd vervangen door een snelle, lichtgevende elektrische stroom. Deze elektrisch-lichtbalk staat evenwijdig met, letterlijk in het verlengde van de aankomstlijn: zodra een atleet die overschrijdt, triggert de balk de stopwatches. Dankzij deze methodiek werden de tijden opgemeten met een nauwkeurigheid van 1/1000ste seconde.

Het menselijke oog van de scheidsrechters aan de aankomstlijn werd vervangen door een snelle, lichtgevende elektrische stroom.

Zes decennia later wordt de baanbrekende technologie van de fotocellen nog altijd aangewend om met een duizelingwekkende precisie te bepalen wanneer een atleet de aankomstlijn overschrijdt. Alleen werd die nauwkeurigheid nóg opgetrokken, bijvoorbeeld door het gebruik van infrarood licht. Belangrijk is ook dat de apparatuur in alle weeromstandigheden punctueel blijft functioneren.

In 2016 introduceert Omega de nieuwe versie van fotocellen. Ze zijn uitgerust met vier in de plaats van twee camera’s.

SPEKTAKEL OP HET SCOREBORD

Op de Olympische Spelen van Rio schakelt Omega nieuwe scoreborden in. Met de oude scoreborden, met amberkleurige info op een zwart scherm, werd natuurlijk al eerder komaf gemaakt. In Rio krijgen de hogeresolutiescoreborden een nieuw design en ze worden ook door een nieuwe software aangedreven. Daardoor brengen ze niet alleen tekst en live informatie, maar ook animatie, foto’s en beelden. De highlights werden nog nooit zo spectaculair op het scorebeeld gebracht.

Nieuwe scoreborden.
Nieuwe scoreborden.© Omega.

Omega presenteert zelfs een totaal nieuw soort scorebord, dat samenvalt met de rentree van golf als olympische sportdiscipline. Het is uitgerust met een radarsysteem, die over elke slag rapporteert nog voor hij voltooid is: de snelheid, de afstand en hoogte.

Technologie versus traditie. De sport gooit niet zomaar al zijn oude erfgoed overboord. En dat doet Omega als timekeeper evenmin. Op de tentoonstelling in Brussel valt onder meer ook de bronzen bel te bewonderen, die op de Olympische Spelen van 2012 in Londen telkens de laatste ronde inluidde. Op de Spelen van Rio heeft Omega 21 van die bronzen bellen mee.

De bronzen bellen werden vervaardigd in de metaalgieterij Blondeau, dicht bij het stadscentrum van La Chaux-de-Fonds in de Zwitserse bergen.

Het is wonderbaarlijk dat de state-of-the-arttechnologie op het vlak van timekeeping wordt gecombineerd met instrumenten die als het ware uit het bronzen tijdperk stammen. Maar de bronzen bellen vertolken perfect de spirit van een event dat de moderne tijden beroert, maar waarvan de roots in de tijd van het antieke Griekenland liggen.

(tekst: Ben Herremans)

PRAKTISCH

Omega’s Timekeeping Exhibition.

Yvan’s – Omega Shop in Shop

Koningsgalerij 17-19

Brussel

+32 2 512 88 99

Van 4 augustus 2016 tot 11 september 2016

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content