Sleutel op de deur
Terwijl de VLD en de PS blijven kibbelen over gevangenentransport door beveiligingsfirma’s, worden in Groot-Brittannië volledige gevangenissen ontworpen, gebouwd en beheerd door bedrijven als Group 4 Securitas. Het Britse model leert dat iedereen erbij te winnen heeft.
Fazakerley (Groot-Brittannië).
D avid Banks, managing director van de prisons and court services van Group 4 Securitas glundert. Op 2 maart publiceert de hoofdinspecteur van het Britse gevangeniswezen, Sir David Ramsbotham, een rapport over het prison management in HMP Altcourse. Dat is een gevangenis in Fazakerley, nabij Liverpool, die door Group 4 wordt beheerd. “Ik weet uit goede bron dat de resultaten positief zijn,” zegt Banks vol vertrouwen. “Altcourse is een voorbeeld van hoe een gevangenis gerund moet worden.” Altcourse, eind 1997 in gebruik genomen, is een van de drie Britse gevangenissen die momenteel door Group 4 Securitas worden beheerd. Negenhonderd gedetineerden zitten er hun straf uit onder bewaking van zo’n driehonderd Group 4-werknemers. Het contract omvat het ontwerp, de bouw en het beheer van de gevangenis. In totaal worden in Groot-Brittannië zeven gevangenissen gerund door de privé-sector; Group 4 is de onbetwiste marktleider. De firma bewaakt in de drie gevangenissen 1720 gedetineerden. Andere spelers zijn UK Detention Services (830 gevangenen), Premier Prisons (1450 inmates in twee gevangenissen) en Securior Holding (735). Al blijft hun aandeel beperkt tot zeven gevangenissen op een totaal van 135, het inschakelen van de privé-sector in het gevangeniswezen is anno 2000 de gewoonste zaak van de wereld geworden, zegt David Banks. “De overheid kijkt goedkeurend toe.”
Gevangenisbeheer en het vervoer van gedetineerden blijven natuurlijk deelactiviteiten van Group 4. Ze maken ongeveer 13% van de totale omzet uit. Ondertussen heeft de beveiligingsfirma ook in Australië een paar contracten binnengesleept (zie kader: Een wereldtrend). “Dat aandeel van 13% zie ik daarom nog toenemen,” voorspelt Banks. “Men is zich slechts langzaam bewust geworden van de voordelen die privé-gevangenissen bieden. Klassieke problemen zoals overbevolking, drugsgebruik, opstootjes, slechte hygiënische toestanden zijn in onze gevangenissen zo goed als onbestaande. Ik steek hier niet mijn eigen loftrompet: de verslagen van het departement Gevangenissen van het ministerie van Binnenlandse Zaken geven ons gelijk. Een bijkomend voordeel is dat de kostprijs van een privé-gevangenis meer dan 10% lager ligt dan bij een staatsinstelling. Goed nieuws voor de burger die een efficiënt veiligheidsbeleid wil maar niet direct dieper in de geldbeugel wenst te tasten.”
Altcourse en de andere Group 4-gevangenissen kregen in het verleden ook al goede punten van de inspectiediensten. Nochtans was er weinig enthousiasme toen in 1992 in North Humbershire de eerste Britse privé-gevangenis ( HMP Worlds van Group 4) in gebruik werd genomen. Critici van de privatiseringen benadrukten dat die instellingen kort na de opening met ernstige problemen werden geconfronteerd. In HMP Parc bij Bridgend bijvoorbeeld pleegden twee gevangenen zelfmoord en brak er een mini-opstand uit, en dat allemaal binnen zes maanden. David Banks: “Deze problemen komen in de meeste nieuwe gevangenissen voor, of ze nu door privé-bedrijven of de staat worden beheerd. De mythe dat privé-gevangenissen alleen tot doel hebben de kosten te drukken dateert ook uit die periode. Een kostenbesparing was geen prioriteit. Men wou gewoon de kwaliteit van het beheer verbeteren. De rest komt dan vanzelf.”
