SPINNERIJ. Blijven draaien
Terwijl Lee in Ieper ondanks winst de deuren dichtgooit, rekent Santens uit Oudenaarde op groei tegen het jaar 2000. Daarom wordt nu al 300 miljoen frank geïnvesteerd. Niet in Oudenaarde, wel in Kilkenny, Ierland.
Locatie : Kilkenny (Ierland).
Voor de Ierse bedrijfsleiders is Jezus Kristus geen referentiepunt meer voor het bepalen van het jaar waarin ze leven en, vooral, werken. Over “1995” hebben ze het niet onder mekaar, wel over : “het tweede jaar van het derde nationaal akkoord”. Voor 1987 onderhandelden ondernemers en bonden op bedrijfsvlak ; sindsdien worden er nationale akkoorden afgesloten die steeds drie jaar geldig zijn. “En die nationale akkoorden werken goed, ” zegt Wouter Liekens (39 j.), algemeen direkteur van Kilkenny Textile Mills (KTM), de Ierse dochter van de Oudenaardse badstoffenproducent Santens. Liekens, een Antwerpenaar, zit als enige Belg bij KTM, een BV naar Nederlands recht.
KATOEN DUURDER DAN OOIT.
De katoenoogst van het afgelopen jaar is mislukt. “Een disaster, ” weet Liekens. India, Mexico, China, Turkije en Pakistan, tot voor kort grote katoenexporteurs, lopen vandaag zelf de wereld plat op zoek naar katoen. Gevolg : de katoenprijs is dramatisch gestegen. De laatste zes maand is katoen in prijs verdubbeld, in juni ’94 kostte een pond katoen 68 dollarcent, vandaag 120. Het was geleden van ’81 dat een pond katoen nog boven de magische één-dollargrens was gesprongen.
“Die prijs is een nachtmerrie voor alle spinnerijen, ” weet Liekens. “Je probeert dat natuurlijk aan de klanten door te rekenen, maar die pikken dat niet. Ik zit te wachten op januari ’96, op de nieuwe oogst. Dan zal katoen weer goedkoper worden. Intussen blijven we veel produceren, maar maken we weinig winst. ” Precieze winstcijfers geeft Liekens liever niet. “Maar, ” voegt hij er eerlijkheidshalve aan toe, “met een belastingvoet van 10 % heeft verlies weinig zin. “
KONKURRENTIEVERVALSING ?
Dat is nu net één van die Ierse onwelvoeglijkheden die de Europese Kommissie al eens het woord konkurrentievervalsing in de mond doet nemen. Tot 1990 waren alle in Ierland geproduceerde goederen met exportbestemming volledig belastingvrij, sindsdien is alles zowel voor de Ierse als voor de buitenlandse markt bij wijze van overgangsmaatregel tot in 2000 belastbaar aan 10 %. Wat er nadien te gebeuren staat, weet niemand. Maar daar piekert Liekens vandaag niet over. “Wat we gehad hebben, pakken ze ons niet meer af, ” lacht hij. Dat geldt evenzeer voor de Ierse lonen die amper 60 % van de Belgische halen.
KTM is, sinds Santens in 1982 de spinnerij waar het ruwe katoen wordt omgezet in garen overnam van het Amerikaanse Fieldcrest, danig veranderd. Fieldcrest, begonnen in Kilkenny in 1979 met de produktie van handdoeken, ging reeds in 1981 failliet. De Amerikaanse handdoeken made in Ireland waren té duur, zowel in Ierland als op het Europese vasteland. Kocht Santens in 1982 een ringspinnerij, dan toont KTM vandaag een open end-spinnerij. Qua koncept is de spinnerij in Kilkenny een kopie van die in Oudenaarde ; qua machinepark heeft ze nog recentere pronkstukjes dan de Westvlaamse kollega’s.
Zegt Liekens : “Sinds begin ’95 is onze produktie verhoogd met 50 procent, van 80 naar 120 ton per week. Ons gebouw is zo gekoncipieerd dat we over nog eens 50 procent uitbreidingskapaciteit beschikken. Vroeger produceerden we 5 dagen per week, nu 7, én de klok rond. Ja, ook de vrouwen draaien hier mee in volkontinu. Zo zijn de Ieren : gelijke rechten, gelijke plichten ; gelijke wedde, gelijke kondities. “
Driekwart van het garen dat de 80 KTM-personeelsleden produceren, gaat richting Oudenaarde. De Ieren tekenen voor 60 % van alle garen dat de Santensgroep verwerkt. De Vlaamse moeder krijgt van haar Ierse dochter nochtans geen vriendenprijsje toegegooid. Zegt Wouter Liekens. Ook al erkent hij moedwillig dat klanten die grote volumes aankopen bijvoorbeeld : driekwart van de produktie in de watten worden gelegd.
KLAAR STAAN.
En het overige kwart van de produktie ? Dat brengt Liekens willens nillens zelf aan de man, in Ierland of Groot-Brittannië. Een belangrijke klant is meteen zijn naaste buur op het Kilkenny Industrial & Business Park, het Amerikaanse Tex Tech, dat garen nodig heeft voor de produktie van tennisballen.
Besluit Liekens : “We zijn begonnen met 200 man, vandaag zijn er nog 80. Open end-spinnerijen moeten blijven draaien. We kunnen nog een klein beetje automatizeren, maar ook daar zijn grenzen aan. Santens is tamelijk seizoengebonden ; we zoeken dus vooral klanten die in andere seizoenen hun piek hebben. Onze opdracht is duidelijk : we moeten zorgen dat we blijven draaien. Wanneer Santens, zoals voorzien, binnen 5 à 6 jaar weer sterk aan groeien toe is, moeten we klaar staan. “
R.H.
WOUTER LIEKENS (KTM) Klaar staan voor de groei van Santens.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier