Skiën in het Witte Huis
In 1988 opende gewezen skikampioen Ricky Mollin in de Antwerpse Kempen Skibaan Casablanca, de eerste Belgische indoorskipiste met natuursneeuw. Antwerpen en sneeuw: het is een ideale combinatie, want later dit jaar wil Mollin het ook zien sneeuwen in Aspen en Wilrijk.
Het oogt een beetje surrealistisch: verborgen tussen de Kempense bossen in ‘s Gravenwezel en alleen te bereiken via een smalle landweg bevindt zich één van de heiligdommen voor de Vlaamse skifan: de honderd meter lange overdekte Skibaan Casablanca. Wie een blik werpt op het parkeerterrein kan niet om de paradox heen: tussen twee regenvlagen door sjouwen sportievelingen met ski’s en snowboards. Ze komen vooral uit Antwerpen, maar ook uit Gent, Brussel en zelfs Nederland.
“Dit was in 1988 de eerste overdekte skipiste in België met natuursneeuw,” aldus Ricky Mollin (41), zaakvoerder van de Antwerpse Skibaan BVBA, die het centrum in ‘s Gravenwezel runt. Al in 1961 lag Ricky Mollins vader, Maurice, op dezelfde plaats aan de basis van de borstelpiste Casablanca.
Die naam doet wellicht menig buitenstaander de wenkbrauwen fronsen. Was Val d’Isère geen betere keuze geweest? Mollin: “Casablanca verwijst niet naar een Marrokaanse badplaats, maar is Spaans voor wit huis.” Eind jaren ’80 bouwde Ricky Mollin de borstelpiste van zijn vader om tot een volwaardige skibaan met natuursneeuw. Skibaan Casablanca (omzet 1999: 28 miljoen frank) beantwoordde aan de vraag naar een bijna perfecte kopie van de alpenweiden. Dat betekent niet alleen een glooiende helling, maar ook en vooral: echte sneeuw.
Ricky Mollin: “Wij waren het eerste bedrijf dat natuursneeuw gebruikte, een eigen procédé waaraan we tien jaar hebben gewerkt. Die natuursneeuw wordt om de maand ‘vernieuwd’ en bevat alle eigenschappen die voor skiërs belangrijk zijn.” Het hele jaar door heerst er op de skipiste een temperatuur van tussen de -2 °C en +2 °C. “Dat is een verschil met de sneeuw in open lucht: als daar het kwik tot -6 °C daalt, verhardt de sneeuw en wordt skiën moeilijker. Indoor moet de temperatuur constant in de gaten worden gehouden en indien nodig bijgestuurd: wij zijn een goede klant van Electrabel,” lacht Mollin.
Een skipiste met natuursneeuw openen is nog geen garantie voor succes. Ricky Mollin had het geluk dat het skiën evolueerde van een elitesport naar een massasport. “Het aantal mensen dat aan wintersport doet, nam in de jaren ’80 een hoge vlucht en dus ontstond ook de noodzaak om zich in eigen land voor te bereiden op de skivakantie. Dat is nog altijd de hoofdreden om onze skibaan te bezoeken: het geldt als ideale voorbereiding op het skiseizoen. We krijgen dan ook de meeste klanten over de vloer in februari en maart,” weet Mollin.
“Aanvankelijk was de kerstvakantie de skiperiode bij uitstek. Na verloop van tijd kozen vakantiegangers evenwel meer en meer voor de krokusvakantie. Sinds een aantal jaren is er opnieuw een verschuiving te merken, nu naar de maand april. Het skiseizoen valt steeds later.”
De skipiste ondervindt ook geen gevolgen van eventuele zachte winters in de Alpen, want de bezoekers beschouwen de skipiste niet als een volwaardig alternatief voor de reis, beklemtoont Ricky Mollin: “Een skivakantie wordt lang op voorhand geboekt, zonder direct rekening te houden met de weersomstandigheden. Wel komen er tijdens de zomer iets minder mensen over de vloer, dat is normaal. Vooral tijdens de maand juni doen we het zachtjesaan, maar dat heeft dan weer te maken met de examenperiode. We spreken immers een jong publiek aan.”
Om het zogenaamde dode seizoen op te vullen, heeft Ricky Mollin een methode uitgedokterd die een breder publiek naar ‘s Gravenwezel moet lokken. Hij laat bedrijven kennismaken met snowboards – een skitak die sinds drie jaar volop boomt -, oversized pants, backpants en boardbabes.
“Hier heerst een ongedwongen sfeer waar bedrijven met hun klanten in contact kunnen treden. Elk jaar kunnen we rekenen op een vijftiental ondernemingen die hun klanten op een verrassing vergasten. Het is voor ons een leuk intermezzo vooraleer het seizoen eind juli opnieuw van start gaat.”
Over het aantal skifanaten dat elk jaar de piste bezoekt, kan Ricky Mollin zich niet uitspreken. “Vaststaat dat het aantal ski-uren jaarlijks tussen de 120.000 en 125.000 schommelt. Met momenteel de enige sneeuwskipiste in de regio bevinden we ons natuurlijk in een comfortabele positie. Maar van monopolievorming is geen sprake. In het Limburgse Peer – eigendom van Cor Mollin, jawel, de broer van – en in Nederland zijn er gelijkaardige centra. Maar echte concurrenten durf ik ze niet te noemen. Zolang er geen twintig pistes opengaan, is er van zware concurrentie geen sprake.”
Ricky Mollin heeft alvast niet de bedoeling om kriskras door het land nieuwe pistes te openen. Hij vindt wel dat er in en rond Antwerpen nog businessopportuniteiten zijn (zie kader: Duoski met Girardelli). En dat is geen toeval: de verkoopcijfers van skimateriaal tonen aan dat het aantal skifanaten in die regio relatief gezien het hoogst ligt. “In die vijver moeten we dus blijven vissen en zo kan de groei ook toenemen. Het uitbreiden van de bestaande infrastructuur is daarentegen geen goede oplossing. Het zou belachelijk zijn te denken dat men de omzet kan verdubbelen door de piste twee keer langer te maken.”
De Antwerpse Skibaan BVBA staat los van de andere activiteiten rond de piste, maar Ricky Mollin ontkent niet dat een aanpalende taverne en sportwinkel ook hun graantje meepikken: “Wie hier komt skiën, zal ook vlug geneigd zijn om zijn uitrusting bij ons te kopen. Ik werk samen met bekende merken als Colmar, Banana Moon, Oxbow, O’Neill en Columbia. Wie het merk huurt, zal er ook voor kiezen wanneer hij beslist over te gaan tot de aankoop van een volledige uitrusting.”
Alain Mouton
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier