Silicon Valley is saaie Valley

Internetondernemers in Silicon Valley hebben te weinig ambitie, te weinig inspiratie en ze zijn vooral uit op snel geldgewin. De echt revolutionaire ideeën laten ze links liggen, terwijl die een veel grotere economische impact kunnen hebben.

Vergeet Facebook, vergeet Google. Het internetbedrijf van de toekomst is Ponzify. Dat zegt het althans zelf in zijn beursprospectus. “Ons businessmodel is eenvoudig: gebruikers, adverteerders en media-aandacht aantrekken en daarna voor een bom geld de boel laten overnemen.” De prospectus is voor alle duidelijkheid een satirisch artikel op een website. Ponzify, naar de bekende fraudeur Charles Ponzi, bestaat niet echt, maar spot met de manier waarop internetstarters op dit moment worden verheerlijkt.

Sinds de teleurstellende beursgang van Facebook wakkert de kritiek aan op de manier waarop Silicon Valley aan ondernemen doet. De internethub wordt vergeleken met de grote filmstudio’s in Hollywood. Al te vaak kopiëren die klakkeloos succesrecepten uit het verleden of breien ze eindeloze sequels aan kaskrakers.

Is Silicon Valley nog wel in staat echt te innoveren? De regio die al tal van baanbrekende producten en diensten heeft geproduceerd, is volgens critici verworden tot een plaats waar ondernemers telkens weer het warm water uitvinden. In dit geval is dat een opvolger voor Facebook of een ander internetbedrijf waar e-commerce of advertenties de kern van het businessmodel zijn.

Door het potentiële publiek van een paar miljard internetgebruikers, slagen zulke starters er moeiteloos in talent en geld aan te trekken. In de hoop dat zij hetzelfde concept beter kunnen uitvoeren en zo uitgroeien tot een nieuwe Facebook, een kans van een op een miljoen. Ofwel hopen ze het spel zo slim te kunnen spelen dat een grote speler hen voor veel te veel geld overneemt. Dat is wat met de populaire fotoapplicatie Instagram is gebeurd, waarvoor Facebook 1 miljard dollar neertelde.

Booms trekken altijd gelukzoekers aan, maar deze virtuele goldrush is een verspilling van geld en talent. Er is een revolutie aan de gang. Niet alleen mensen, ook toestellen zoals een koelkast zijn binnenkort verbonden met het internet. En binnen een aantal jaar is iedere gsm een smartphone, die bovendien krachtiger is dan de computer in de Space Shuttle van toen.

Uitgerekend op zo’n cruciaal moment moedigen we onze slimste mensen aan nóg een sociaalnetwerksite te bouwen, of nóg een nieuwe format te zoeken voor internetadvertenties. Er zijn zoveel mogelijkheden, maar de focus is te eng.

Internetondernemers kunnen beter een voorbeeld nemen aan Elon Musk, in plaats van aan Facebook-oprichter Mark Zuckerberg. De 40-jarige Zuid-Afrikaan boekte zijn eerste succes als medestichter van PayPal, de marktleider in internetbetalingen. In plaats van op zijn lauweren te rusten, investeerde hij zijn geld in nieuwe innovatieve projecten. Hij is voorzitter van Solar City, een belangrijke speler in zonne-energie in de VS. En hij richtte Tesla Motors op, een producent van exclusieve elektrische sportauto’s. Maar bovenal is hij bekend van SpaceX. Dat had afgelopen maand een primeur toen het als eerste privéspeler een vracht afleverde aan het ruimtestation ISS. Musk heeft de ambitie om ruimtevaart fors goedkoper te maken. Alle ontwikkelingen die SpaceX heeft gedaan sinds zijn oprichting in 2002, hebben tezamen ongeveer een miljard dollar gekost. Evenveel als wat Facebook voor Instagram betaalde.