Sociaal surrealisme
SOMS IS POLITIEK louter verpakking. Neem de eeuwige discussie over het sociale Europa. De politieke linkerzijde, de vakbonden en de middenveldorganisaties vinden de Europese Unie een kille economische club. Zolang de economie meezit, de banen volgen en de subsidiekraan openstaat, blijft dat verwijt vooral latent. Maar zodra er een crisis uitbreekt, komt de ergernis boven. Tijdens de wereldwijde financiële crisis en de eurocrisis sloeg die ergernis om in een woede die mee de stinkende pot van het populisme deed overkoken.
Nu de nood hoog is, komt de redding in de persoon van Jean-Claude Juncker, de voorzitter van de Europese Commissie, die de vele Europese instellingen, organen, comités en sociale partners meetrekt in een project om een “Europese pijler van sociale rechten” op te richten. Ettelijke consultaties, vergaderingen en aanpassingen later volgt de apotheose op een speciale sociale top in die allersociaalste lidstaat, Zweden. De drie presidenten van de Europese Unie ondertekenen er plechtig een pijler met “nieuwe en effectieve rechten”, aldus de officiële communicatie.
EUROPA IS DUs sociaal getransformeerd, zou u denken, maar dat is volslagen misplaatst. De pijler van sociale rechten bevat helemaal geen effectieve rechten voor de burgers. Het is een open tekst met twintig vage beginselen over gelijke kansen, billijke arbeidsvoorwaarden en sociale bescherming. Het gros van de doelstellingen valt ook buiten de bevoegdheid van de Europese Unie. Er is geen enkele consensus om de Unie daar alsnog voor bevoegd te maken.
Het sociale Europa staat dus niet op een pijler en heeft helemaal geen rechten. Dat komt omdat de lidstaten hun sociale beleid nationaal willen houden en de Europese Unie willen gebruiken voor de organisatie van de Europese economische markt. Zolang de lidstaten niet bereid zijn onderling sociale solidariteit en harmonisering te organiseren, zal die bevoegdheidsverdeling niet fundamenteel veranderen. Die bereidheid is afwezig. De Europese pijler voor sociale rechten is sociaal surrealisme.
WAT EUROPA DOET, heeft België uitgevonden. De dag waarop in Götenborg het sociale Europa werd gesmeed, was de dag waarop in België de minimale dienstverlening tijdens spoorstakingen werd gegarandeerd. Voorstanders loven een historische doorbraak, vakbonden roepen over een schandalige afbraak, maar van een minimale dienstverlening is helemaal geen sprake. De nieuwe regeling wil alleen de deelname aan een spoorstaking 72 uur op voorhand vastleggen, in de hoop dat de NMBS daarmee een dienstregeling onder werkwilligen kan opzetten.
De nieuwe wet wil de stakingschaos bij het spoor vermijden door stakingen en de impact ervan tijdig aan de reizigers te kunnen aankondigen. Of er ook dienstverlening zal zijn, hangt af van de stakers, van de werkwilligen en van de NMBS. Maar er kunnen geen minimale prestaties worden opgelegd tegen de stakers in. Evenmin kunnen prestaties worden afgedwongen van vakbonden zonder rechtspersoonlijkheid. De heiligheid van het stakingsrecht en de onaantastbaarheid van de vakbond blijven overeind. Er is geen pragmatisch evenwicht bereikt tussen de rechten van stakers en de vrijheden en de rechten van alle anderen.
SOCIAAL SURREALISME SPEELT een politiek spel met uitdagingen die al decennia verdelen en aanslepen. Het predikt verandering en presenteert doorbraken. De goegemeente, murw door het eindeloze geruis en gedruis, valt voor een triomf die een nederlaag is. Want achter een symbolische verandering blijven de dogma’s ongewijzigd en de loopgraven bemand. Er is mateloos gemobiliseerd, maar vruchteloos gehandeld. Sociaal surrealisme is een façade waarachter aloude verdeeldheid verder verzuurt. Doen alsof we kiezen, terwijl we eigenlijk niet kiezen, is energieverspilling die de mogelijkheid om daadwerkelijk en daadkrachtig te hervormen alleen verder hypothekeert.
De auteur is directeur van denktank Itinera en doceert aan de UGent
MARC DE VOS
Het sociale Europa staat niet op een pijler en heeft helemaal geen rechten.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier