“Sinds kort: 40 patenten per jaar”

Barco heeft de reputatie een technologiepionier te zijn. Ingenieurs overheersen in de bedrijfscultuur. Hebben die ingenieurs ook de nodige commerciële flair? De klanten en de concurrenten zien Barco als een durver. Hoe stook je het vuur van de innovatie in een Belgisch bedrijf van wereldklasse?

Reeks: chief technology officer

In de interviewreeks chief technology officer brengt Trendsdirecteur Frans Crols diepgravende portretten van Belgiës meest gerenommeerde technologen. In deze zevende aflevering wikt en weegt Johan Remmerie, CTO van Barco, het wel en wee van onderzoek en ontwikkeling bij Barco en elders.

Ik kan nog perplex staan van een technologische verwezenlijking. CEO Martin De Prycker, oud-Chief Technology Officer van Alcatel in Parijs, is geen dominante supertechnoloog. Wij zien elkaar als een klankbord, en hij kan en wil luisteren. Onze omzet draait voor 100 % op producten die jonger zijn dan tien jaar, de helft is minder dan drie jaar oud.”

Johan Remmerie (46) is vier jaar Chief Technology Officer van Barco. Blasé is hij niet geworden door zijn dagelijkse omgang met onderzoek en ontwikkeling: “Mijn taak is het technologische inzicht dat ik her en der bijeenbreng te koppelen aan een businessvisie. Op dat vlak is Barco een uitstekende werkkring, anders zou ik hier geen twintig jaar zijn. Ik ben net terug van de beurs van de Society of Information Displays in de VS. Opvallend waren de 102 duim plasmaschermen en de 100 duim lcd-schermen die eraan komen. Plasma heeft altijd het imago gehad van de grootte en de blijvende voorsprong voor heel grote schermen ten overstaan van de lcd-producten. Dat lijkt me vandaag niet meer het geval te zijn. Verder zag ik de opkomst van de led backlight, de lcd vanuit de achtergrond belicht door led’s. De contrastratio van lcd’s verbetert verder sterk door verschillende optische lagen aan te brengen.”

“Er zal langer gewacht moeten worden op bepaalde andere displaytypes, dat gebeurt vaak in de displaywereld. Een nieuwe technologie wordt geboren, er is een hype en daarop duurt het tussen tien en twintig jaar voor ze marktrijp is. Ook de oled, de organische led, zag ik. Die is nog steeds in evolutie. Ik lees en hoor allerhande bespiegelingen rond de grote oled-schermen, maar het commerciële verhaal draait voorlopig verder rond kleine schermpjes, bijvoorbeeld die van een gsm. Een oled-scherm kan nog niet jarenlang continu gebruikt worden, wat voor vele van onze toepassingen noodzakelijk is. De organische led is gebaseerd op polymeren en werd tien jaar geleden ontdekt. Een bepaalde soort polymeren kan onder specifieke omstandigheden licht uitstralen. Het onderzoek, gefocust op het weergeven van de drie primaire kleuren rood, groen en blauw, is tamelijk goed gelukt. Het probleem is dat die organische lagen zeer gevoelig zijn voor vocht en zuurstof en dus een goede inkapseling vereisen. Om flexibele beeldschermen te maken, moeten de transistoren van deze soepele schermen eveneens geplooid kunnen worden. Ik bezoek de SID-beurs niet elk jaar, je ziet de evolutie beter om de twee à drie jaar. Anders zijn de veranderingen pietepeuterig, en staar je je blind op het aanbod van laboratoriummodellen. Er bezoeken wel jaarlijks diverse ingenieurs van Barco de beurs.”

“De displaywereld is al jaren grotendeels Aziatisch. Philips stapt geleidelijk uit de fundamentele technologie van de displays, en is daarin zowat de laatste Europeaan, ook in de VS is de fut voor displays er wat uit. Taiwan en Japan zijn zeer sterk, en China komt op. De opbloei in het oosten is er gekomen door de lage maakkosten en door die lage kosten verschuiven soms ook de hersenen en de technologie.”

Pionier Barco

“Mensen in het Westen wantrouwen de wetenschappen, worden meer technofoob door ziektes als sars en technologieën als genetisch gewijzigde gewassen en kernenergie, hoor ik wel eens beweren. Is dat wel zo? Ik zit waarschijnlijk in een ivoren toren en zie geen of weinig mensen die de technologie verfoeien. Barco werkt niet in technologisch bedreigende sectoren en dat verbetert misschien mijn perceptie.”

“Barco blijft in zijn niches bij de pioniers. De concurrenten en peers aanzien ons onverminderd als voortrekkers. Wij hebben leadtime in de presentatiemarkt met de genetwerkte monitoren, met de Cyclops voor weefselinspectie, met de projectoren voor events. Op Eurosong was alles wat beeld bracht van Barco. De medische displays van onze BarcoViewdivisie maken ons tot nummer één van de sector. Voor de controlekamers staan we op alle vlakken aan de top.”

“Ik werk al twintig jaar voor Barco en een aantal producten zijn weggevallen. Een bewuste keuze was bijvoorbeeld het laten varen van de huiskamertelevisie en de huiscinema. In het verleden haakten we telkens af als we geen differentiatoren meer hadden. Of dat in de toekomst zo blijft? We denken dat we mits operationele uitmuntendheid kunnen standhouden in een iets breder marktsegment.”

“HDTV komt er ongetwijfeld aan, een aantal fabrikanten wenden de wereldkampioenschappen aan om extra verkoop te genereren. Dat is de consumentenwereld en daar hebben wij niet rechtstreeks contact mee.”

“De medische producten zijn beslist een groeipool voor Barco, ook media & entertainment, incluis digitale cinema, security & surveillance. Bij dat laatste denk ik aan de divisie BarcoView en de controlekamers voor bijvoorbeeld verkeersleiding en infrastructuurbewaking.”

“De divisionele structuur van Barco is een weerspiegeling van het dicht bij de markt willen staan. Barco zoekt elementen die het onderscheiden van de concurrenten. Die vind je door de wensen van de klant te kennen. Soms is het voor hen moeilijk om die te formuleren en de dialoog helpt daarbij. Elke divisie kan zich toespitsen op een klantengroep. Een businessunit of een divisie is dus zeer logisch. De divisies zijn echter geen stroeve en blijvende indelingen, zij kunnen soepel aangepast, gefuseerd of afgesplitst worden.”

Geen technologietraditie

“Ik had één oom ingenieur, dat was alles, dus was er geen technologietraditie bij de Remmeries. Vader was personeelsverantwoordelijke van De Coene en later Labo Potteau. Twee broers en ik, van de vier broers, werden burgerlijk ingenieur. Dirk, de jongste, is journalist bij Het Nieuwsblad. Wiskunde heeft me altijd sterk geïnteresseerd. Op je achttiende is het moeilijk – dat merk ik ook bij mijn dochter – een bewuste studiekeuze te maken. Voor de drie broers met de ingenieursstudies was het vooral de uitdaging die lokte. De studies zijn moeilijk en we wilden bewijzen dat we ze aankonden. De belangstelling was er ook. Op het Sint-Amandscollege in Kortrijk – ik ben Kortrijkzaan – werd de wiskunde heel goed gegeven en dat is een uitzondering. In de klas werden de studies van burgerlijk ingenieur aangeprezen als een summum.”

“Mijn twee broers studeerden voor mij in Leuven in de jaren zeventig. De oudste volgde Scheikunde, de tweede Elektronica, net als ik. De oudste broer is directeur-generaal van de Provinciale Brabantse Elektriciteitsmaatschappij, de tweede broer werd divisiemanager bij Amis in Oudenaarde, het vroegere Mietec.”

“Ik wist vrij snel dat ik micro-elektronica zou doen. Mocht robotica als keuze hebben bestaan dan was het waarschijnlijk die specialiteit geworden. Mechanica leek me eerder grof werk ( lacht), ik verkies fijn werk. Roger Van Overstraeten was een kei op de ingenieursschool, hij was het voorbeeld en het boegbeeld. Hij doceerde kwantumfysica en door zijn internationale cv straalde hij kennis en gezag uit. Tijdens mijn studiejaren liepen de voorbereidingen voor het labo voor micro-elektronica Imec. Bij de studiegroep Esat op de campus was er al een kleine clean room en de micro-elektronica fascineerde me.”

“Mijn eindwerk ging over oxynitride, een materiaal voor de isolatie van onder meer niet-vluchtige geheugens, die hun data behouden als de spanning wegvalt. Ik wilde niet zozeer vinden hoe oxynitride te gebruiken in een chip, wel hoe die materialen dienen gemeten en getest te worden. Ik had dus te maken met de nieuwste meettechnieken. Dat gebeurde in samenwerking met Bell Telephone. Nadien schreef ik mijn doctoraat over hetzelfde onderwerp, want dat was braakliggend terrein. Mijn promotor was Herman Maes, specialist van de vluchtige geheugens, toen een medewerker van Roger Van Overstraeten, nu directeur van Imomec, de vormingsafdeling van Imec. Ik zat in de stal van Imec en kijk met veel plezier terug op die periode. Er was internationale belangstelling voor wat gebeurde bij Imec en dat versterkte het gevoel om bij de pioniers te zijn en straffe dingen mee te maken. Imec werkte van bij de start en heeft dat met succes volgehouden samen met de ondernemingen.”

“Neen, er zijn geen Van Overstraeten Boys. De contacten zijn gebleven, maar zijn los, er zijn geen reünies. Als ik in Leuven ben, wip ik wel binnen bij Imec, je blijft daar kind aan huis.”

Naar Barco

“Ik heb gedoctoreerd uit grote belangstelling voor de oxynitride en zijn mogelijkheden en wilde het afstudeerproject als ingenieur niet half afgewerkt achterlaten. Twijfels waren er niet zozeer over een academische carrière, de industrie trok me wel aan. Van Barco is spontaan de vraag gekomen of ik daar wilde werken. Tijdens een gesprek bleek het om een commerciële functie te gaan en dat ligt mij niet. Ik liet waarschijnlijk een goede indruk na, want kort nadien is Hugo Vandamme rechtstreeks naar mij gekomen met een voorstel om te beginnen in het centraal laboratorium van Barco. Ik werkte al een half jaar voor Barco voor mijn doctoraat afgerond geraakte. Bij mijn start in het centraal laboratorium waren er zowat 25 medewerkers en voor die tijd was dat zeker hoog gegrepen op de 700 medewerkers van Barco Industries.”

“Barco was bezig met een laserprojector. Dat product in ontwikkeling moest ik beoordelen. Mijn job heette toen productmanager, het was een kaderfunctie en drie mensen rapporteerden aan mij. Na een half jaar heb ik aanbevolen om te stoppen met de laserprojector. De lasers die we daarvoor nodig hadden, bestonden nog niet en het was niet onze rol om die lasers zelf te maken. Wij doen niet aan fundamenteel onderzoek, wel aan ontwikkelwerk. De prijs die we voor ogen hadden voor de laserprojector was trouwens lager dan de prijs van de drie lasers die we nodig hadden. Twintig jaar later pas, ik begon bij Barco in 1986, komen full colour laserdisplays weer in het beeld. Het is niet de rol van Barco om een dergelijke mogelijkheid twintig jaar op sterk water te zetten. Het negatieve oordeel is me niet kwalijk genomen. Hugo Vandamme heeft mijn besluit sereen geacteerd en concludeerde: je argumenten kloppen. Voor de laserprojector waren er andere spelers, het was een hype en de verwachting was: het zal misschien wel lukken.”

“Na die eerste opdracht evalueerde ik onze visuele inspectie van weefsels en ( lacht) dat heb ik als goede beginner ook laten stopzetten. Ons systeem was te geavanceerd, te vroeg in de markt. Voor Barco is het essentieel om op een goed commercieel ogenblik in de markt te geraken, niet te vroeg dus. Vijftien jaar later heb ik dat project opnieuw laten opnemen en nu is het een product – uiteraard met enkele verschillen tegenover toen. Barco is nu als allereerste op de markt met de weefselcontrole. Voor dergelijke ontwikkelingen is het geheugen van de medewerkers van het grootste belang. Je kan projecten archiveren, maar dat is minder sterk dan de spontane documentatie die blijft bestaan in de hoofden van de mensen. Technologie die alleen op papier staat mist continuïteit, want de gegevensoverdracht gaat moeilijker op papier, zij loopt beter via de mensen met ervaring.”

‘Technische vertrouwensrelatie’

“Na de twee evaluatietaken ben ik een goede tien jaar verder gegaan bij de divisie Barco Automation, het huidige BarcoVision, aan de technologiekant. Ik was daar hoofd van de businessunit OEM binnen Barco Automation, mijn eerste managementfunctie, en had twintig mensen in die groep, die hoofdzakelijk aan onderzoek deden. Ik leerde ook verantwoordelijk te zijn voor het productionele en financiële reilen en zeilen van de unit. Dat was leerzaam en boeiend. De klantenbasis waren Original Equipment Manufacturers. De contacten waren geen eindklanten, maar producenten van apparatuur die onderdelen kochten van Barco om die bij hen in te bouwen. De klantenrelatie was een technische vertrouwensrelatie en dat lag me goed.”

“Hugo Vandamme vatte later het plan op om BarcoVision te doen groeien en ik kreeg de opdracht om een overnamekandidaat te zoeken voor een fusie met de divisie. Dat is mij na twee jaar niet gelukt en dat was zeer frustrerend.”

“Elbicon van Leo Billion, dat wij overnamen in 1995, lag mee aan de basis van de start van BarcoVision in de elektronische beeldvorming, de imaging. We stapten over van de controle van de garens naar de controle van vlakke weefsels. De acquisitie was weliswaar geen succes.”

Contacten met de universiteiten

“De samenwerking tussen Barco en Imec en diverse labo’s aan de universiteiten is altijd prima geweest. Door mijn achtergrond heb ik wel meer contacten met Imec en Esat, en voor twee jaar zijn wij met een ploeg voor een lange sessie naar Leuven getrokken voor informatie en discussies met onderzoekers. Dat werd een eerste stap naar een bredere samenwerking met de Esatresearch. Onze contacten met de universiteiten of bevriende labo’s zijn meestal projectgebonden of opportuniteitsgebonden. De drukste relatie hebben we, om historische redenen, met de laboratoria van de Universiteit Gent.”

“Ik zetel niet in het Executive Committee, maar ik rapporteer wel rechtstreeks aan Martin De Prycker en we zien elkaar frequent. Even is die intensiteit wat minder, want voorlopig doe ik twee jobs. In de tweede helft van 2005 is de internationale directeur R&D van de divisie Media & Events vertrokken. Er was niet meteen een vervanger en toen heeft men mij gevraagd als interim om de CTO-taak en het onderzoek en ontwikkeling van de divisie te combineren. Dat is zwaar, maar ook knap, want het is een goede ervaring om R&D-directeur van een divisie te zijn.”

“Ik heb als CTO een team van vijf labomensen, en twee mensen die de funding beheren, dat is het corporate team. Het centrale labo is jaren geleden opgedoekt. Het enige wat als kiem bestaat, is een project rond image processing en analyse, gestart in 2005. Dat onderzoeksdomein viel tussen twee divisies. Daarop is beslist om het centraal op te starten. Het risico van een centraal labo is dat de afstand met de divisies te groot wordt. Nu bleef er echter een kans liggen, omdat niemand gemotiveerd is om de nodige beslissingen te nemen over opportuniteiten die onvoldoende aansluiten bij de eigen kernactiviteit.”

Ingenieurs uit het buitenland

“Barco is zeker niet langer Belgisch of Vlaams, wij wortelen gewoon hier. Van de 850 ingenieurs van Barco is de helft van buitenlandse origine. Wij hebben vier labo’s in de VS, één in China, en ook in Japan, Duitsland, Frankrijk, Zwitserland en Engeland werken onze onderzoekers. De divisie Media & Entertainment heeft, bijvoorbeeld, een laboratorium in Sacramento, in Beijing en in Kuurne. Command & Control, onderdeel van de divisie BarcoView, doet aan onderzoek en ontwikkeling in Bremen, Toulouse, Duluth, Beaverton en Kortrijk. Barco is een carrousel met producten die in prototype gemaakt worden in bijvoorbeeld Amerika, geproduceerd worden in België, verkocht worden in Azië. Wij communiceren intens met alle nieuwste snufjes van de elektronica en veel mensen van Barco reizen jaarlijks tienduizenden kilometers.”

“De technische vacatures worden steeds moeilijker ingevuld in België. We hadden zes vacatures bij Media & Entertainment. Het duurde drie maanden om er vier op te vullen, waarvan dan nog twee door interne verschuivingen. Voor de twee resterende vacatures waren er slechts zes kandidaten en dat is mager. We worden verplicht om buitenlands te rekruteren. Onze jobaanbiedingen staan op de webstek, maar onze greep op buitenlands talent is niet denderend, wij hebben een te zwak imago in het buitenland voor spontane sollicitaties. Het onderzoek bij Barco is een mannenzaak en dat is absoluut geen keuze. De aanwezigheid van vrouwen in de technologie is traditioneel beperkt.”

“De oproepen van de politici voor meer onderzoek en ontwikkeling, voor meer innovatie bezorgen mij geen buikpijn, neen, voor Barco is R&D essentieel, dus zijn wij verheugd over de maatschappelijke en politieke belangstelling voor innovatie. Als we in Vlaanderen niet innoveren, zijn we dood.”

Suzuki V-Strom

“Op zondagnamiddag toer ik met mijn Suzuki V-Strom 1000 door België, zonder plan, zonder vaste richting. De vrije natuur in, verstand op nul, de blik op oneindig en zoeven maar. Paardrijden doe ik ook graag. En lezen, veel thrillers. Ik las ooit één Pieter Aspe en ben er niet doorgeraakt. Ook Jef Geeraerts kan me niet bekoren. Mijn lectuur is de internationale thriller en ik heb op vliegtuigen veel tijd om die te lezen.”

Frans Crols

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content