Wolfgang Riepl
Sociaal minimumloon is asociaal
Nooit waren er zo veel mensen aan het werk in Duitsland. Het gaat grotendeels om goed betaalde banen: de overheidsinkomsten via belastingen en sociale bijdragen uit arbeid worden bijna maandelijks opwaarts herzien.
Tijd dus voor geschenken voor het kiespubliek, moet de Duitse regering hebben gedacht toen ze eind vorig jaar besliste een minimumloon van 8,5 euro per uur in te voeren. Dat is voorwaar een bijzonder sociale maatregel in een land waarvan critici ons wijsmaken dat mensen er tegen een hongerloon van één euro per uur zweten en zwoegen.
In kleinere bedrijven dreigt een verlies van tienduizenden banen
Of toch niet? De maatregel – de dada van federaal minister van Werkgelegenheid Andrea Nahles (SPD) – heeft in se een sociaal doel, maar de effecten zijn bijzonder asociaal. Vooral in kleinere bedrijven, die vaak een essentiële schakel zijn voor de integratie van laaggeschoolde werknemers in hun gemeente of stadswijk, dreigt een verlies van tienduizenden banen. Kappers, taxibedrijven, kleinere boerderijen, hotels, horecazaken, allemaal trekken ze aan de alarmbel. Hetzelfde zien we bij uitgeverijen en culturele instellingen. De hoge lonen prijzen de laaggeschoolden uit de markt.
De laag betaalde banen – gekoppeld aan overheidstoelagen tegen armoedebestrijding – waren de voorbije jaren in Duitsland een onmiskenbare factor van sociale mobiliteit naar betere banen. Gooit de coalitie het kind met het badwater weg? Andrea Nahles kan haar licht opsteken bij de kameraden van de PS in Henegouwen. Daar kan ze de verwoestende ravage van een te hoog minimumloon aanschouwen en de generatiewerklozen en -armen gaan tellen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier