Sociaal overleg is klinisch dood

Alain Mouton

De sociale partners zijn er niet in geslaagd om zoals gevraagd tegen 1 oktober een advies uit te brengen over een nieuw Generatiepact. De sfeer tussen vakbonden en werkgevers is dan ook danig verziekt. In elk dossier staan ze lijnrecht tegenover elkaar.

Het is een zeer moeilijk dossier en we moeten nog zeker een aantal dagen vergaderen. De standpunten liggen zeer ver uiteen”, luidde het begin deze week bij experts van werkgevers en vakbonden. Die evalueren in de Nationale Arbeidsraad (NAR) al een aantal weken het Generatiepact uit 2005. Dat pact moest vooral de vervroegde uittreding uit de arbeidsmarkt (en dan in eerste instantie het brugpensioen) ontmoedigen. Dit voorjaar had ontslagnemend minister van Werk Joëlle Milquet aan de sociale partners gevraagd het Generatiepact te evalueren en tegen 1 oktober een advies uit te brengen. Dat moet gebaseerd zijn op cijfers van de NAR. In het beste geval zouden de sociale partners een gezamenlijk advies uitbrengen, in het slechtste geval elk apart.

Ondertussen liggen de cijfers er (de NAR heeft het over een ‘discussienota’), maar vakbonden en werkgevers interpreteren ze totaal anders. De vakbonden geven toe dat het aantal bruggepensioneerden tussen 2002 en 2011 gestegen is van 106.500 naar 119.856. Maar ze wijzen erop dat het aandeel van de bruggepensioneerden in de leeftijdsgroep van de 50-plussers voortdurend afneemt, dat 68 procent van de bruggepensioneerden ouder is dan 60 jaar en dat de brugpensioenen de gemeenschap gemiddeld 50 procent minder kosten dan de werkloosheid. Bovendien is de werkzaamheidsgraad (het aantal werkenden in verhouding tot degenen die kunnen werken) van de 55-plussers in België gestegen van 31,8 procent in 2005 naar 37,3 procent in 2010.

Veel te weinig, zeggen de werkgevers, want België bekleedt daarmee de voorlaatste positie in West-Europa. VBO en Unizo zetten de Belgische werkzaamheidscijfers af tegen de veel hogere percentages in Nederland (54 %) en Duitsland (58 %). De werkgevers willen de leeftijd voor vervroegde uittreding onmiddellijk optrekken tot 62 jaar en de pensioenleeftijd tot 67 jaar tegen 2030. Onaanvaardbaar voor de vakbonden, en dus wordt de hete aardappel zo goed als zeker doorgespeeld naar de volgende federale regering. Die moet net als in 2005 beslissen welke maatregelen nodig zijn om de vervroegde uittreding tegen te gaan.

Vakantieherinneringen

Het Generatiepact is een symbolisch zwaar beladen dossier, maar dat de sociale partners het zelfs niet eens geraken over de interpretatie van de cijfers toont aan dat er wat schort aan het sociaal overleg. “De fut is eruit”, zegt een lid van de Groep van 10, het gremium verantwoordelijk voor het sociaal overleg, “En eigenlijk is het sociaal overleg klinisch dood. Symptomatisch was de informele ontmoeting van de Groep van 10 een paar weken geleden. Het was eerder een samenkomst van mensen die elkaar al maanden niet meer gezien hadden en vakantieherinneringen ophaalden.”

Reden van dit immobilisme: het interprofessioneel akkoord (IPA) dat begin dit jaar werd afgesloten met hulp van de regering. Dat heeft diepe wonden geslagen. Aanvankelijk had iedereen zijn handtekening gezet onder een naar Belgische normen gematigd loonakkoord: in 2011 en 2012 zou enkel de automatische loonindexering worden toegekend met daarbovenop een reële loonsverhoging van 0,3 procent. Maar de inkt van het akkoord was nog niet droog of ABVV-voorzitter Rudy De Leeuw en ACLVB-voorzitter Jan Vercamst benadrukten dat ze het akkoord niet zouden verdedigen bij de achterban. Uiteindelijk keurde aan vakbondszijde enkel de christelijke vakbond ACV het IPA goed. Onder andere de kmo-organisatie Unizo ergerde zich mateloos aan de houding van de socialistische en de liberale vakbond. Dat verergerde nog toen de vakbonden tijdens de sectorale onderhandelingen via allerlei achterpoortjes probeerden extra loonsverhogingen binnen te halen. Op de koop toe stapte ACLVB-voorzitter Jan Vercamst vorige maand naar de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) om een klacht in te dienen tegen de in zijn ogen te rigide loonnorm. Hij werd daarin niet gevolgd door de andere vakbonden, maar Unizo-topman Karel Van Eetvelt was woedend en sprak over “het einde van het sociaal overleg in België”.

