Solvay verkoopt farmadivisie voor 5,2 miljard
De chemie- en farmagroep Solvay kon en mocht niet langer wachten om zich te ontdoen van zijn farmadivisie. “We kunnen dit beter nú doen, terwijl de omstandigheden nog goed zijn”, klinkt het bij het bedrijf. Lees: meer geld krijgen we er nooit voor. De opbrengst van de verkoop bedraagt 5,2 miljard euro, inclusief 4,5 miljard euro in cash. Dat is een meer dan faire prijs, gezien de omstandigheden.
De farma-afdeling is de grootste geldkoe van de groep, maar krijgt steeds meer de wind van voren. Het ontbreekt Solvay Pharma meer bepaald aan potentieel blockbustermateriaal, zeg maar medicijnen die een jaarlijkse omzet van meer dan 1 miljard dollar kunnen genereren. En voor het inkopen van nieuwe potentiële toppers is er geen geld. Ook een beursgang van de farmatak zou daarvoor onvoldoende opleveren. Bovendien worstelt Solvay volgens topman Christian Jourquin met aanzwellende problemen om nieuwe medicijnen geregistreerd te krijgen en met de groeiende druk op prijzen door de concurrentie van generische varianten. Een kleine garnaal als Solvay Pharma dreigt dan op termijn kopje-onder te gaan.
Intussen mag niet worden vergeten dat de uitdagingen ook groot zijn voor de andere twee bedrijfstakken, chemie en plastics. Met het nemen van te grote financiële risico’s in farma zou Solvay helemaal slagzij kunnen maken.
Dat Jourquin de raad van bestuur van Solvay heeft moeten overtuigen van een verkoop van farma is wel ironisch. Hij is namelijk lang dé grote voorstander geweest van het hybride model. Dat hij de bui ook als eerste zag hangen, komt omdat hij gepokt en gemazeld is in farma. Jourquin legde als manager van de dochteronderneming Duphar in Amsterdam in de jaren tachtig de basis van de huidige farmadivisie.
De hamvraag is nu waaraan Jourquin de opbrengst van de verkoop spendeert. Het management heeft daar al het nodige denkwerk ingestoken, maar Jourquin blijft er nog erg vaag over. Een deel gaat naar bestaande activiteiten, heet het, en een deel dient voor activiteiten met een hoge toegevoegde waarde en met een kleine energetische voetafdruk die de groep minder cyclisch maken.
Solvay is ook al geruime tijd actief in allerlei hightechtoepassingen voor zijn andere activiteiten. “Als Solvay zulke nieuwe activiteiten niet ontwikkelt, zal het niet overleven”, zei Jean-Marie Solvay, bestuurder in het bedrijf dat door zijn betovergrootvader werd gesticht, in een recent interview. Maar alleen daarmee redt Solvay het niet. Jourquin weet ook dat er geld in het laatje moet komen om de balans sterk te houden en dat de basisactiviteiten verder moeten worden versterkt.
Dat uitgerekend Abbott Solvay Pharma binnenrijft, mag intussen niet verbazen. Abbott heeft er ook het meeste bij te winnen. Solvay en Abbott zijn al jaren partners in de verkoop van cholesterolmedicijnen, waarbij vooral Abbott jaarlijks een fortuin binnenrijft. Niet verwonderlijk dat Abbott dus het hoogste bod op tafel legde. Dat het meermaals ontkende geïnteresseerd te zijn, was niet meer dan spielerei, die werd aangezwengeld door sommige van de ingehuurde zakenbankiers. Dat die duchtig informatie lekten over de evolutie van het strategische onderzoek, moest Jourquin er noodgedwongen bijnemen, maar werkte danig op zijn zenuwen.
Solvay heeft uiteindelijk nog wat vaart gezet achter zijn beslissing om te verkopen. Dat heeft ook te maken met onrust en bezorgdheid die loodzwaar begonnen te wegen op het personeel. Bronnen bij Innogenetics hadden trouwens al enige tijd aangegeven dat er dringend duidelijkheid moest komen. Voor heel wat werknemers van de farmatak is het de tweede keer in korte tijd dat zij nieuwe broodheren krijgen. Solvay nam in 2005 het Franse Fournier Pharma over en in 2008 het Belgische Innogenetics. Voor hen breken onzekere tijden aan.
Be.L.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier