SOLIDARITEIT

DE BEPERKINGEN VAN FISCALE AUTONOMIE.

Iedereen wil meer fiscale autonomie, ook de socialisten. Robert Voorhamme, de huidige nummer één van de SP in de sociaal-economische dossiers, sluit zich aan bij het pragmatisch voorstel van Jef Vuchelen: “De VUB-prof vertrekt van wat er al is. De bevoegdheid van de deelgebieden zal pas wijzigen, nadat alle betrokken partijen hun zegen hebben gegeven.”

Wel vinden de Vlaamse socialisten, dat de solidariteit bewaard moet blijven. Voorhamme: “Indien Vlaanderen over fiscale autonomie wil beschikken, zal het daar duidelijkheid over moeten scheppen. Zo niet zullen de Franstaligen nooit een grondwetsherziening toestaan. Nu vertalen de Walen de discussie over de fiscale autonomie verkeerdelijk als een verborgen agenda van de Vlamingen om de solidariteit af te breken. Dat negatief gevoel moeten wij kunnen doorbreken, anders torpederen we de onderhandelingen op voorhand. Ook kan je die solidariteit niet voorwaardelijk maken – zoals sommigen suggereren – noch verplichten welk het doel is van de transfergelden. Dat is een aanfluiting van het zelfbeschikkingsrecht.”

De Vlaamse socialist en ex-vakbondsman wil verder gaan dan de minimalistische visie van vice-premier Herman Van Rompuy (CVP): “Op dit ogenblik financieren de gewesten zo’n 10% van hun uitgaven zelf door inkomsten uit eigen, regionale belastingen. Dit aandeel zou gemakkelijk kunnen worden opgetrokken naar 50%.” In tegenstelling tot enkele jaren geleden is de tijd nu rijp voor fiscale autonomie. Voorhamme: “Vandaag boezemen de nieuwe instellingen voldoende vertrouwen in. Bovendien gaf de regering het afgelopen decennium terecht de absolute prioriteit aan de sanering van onze overheidsfinanciën. Na het halen van de Maastricht-norm is nu opnieuw bewegingsruimte voor een verdere staatshervorming.”

In belastingen bestaan vier niveaus: de grondslag, het tarief, de opbrengsten en de inning. Voorhamme ziet echter zes beperkingen, die verhinderen dat al deze bevoegdheden integraal naar de deelgebieden kunnen worden overgeheveld:

de schuldstabilisatie (Maastricht-norm);

de Belgische staatsschuld (geen splitsing, want te duur);

de sturingscapaciteit van de fiscaliteit (eigen bevoegdheden);

het herverdelingsmechanisme van de fiscaliteit (op federaal vlak);

de Belgische eigenheid (drie gemeenschappen en drie gewesten);

geen schadelijke belastingconcurrentie tussen deelgebieden.

Toch beantwoordt de eis van fiscale autonomie aan de democratische legitimiteit, zegt Voorhamme. Daarom pleiten de Vlaamse socialisten voor een gedeelde autonomie:

De volledige overheveling van alle gewestbelastingen. Bij voorbeeld: de verkeersbelasting, het eurovignet, het kijk- en luistergeld, schenkingen, registratierechten en dergelijke.

De indirecte belastingen blijven een federale bevoegdheid. Eén uitzondering, de BTW voor de bouw, om het huisvestingsbeleid van een regio te financieren.

Een splitsing van de personenbelasting. In onderling overleg leggen de deelstaten de grondslag vast. Maar de tarieven worden opgedeeld in een federale en een gewestelijke component. De gewesten kunnen dan hun eigen barema’s, aftrek en vrijstellingen bepalen. Een bijzondere wet (tweederdenmeerderheid) moet de algemene randvoorwaarden omschrijven om de progressieve structuur van het stelsel te behouden.

Harmonisering van de vennootschapsbelasting. Om fiscale concurrentie tussen regio’s en lidstaten te vermijden, bepaalt de Europese Unie bij voorkeur de grondslag en het tarief. Indien er geen harmonisering plaatsvindt, behoudt de federale overheid deze bevoegdheid. Ook de inning blijft centraal. De opbrengsten worden geheel of gedeeltelijk uitgekeerd aan de gewesten, die zelf investeringsstimuli kunnen invoeren.

Guy Clémer Eric Pompen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content