Singapore, half leeuw, half vis

Marc Buelens
Marc Buelens Professor-emeritus aan de Vlerick Business School.

Het symbool van Singapore is de Merlion, half leeuw, half vis. In 2001 bracht ik er een maand door om een boek af te werken. Nu, elf jaar later, ben ik er weer voor een week, en opnieuw is professor Arnoud De Meyer, rector van de prestigieuze ‘Singapore Management University’, mijn gastheer en mijn gids.

Wie nog in de illusie leeft dat ‘het’ in Europa gebeurt, heeft minder dan een halve dag nodig om die illusie in Singapore kwijt te raken. Hier leef, werk en vooral ‘shop’ je in een land dat zelfbewustzijn uitstraalt, rijkdom, organisatietalent, en dat niet zit te wachten tot men in het oude continent een of ander moeizaam compromis afsluit.

Het eerste dat opvalt, is dat de stad (‘het land’) wel degelijk is veranderd. Er zijn enorme oppervlaktes gewonnen op de zee, en die zijn deskundig volgebouwd, met wolkenkrabbers, casino’s, reuzenhotels, maar toch ook met theaters en musea. Stuk voor stuk state of the art. En ondanks de schaarse grond slaagt men erin sociale appartementen te bouwen op een schaal die elke verbeelding tart, maar die toch wel voor de lagere middenklasse de belofte op aangenaam wonen inhoudt. Als Singapore een blik op de toekomst biedt, dan ziet die er nog zo slecht niet uit.

Hier wordt nog beleid gevoerd. Hier wordt geen extra zuurstof gegeven aan een industrie die ten dode is opgeschreven. Hier investeert men onmiddellijk in de industrie van de toekomst. Hier worden duidelijke prioriteiten vastgelegd en uitgevoerd. Vele van die prioriteiten zouden niet de mijne zijn, maar ze zijn toch wel duidelijk. Het staatsmodel van Singapore is een vreemde mengeling van democratie, verplichte harmonie, paternalisme, communisme en kapitalisme van de meest zuivere soort. Het belangrijkste is dat het werkt. Werkt het perfect? Natuurlijk niet. Toch is het opvallend vast te stellen dat de harde kantjes (u weet wel, de doodstraf als je op drugs betrapt wordt, je kan nog stokslagen krijgen) afgezwakt zijn. Wie met drugs betrapt wordt, heeft op de meest mysterieuze wijze heel vaak 14,99 gram in zijn bezit, net onder de fatale grens van 15 gram. Dit is misschien voor mij wel de grootste verrassing: Singapore gaat in zijn zwakke punten mondjesmaat vooruit, een indruk die ik niet bepaald heb over een land als Nederland, om over ons eigen land maar heel discreet te zwijgen. Het is en blijft voor mij een ontnuchterende vaststelling dat onze westerse democratieën een ingebouwde rem hebben. Niets lijkt nog mogelijk. Een toevallig tot stand gekomen situatie, soms uit een ver verleden, blijft de norm. Of het nu over werkloosheid, pensioenleeftijd of de taalwetgeving gaat, het status-quo zal wel gehandhaafd blijven. De dingen moeten zo lang mogelijk bij het oude blijven. Zodra radicale verandering is aangewezen, falen onze democratieën. Dat is een vaststelling, geen verborgen pleidooi voor dictatuur, want westerse dictatuur is nog een veelvoud erger dan westerse democratie.

Is er een geheim van Singapore? Ik denk het wel. Corruptie komt op geen enkel niveau voor. Men kan enkel maar dromen wat er met een land van overvloed als Zaïre mogelijk zou zijn indien corruptie daar tot op het bot zou uitgeroeid zijn. Maar uiteraard zijn diegenen die daar corruptie moeten bestrijden zelf corrupt. Einde van het mooie verhaal.

Singapore is even radicaal gebleven. Ik heb het altijd gekend als een paternalistisch, bijna puriteins land. In zo’n land passen geen casino’s. Maar toerisme is een van de pijlers van de economie van de toekomst en dus heeft de regering na een verscheurend debat toch maar voor casino’s gekozen. De drempel voor de lokale bevolking ligt wel hoog. Je moet 60 euro per keer betalen, of een peperduur abonnement nemen.

Wat Singapore ons vooral kan leren, is dat een samenleving onder invloed van een Chinese cultuur zeer leefbaar is. Het Westen moet meer ‘blauw’ op straat zetten om kleine diefstallen te bestrijden. De Chinezen gebruiken daarvoor sociale controle (net zoals de katholieken dat bij ons deden in de jaren vijftig) en laten enkel echte misdaad aan de overheid over. Dit model veralgemenen naar de economie lijkt me een gevaarlijke maar boeiende stap. In Singapore worden, op zijn Brits, de privéhuizen na de ‘lease’-periode weer eigendom van de staat. Laat de dagelijkse economische transacties over aan de individuen en de kleine bedrijven. Maar let op als het gaat over de echt belangrijke dingen. Dan begint de staat een rol te spelen. Wees een leeuw die kan toeslaan, maar ook een vis die in scholen rondzwemt en waar één enkele vis niet telt. Inderdaad een ketterse gedachte, maar wie naar de huizenmarkt in de Verenigde Staten kijkt, of naar de banken, beseft dat ‘ too big to fail‘ effectief bestaat. En dus zou de overheid niet zozeer post factum, zoals nu, maar van bij de start een belangrijke stakeholder moeten zijn. De Dexia-story vergelijken met ASLK, maakt misschien duidelijk met welk gevaarlijk idee ik het rijke Singapore heb verlaten.

De auteur is partner-hoogleraar management aan de Vlerick Leuven Gent Management School.

MARC BUELENS

Als Singapore een blik op de toekomst biedt, dan ziet die er

nog zo slecht niet uit.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content