SOS ARBEIDSMARKT BELGIë
Begin dit jaar ontvouwde architect Guy Verhofstadt (VLD) de plannen die zijn regering tegen de federale verkiezingen van de lente 2007 wou realiseren. De tien werven, weet u wel. Een ervan was de versoepeling van de arbeidsmarkt. Een ander betrof de concurrentiekracht van onze economie. Allebei withete actualiteit door de 4000 ontslagen bij Volkwagen Vorst.
De eerste bouwwerf draaide flink in de soep, nadat het ACV de premier inpeperde te veel ‘soloslim’ te spelen. Ook de andere werf leverde niet erg veel op, tenzij de belofte van de sociale partners dat zij in hun tweejaarlijkse overleg ‘bijzondere aandacht’ zouden hebben voor de concurrentiekracht. Zover zijn we nu. Werkgevers en vakbonden zitten aan tafel. Wat zal eruit komen?
Het is tijd voor een nieuwe logica, een groot visionair pact onder de sociale partners, een overleg waarbij de woede van Vorst kan worden vervangen door de welvaart van een nieuwe economie (zie blz. 51 en 138). De mayonaise pakt niet meer. En dat blijkt uit de cijfers. Van 2000 tot 2006 kwamen er in de privésector nauwelijks nieuwe banen bij.
“De waarheid is hard,” stelt Geert Noels vast (blz. 29). “België heeft, als enige Europese economie, de switch naar de diensteneconomie compleet gemist. Een feit dat wellicht nog dramatischer is dan de sluiting van Volkswagen in Vorst.” En de reden hiervoor is dat we met een totaal verouderd recept in de pot roeren: de lineaire loonaanpak.
Een bedrijfsleider die zijn werknemers op uniforme wijze volgens anciënniteit blijft verlonen, dreigt zichzelf vroeg of laat de das om te doen. Jonge, talentvolle – en dus ook productieve – werknemers zoeken het groene gras op bij de concurrentie, terwijl oude en ervaren collega’s te duur worden om nog succesvol de overstap te wagen. Deze lineaire formule werkt contraproductief.
Gelijkaardige beperkingen spelen zich af op een hoger niveau. Een matiging van de loonkosten eenvormig opleggen aan alle bedrijven, zorgt ervoor dat de bloedsomloop in de economie stremt. Bedrijven met hartklachten blijven te lang in leven en gezonde bedrijven krijgen te weinig zuurstof om extra talent aan te trekken.
Hier spelen twee zaken mee. Eerst en vooral heeft België nood aan een dynamische economie, die aanwervingen en ontslagen soepeler maakt. En dat wil ook zeggen een herziening van de formule-Claeys, die de ontslagvergoeding berekent op basis van anciënniteit, leeftijd en loon. Lage ontslagdrempels leveren lagere aanwervingsdrempels op, en dat versoepelt de economie.
Dat politici dit laatste nog niet begrepen hebben, blijkt uit de jongste begrotingsoefening. Om de rekening te doen kloppen, besliste de regering dat bedrijven die mensen laten vertrekken, voortaan zelf de sociale bijdrage op het niet opgenomen vakantiegeld moeten betalen. De logica was: zo wordt het duurder om een werknemer af te danken en goedkoper om een afgedankte werknemer aan te werven.
Maar zo redeneert een bedrijfsleider niet. Iemand rekruteren die pas is ontslagen, houdt altijd een risico in. En een hogere ontslagdrempel kan die werkgever nog meer afschrikken. Dergelijke maatregelen remmen dus de arbeidsmobiliteit af. En ze zijn niet van aard om de 4000 ongelukkigen van VW Vorst snel weer aan het werk te zetten.
Een tweede noodzakelijke voorwaarde is dat grotere loonverschillen tussen de sectoren en bedrijven in België mogelijk moeten worden. In de ICT- en financiële branche woedt een internationale talentenoorlog. Hogere lonen zijn er het enige antidotum tegen een stapsgewijze braindrain.
Stilaan beginnen de geesten te rijpen. Ook in werkgeverskringen begint het besef door te sijpelen dat het eenzijdige parcours van het sociaal overleg op federaal niveau moet worden doorbroken. Zo beaamt Vokapatron Urbain Vandeurzen in deze Trends dat de huidige formule van het sociaal overleg de groei van onze economie eerder afremt dan stimuleert.
Er is een belofte gemaakt. Dit voorjaar hebben de sociale partners – in samenspraak met de regering – afgesproken bijzondere aandacht te hebben voor onze concurrentiekracht. Met het drama van Volkswagen Vorst in het achterhoofd kan niemand echter nog om de realiteit heen. Deze competitiviteit staat of valt met de soepelheid van onze arbeidsmarkt.
Piet Depuydt
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier