Alain Mouton

Sociaal akkoord overtuigt niet

In het vorige nacht afgesloten interprofessioneel akkoord (IPA) voor 2011-2012 benadrukken de sociale partners dat ze hiermee “een signaal van vertrouwen in de toekomst uitzenden.”

Maar akkoord tussen vakbonden en werkgevers overtuigt niet, en wel om twee redenen.

Ten eerste wordt de Belgische loonkostenhandicap ten opzichte van de drie buurlanden (aangegroeid tot ongeveer 7 procent sinds 1996) en Duitsland in het bijzonder niet afgebouwd. De sociale partners zijn overeengekomen dat in 2011-2012 een indexaanpassing van 3,9 procent wordt toegekend zoals voorspeld door de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven.

In 2012 is er sectoraal en op ondernemingsniveau ruimte voor een reële loonstijging van 0,3 procent. Aangezien verwacht wordt dat de loonkosten in onze buurlanden met 5 procent zullen stijgen, kan België hier een deel van zijn concurrentiehandicap terugwinnen.

Maar dat is theorie. De loonkostenevolutie in onze buurlanden wordt steevast overschat. De kans is dus klein dat België zijn concurrentiepositie met dit akkoord kan versterken.

Een tweede minpunt is de deal die gesloten is om het statuut van arbeiders en bedienden naar elkaar toe te doen groeien. Bij nieuwe arbeidscontracten worden de opzegtermijnen voor arbeiders met 10 procent verhoogd, bij die voor bedienden wordt een onderscheid gemaakt tussen bedienden met een jaarloon onder de 35.535 euro en zij die meer verdienen.

Voor de eerste categorie geldt drie maanden opzeg per vijf jaar anciënniteit. Voor hogere bedienden geldt 1 maand opzeg per begonnen maand anciënniteit met een minimum van drie maanden.

De vraag is of dit de ontslagkosten voor bedrijven goedkoper zal maken en de lagere ontslagvergoedingen een voldoende incentive zijn voor werknemer om regelmatig van job te veranderen. Het systeem wordt ook gefaseerd ingevoerd, waardoor het nog een aantal jaren zal duren vooraleer de kostprijs van het nieuwe systeem duidelijk zal worden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content