Spelen met de hersenen
David Toms was tijdens het Amerikaans PGA-kampioenschap een zucht beter dan Phil Mickelson.
Toms zette zonder meer een gave prestatie neer. Hij verbeterde het record van het aantal slagen tijdens een belangrijk toernooi met één punt en deed daarmee beter dan Greg Norman tijdens de British Open 1993 en Steve Elkington en Colin Montgomerie tijdens de US PGA 95.
De Europese spelers kwamen er dit jaar niet aan te pas. Parnevik werd dertiende met 276, McGinley 22ste met 278 en Fasth pas 29ste met 279.
De beslissing in de strijd tussen Toms en Mickelson viel pas tijdens de achttiende hole. Toms had een par nodig op deze par 4 van 450 meter. Na zijn drive vond hij de bal terug in de eerste rough, bovendien op een helling, zo’n dertig centimeter boven de enkel. Er stond wat water voor, net zoals in de green daarvoor. Eerst grabbelde Toms naar zijn houten 5 om de bal naar de vlag te slaan, maar z’n caddie, Scott Gneiser, praatte hem dat uit het hoofd. “Ik kon alleen maar hopen dat mijn bal in de rough achter de green zou belanden. Ik nam dus de enig mogelijke beslissing: ik greep mijn pitching wedge en sloeg de bal op de fairway, zo’n 80 meter van de vlag. Een perfecte afstand voor mijn lob wedge. De bal suisde iets voorbij de vlag, aan de linkerkant, maar dankzij de back spin rolde hij terug tot op drieënhalve meter. Van daar kon ik zeer rustig de putt binnentikken.”
Het publiek had hem nochtans toegeschreeuwd dat hij met een houten 5 naar de green moest slaan, maar Toms wilde Jean Van de Velde niet imiteren. Twee jaar geleden verloor die de British Open toen hij een eenvoudige lay-up verknoeide en vervolgens tijdens de play-off verloor.
Mickelson stond achter de green toen Toms ontdekte dat zijn bal in de rough lag, en gaf toe dat hij hoopte hem voor de green te zien gaan. Maar Toms gebruikte z’n hersenen, terwijl Mickelsons putt voor een birdie te kort was. “Ik dacht meteen aan de US Open 99 in Pinehurst, toen Payne Stewart hetzelfde trucje met me uithaalde. En het toernooi won.”
Dit was al de vierde keer dat Mickelson op de tweede plaats stond bij het begin van de laatste ronde van een belangrijk toernooi en toch met lege handen naar huis moest. Naast dit toernooi en Pinehurst 99 waren er ook de Masters 98, waar hij twaalfde werd ( O’Meara won toen), en de Masters 2001, waar hij derde werd (met Woods als overwinnaar).
“Ik ben nog maar 31,” verklaarde Mickelson achteraf zeer filosofisch. “Ik heb nog veel tijd om grote toernooien te winnen.” Mickelson won al twintig toernooien in z’n carrière, waarvan negentien in de Verenigde Staten. Voor Toms was het de zesde overwinning.
John Baete
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier