Slechts 9 procent van de aanwervingen zijn 50-plussers

© Belga
Alain Mouton

Voor 50-plussers die niet meer werken, blijft het moeilijk om de weg naar de arbeidsmarkt terug te vinden. In 2022 was nauwelijks 9 procent van de nieuwe werknemers vijftig jaar of ouder. Dat is aanzienlijk lager dan in de buurlanden, leert een studie van de Nationale Bank. Toch neemt het aandeel van de 50-plussers in de totale tewerkstelling toe.

Lees verder onder de video

Vorig jaar was 50 procent van de nieuwe werknemers in de Belgische bedrijven jonger dan dertig jaar. Een kwart was tussen 20 en 24 jaar. Die hoge percentages zijn logisch, want het gaat hier vaak om net afgestudeerden die aan hun eerste job beginnen. Die percentages steken wel schril af tegenover de aanwervingen van 50-plussers. In 2022 was nauwelijks 9 procent van de nieuwe indienstnemingen vijftig jaar of ouder. Daarmee scoort België een stuk lager dan de buurlanden.

Het cijfer staat in een net verschenen studie van de Nationale Bank over de tewerkstelling en pensionering van oudere werknemers. Het bevestigt de stelling van veel arbeidsmarktexperts dat het voor werklozen ouder dan 55 jaar een stuk moeilijker is om opnieuw aan de slag te geraken.

Hogere loonverwachtingen

De Nationale Bank denkt dat daarvoor verschillende oorzaken zijn. Er zijn de relatief hoge loonkosten van oudere werknemers. De Nationale Bank verwijst er niet expliciet naar, maar de anciënniteitsverloning (hoe meer jaren aan de slag, hoe hoger het loon) speelt daarin een rol. 55-plussers, en zeker de hoger geschoolden onder hen, hebben bovendien hogere verwachtingen over hun verloning. “In sommige gevallen weerspiegelt de vroegere verloning specifieke competenties die niet noodzakelijk overdraagbaar zijn in een nieuwe baan of wanneer men in een andere sector aan de slag gaat”, zegt de studie. Een andere hinderpaal: het is bekend dat oudere werknemers minder aan levenslang leren doen. Ten slotte wijst de Nationale Bank op vooroordelen als zouden 55-plussers minder productief zijn, meer ziek zijn wat, tot absenteïsme leidt, en problemen hebben om zich in jongere teams te integreren.

Bijna 60 procent van de 55-plussers heeft een baan

Die terughoudendheid heeft niet belet dat er meer 55-plussers dan ooit aan de slag zijn. Al is dat vooral het gevolg van verschillende hervormingen die langere loopbanen hebben aangemoedigd. Daardoor is de werkgelegenheidsgraad van de 55- tot 64-jarige werknemers gestegen van 25 procent in 2002 tot bijna 60 procent in 2022.

Het aandeel van die leeftijdscategorie in de totale tewerkstelling steeg van 5,5 procent in 2002 tot bijna 12 procent in 2022. Ook het aandeel personen tussen 60 en 64 jaar met een baan nam in dezelfde periode toe, van 1,4 procent van de werkgelegenheid in 2002 tot bijna 6 procent in 2022, leren de cijfers van de Nationale Bank.

Relatief laag aandeel in sectoren met zware arbeid

Uit de studie blijkt ten slotte dat de ouderen voornamelijk werkzaam zijn in vijf sectoren: de gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening (16%), de verwerkende industrie (12%), de detailhandel (11%), het onderwijs (10%) en de overheid (10%). Het aandeel oudere werknemers is relatief laag in de bouwnijverheid, de horeca, de informatie- en communicatietechnologie en de kunst- en amusementsector. Die verdeling kan onder andere worden verklaard door de aard van de taken die eigen zijn aan elke sector (fysiek werk, atypische werkuren, enzovoort) of door de voortdurend veranderende vaardigheden die vereist zijn in de geavanceerde sectoren. De personen die langer werken dan 65 jaar, zijn vooral werkzaam in de gezondheidszorg en de handel, en de meesten van hen werken deeltijds.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content