Hopen op de regering

Het gevolg van de verziekte relatie tussen vakbonden en werkgevers is dat de sociale partners de komende maanden in ongeveer geen enkel sociaaleconomisch dossier denken vooruitgang te boeken. Want er is niet alleen het Generatiepact. De voorbije maanden is de discussie over de automatische loonindexe-ring opnieuw losgebarsten. Volgens de Europese Commissie moet België dit unieke stelsel dringend bijsturen om de concurrentiepositie van de ondernemingen te versterken. Maar voor de vakbonden is dat een absoluut taboe. “De index is onze AAA”, zegt het ABVV. Dat de loonkosten volgens cijfers van Eurostat in onze buurlanden en zeker in Duitsland sneller stijgen dan bij ons, is voor de vakbonden een extra argument om de automatische indexering onaangeroerd te laten. Net als de afnemende inflatie. Die is in België in september voor de tweede maand op rij lichtjes gedaald tot 3,55 procent tegenover 3,60 procent in augustus.

Begin november komt de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) met zijn tussentijds rapport over de Belgische loonkostenevolutie. Dan zal blijken of de Belgische loonkostenhandicap – die volgens de OESO gecorrigeerd voor productiviteit 8 procent bedraagt – daalt. De werkgevers maken zich weinig illusies. “Maatregelen om de concurrentiekracht te verhogen via een aanpassing van de index en een verlaging van de loonkosten wordt een zaak van de volgende regering. Wij hopen dat die principes in het regeerakkoord komen”, klinkt het bij een onderhandelaar van de Groep van 10.

Arbeiders-bedienden: de klok tikt

Een ander dossier dat de komende maanden regelmatig op de tafel van de sociale partners zal komen, is het eenheidsstatuut arbeiders-bedienden. In het IPA werd een zeer ingewikkelde regeling opgenomen om de ontslagregelingen voor arbeiders en bedienden meer op elkaar af te stemmen.

Maar deze zomer stelde een arrest van het Grondwettelijk Hof dat tegen 8 juli 2013 alle verschillen in sociaal statuut tussen arbeiders en bedienden verdwenen moeten zijn. Als de sociale partners tegen dan geen akkoord bereiken, kan elke arbeider bij ontslag aan de rechtbank een voordelige regeling voor bedienden vragen. Dat arrest is goed nieuws voor de vakbonden. Zij hoeven slechts af te wachten. In zijn hoofdartikel van het ledenblad was Herwig Jorissen, voorzitter van het Vlaamse ABVV-Metaal, duidelijk: “Het belang van deze uitspraak schuilt niet alleen in het gelijk dat de arbeiders hier opnieuw halen, maar in het feit dat dankzij het Grondwettelijk Hof vanaf nu de klok begint te tikken.” Werkgevers betwijfelen of ze via het sociaal overleg over het eenheidsstatuut überhaupt nog een akkoord kunnen bereiken. Ook hier klinkt het dat “dit via een driepartijenoverleg zal gebeuren. Samen met de regering”.

Boven op de verziekte sfeer tussen vakbonden en werkgevers zijn er nog andere elementen die een vlot sociaal overleg belemmeren. Bij het ACV volgt Marc Leemans eind dit jaar Luc Cortebeeck op als voorzitter. De christelijke vakbond zit in een soort van overgangsfase. Belangrijker zijn de sociale verkiezingen van mei 2012. Die maken dat het tot dan zeer moeilijk wordt om sociale dossiers op een serene manier te behandelen, omdat de vakbonden zich in de aanloop naar de sociale verkiezingen steeds radicaler opstellen.

ALAIN MOUTON

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content