Walter MacGowan, gouverneur van de Altcourse-gevangenis, kan dat beamen: “Ons succes berust op een eigen filosofie die we hebben ontwikkeld. De gedetineerden moeten vroeg of laat weer hun plaats in de samenleving innemen. Wij bereiden hen daarop voor vanaf de dag dat ze de gevangenispoorten komen binnenlopen. Neem bijvoorbeeld de relaties met de bewakers; de contacten zijn zeer informeel. Informeel maar gecontroleerd. Wij noemen dat de hidden control factor.”
MacGowan pocht ook over het drugsbeleid: “Dit is een drugsvrije gevangenis. Geen milligram komt hier binnen, daar zorgen onze extra scherpe controles wel voor. Het drugsprobleem is trouwens een algemeen sociaal probleem en blijft niet beperkt tot wie in de criminaliteit terechtkomt.”
“Efficiëntie betekent ook voldoende en gemotiveerd personeel,” vult David Banks aan. “Dat is vaak het probleem met de staatsgevangenissen. Door het tekort aan cipiers en de stakingen naar aanleiding van laattijdige uitbetalingen ontstaan er spanningen. Het resultaat is dat de gevangenen bijvoorbeeld langer in hun cel moeten blijven. Bij Group 4 mogen ze dertien uur per dag uit hun cel, wat zeer lang is. Voor een aantal zware criminelen geldt natuurlijk een ander regime, maar het zijn die kleine dingen die het verschil met de publieke sector maken.”
De verwondering was dan ook groot toen de Britse minister van Binnenlandse Zaken Jack Straw eind 1999 besloot de gevangenis van Buckley Hall vlakbij Rochdale opnieuw onder staatscontrole te brengen. Hoewel de gevangenis als een schoolvoorbeeld gold, werd het contract met Group 4 niet verlengd. Men zag achter de beslissing van Straw een poging om de rol van de privé-sector in het gevangenisbeheer terug te dringen.
“De zaak ligt veel ingewikkelder,” nuanceert David Banks. “Het is inderdaad zo dat sommige mensen dachten dat de Labour-regering een einde zou maken aan het systeem van privé-gevangenissen. In werkelijkheid gaat het hier om een gezonde competitie tussen de privé- en de openbare sector.” De infrastructuur die Group 4 in Buckley Hall tot stand heeft gebracht, blijft wel behouden. Banks is ervan overtuigd dat Binnenlandse Zaken geen kat in een zak zal kopen en dus alleen zeer efficiënte gevangenissen opnieuw onder de arm wil nemen: “Daarom is het zeker geen nederlaag. Volgend jaar zal Group 4 trouwens een nieuwe vestiging openen in Onley, op de grens tussen Northhamptonshire en Warwickshire. Net als in Altcourse hebben we een contract van 25 jaar getekend. We zitten dus safe. En niet te vergeten: hier worden zo maar even 300 nieuwe jobs gecreëerd.”
Door die competitie
bestaat nu ook de mogelijkheid dat slecht functionerende staatsgevangenissen zoals die van Preston en Feltham in privé-handen terechtkomen. “Vroeger openden firma’s zoals Group 4 alleen nieuwe instellingen, maar voortaan zijn er ook perspectieven om bestaande gevangenissen over te nemen. Verschillende staatsgevangenissen worden nu al voor de keuze gesteld: verbeter het systeem of we schakelen de privé-sector in.” Banks is ervan overtuigd dat het gevangeniswezen altijd volgens de regels van een gemengde economie zal functioneren: de privé-sector dingt samen met de publieke sector naar een groter marktaandeel. Van een soort van abdicatie van de staat is dus geen sprake, beklemtoont Banks: “De privé-gevangenissen staan onder controle van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Wij hebben de vrijheid een eigen filosofie te ontwikkelen rond het beheer van gevangenissen. Dagelijks overleg met een ambtenaar van Binnenlandse Zaken is wel noodzakelijk maar dat is in beider belang.”
Banks kan met moeite een lach onderdrukken wanneer we hem confronteren met het standpunt van de PS over gevangenentransport (zie ook kader: En in België?): “Wie vindt dat de geloofwaardigheid van de overheid in het gedrang komt wanneer gevangenen onder de hoede van privé-firma’s komen te staan, heeft er niets van begrepen. Als gevangenissen dankzij zo’n aanpak beter functioneren plukt ook de overheid daar de vruchten van.”
alain mouton
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier