SOCIALE ZEKERHEID. WAALSE STRUISVOGELS ?

Hans Brockmans
Hans Brockmans redacteur bij Trends

De splitsing van de sociale zekerheid ? De regeerakkoorden reppen er niet over. Zijn de schrijvers van deze teksten struisvogels ? Ce sera sans nous !, antwoordde PS-voorzitter Philippe Busquin ooit. Het radikale Waalse front maakt de splitsing tot een taboe. Voor eeuwig ? “Neen, ” meent Bruno Huygebaert, auteur van het nieuwe overzicht Splitsen of delen Naar de federalizering van de sociale zekerheid ? (Standaard Uitgeverij) en radiojournalist bij de BRTN. “Het debat is onvermijdelijk. De Vlaamse druk neemt toe. In 1999 eindigt de overgangsperiode van de wet op de financiering van de gewesten en gemeenschappen. Het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschap zullen het dan budgettair moeilijk hebben en een beroep doen op nieuwe federale middelen. Op dat ogenblik kan Vlaanderen de gedeeltelijke splitsing eisen. “

– TRENDS. Dan pas ? De (gedeeltelijke) splitsing van de sociale zekerheid werd al tijdens de vorige regering Luc Van den Brande aangekaart. Waarom dat Vlaamse getalm ?

– BRUNO HUYGEBAERT. De Onderzoeksgroep Sociale Zekerheid 2002, die voor de Vlaamse regering de sociale zekerheid moest doorlichten, raakte het niet eens over het feit of de transfers al dan niet terecht waren. De onderzoekers geraakten bovendien erg moeilijk aan de gegevens, wat hun werk vertraagde. Zo weigerde Philippe Moureaux, toenmalig PS-minister van Sociale Zaken, vlakaf aan het onderzoek mee te werken. Ook de Rijksdienst voor Pensioenen en het Fonds voor Arbeidsongevallen waren karig met informatie. Het Riziv beschikt amper over regionale balansen. Toch behaalde de onderzoeksgroep enkele resultaten. Zij berekende bijvoorbeeld in de gezondheidszorg een transfer van 111 miljard frank (1990).

– Sommigen stellen dat de noord/zuid-transfers van voorbijgaande aard zijn, want een gevolg van de regionale konjunktuur. En die hangt samen met de demografische kenmerken van de bevolking. Het rijke Wallonië heeft het arme Vlaanderen in de vorige eeuw toch ook gesubsidieerd, luidt het. Klopt die stelling ?

– Neen. VUB-professor Juul Hannes berekende de Belgische fiskale inkomsten tussen 1832 en 1912. Vlaanderen, 44 % van de bevolking, betaalde 44 % van de belastingen. Wallonië, 38 % van de populatie, was slechts goed voor 30 % van de fiskale inkomsten. En de overheidsinvesteringen gebeurden vooral in het zuiden. Het ziet ernaar uit dat er geen einde komt aan de transfers. Professor Paul Van Rompuy (Hoge Raad van Financiën), lid van de Vlaamse onderzoeksgroep, berekende tot 2050 de “dekkingsgraad” in de sociale zekerheid. Met andere woorden : de mate waarin een gewest zelf de inkomsten genereert om de uitgaven te betalen. Een afzonderlijke Vlaamse sociale zekerheid (Brussel niet inbegrepen) was in 1990 voor 97 % zelfbedruipend. In Wallonië bedraagt dat percentage 66 %. De Brusselse inkomsten dekken de uitgaven voor 69 %. In heel de onderzochte periode ligt het Waalse percentage onder het Vlaamse. Met andere woorden : de Vlaamse tranfers naar Wallonië zijn, hoewel ze dalen, een vast gegeven.

– Geldt dat ook voor Brussel ?

– Tot 2030 heeft Vlaanderen (zonder Brussel) een hogere dekkingsgraad dan zijn hoofdstad. Later is er een vergrijzingseffekt. In 2050 wordt de Brusselse sociale zekerheid voor 86,7 % gedekt met eigen inkomsten. In Vlaanderen ligt dat percentage 5,5 % lager. Het is de vraag in hoeverre deze kloof wordt gekompenseerd door het grotere Vlaamse aandeel in de overheidsdotatie aan de sociale zekerheid.

– Leidt een afzonderlijke sociale zekerheid tot het uiteenvallen van België ?

– Tegenstanders menen van wel. Door de inkomensverschillen zou de Eonomische en Monetaire Unie (EMU) in gevaar komen. Een afzonderlijke Vlaamse sociale zekerheid zal immers, financieel gezien, meer leefbaar zijn dan de Waalse. Dat kan leiden tot een verlaging van de patronale bijdragen of hogere uitkeringen. En alleszins zal er in Vlaanderen minder hard gesaneerd moeten worden. De makro-ekonomische gegevens in beide landsdelen zullen sterk verschillen. Wat resulteert in een sterkere Vlaamse en een iets zwakkere Waalse frank.

– België, met zijn hoge werkloosheid en de wurgende staatsschuld, heeft toch ook een monetaire unie met het welvarende Luxemburg en de facto met Duitsland. Bovendien gaat de Belgische EMU op in de Europese Ekonomische en Monetaire Unie in wording. Is het instandhouden van de unitaire sociale zekerheid als garantie voor de Belgische EMU een drogreden ?

– Misschien. Maar tegenstanders van de splitsing vrezen de sociale dumping : er kan een Waalse migratie richting Vlaanderen op gang komen. En wat te doen met Brussel ? Sociale zekerheid is immers een persoonsgebonden, dus gemeenschapsmaterie. Zullen de Brusselaars moeten opteren voor het Vlaamse of frankofone stelsel ? De CVP vreest een verkapte talentelling.

– Wat met Brussel in de hypotese dat het Vlaamse parlement een soevereine staat uitroept ?

– In een splitsingsscenario staat Brussel voor de keuze. Als het bereid is de Waalse sociale zekerheid te subsidiëren, kan het zich koppelen aan het frankofone zuiden. Kiest het voor onafhankelijkheid, dan moet het er rekening mee houden dat de Vlaamse transfers in het scenario van Van Rompuy voorzien tot 2030 opdrogen. En het is de vraag in hoeverre de ministaat Brussel na 2030 voldoende belastingen genereert om de overheidsdotatie aan de sociale zekerheid en dan zwijg ik nog over de rest van het staatshuishouden te financieren.

– Blijft over, de derde optie : de integratie van Brussel in de rest van Vlaanderen.

– Dat zullen de Brusselaars zelf moeten uitmaken.

HANS BROCKMANS

BRUNO HUYGEBAERT (“SPLITSEN OF DELEN”) Als Brussel bereid is Wallonië te subsidiëren, kan het zich in een splitsingsscenario koppelen aan het frankofone zuiden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content