Si belle

De Oudenaardse groep Sinelco, gespecialiseerd in kappersmateriaal, die vorig jaar een geconsolideerde omzet haalde van 1,2 miljard frank, verwerft een marktleiderspositie in Europa. Het van oorsprong familiale bedrijf barst uit zijn voegen. Kort na de eeuwwisseling stapt het naar de beurs.

“U kent het gezegde: de eerste generatie bouwt op, de tweede breidt uit, de derde breekt af. Dat hebben we tot elke prijs willen vermijden,” vertelt Willy Denhaerynck, gedelegeerd bestuurder van Sinelco. Een maand terug verwierf Lessius nv via een kapitaalverhoging van 60 miljoen frank een belang van 15% in de Sinelco Group nv in Oudenaarde. In 1994 reeds deed de investeringsmaatschappij Sofindev haar intrede in het kapitaal van het Oost-Vlaamse bedrijf. Van de familie Denhaerynck is thans enkel nog Willy Denhaerynck aandeelhouder – voor 17%. Zijn broers en schoonbroer werken in het bedrijf, maar nemen niet meer deel in het kapitaal.

Het was Albert Denhaerynck

die het gat in de naoorlogse markt zag en zich in 1952 installeerde als fabrikant van haarnetjes. “We maakten ze in alle mogelijke vormen en kleuren, met en zonder versiering,” weet Willy Denhaerynck, zoon van Albert. “De haarnetjes produceren we nog steeds. Niet omdat de markt gegroeid is, wel omdat de voornamelijk Duitse concurrenten zijn weggevallen. Zij hebben zich niet tijdig gediversifieerd.” Maar leven van haarnetjes alleen was ook toen niet haalbaar en in 1963 startte de pvba Denhaerynck met de productie van professionele kledij – kaplakens – en veerkrullers.

In 1973 werden metalen krullers aan het gamma van thans 6000 verschillende producten toegevoegd. Het Oudenaardse bedrijf vervaardigt nog steeds beide soorten krulspelden. De veerkrullers, gebruikt voor het inleggen van een watergolf, beter gekend als een mis-en-plis, blijven erg in trek in Zuid-Europa, terwijl de vrouwen in de Benelux en noordelijk Europa de metalen haarkrullers verkiezen die nodig zijn voor een permanent. Vorig jaar nog sleet Prosibel International nv, de exploitatievennootschap onder de holding Sinelco, maar eventjes 11,7 miljoen velcrokrullers. En zo’n 3 miljoen borstels en kammen. Ook de kammen worden in Oudenaarde vervaardigd, sinds 1985 en na een investering van 10 miljoen frank voor het toen totaal nieuwe productieprocédé van het spuitgieten.

Groei dankzij export

Productie neemt vandaag nog slechts 20% van de groepsomzet voor haar rekening, 80% wordt gerealiseerd via de verkoop. “Vrij snel voelden we dan ook dat een totaalaanbod voor onze klanten zeer belangrijk was. Daarom zijn wij in de jaren zeventig reeds gestart met rechtstreekse invoer vanuit het Verre Oosten en hebben daarin een pioniersrol gespeeld,” aldus Willy Denhaerynck.

Intussen is het klantenbestand in binnen- en buitenland uitgebreid en werd de verkoop verruimd naar de grootdistributie met Sarma als eerste klant. In het professionele segment, dat goed blijft voor 85% van de omzet, verkoopt het bedrijf onder haar – Europees geregistreerde – merk Sibel. Sibel – afgeleid van si belle – vormt de basis van de vennootschapsnaam Prosibel: professionele handel in Sibel-artikelen. Zegt Willy Denhaerynck: “De vakhandel blijft onze basis, met een sterke dienstverlening als toegevoegde waarde. Aan onze Belgische klanten-groothandels garanderen wij bijvoorbeeld een overnight-levering.” Prosibel belevert 90% van de Belgische kappersgroothandels en claimt een marktaandeel in deze vakhandel van 70%. “Het is moeilijk om die op te drijven,” stelt Denhaerynck. “De omzet in België blijft de jongste vijf jaar dan ook hangen op zo’n 100 miljoen frank, maar met steeds grotere volumes. We bevinden ons in een deflatoire markt.”

Het aandeel van België

in de totale omzet van Prosibel daalt gestaag, van 30% in 1994 naar 20% vorig jaar. Op groepsniveau bedraagt dit amper nog 10%. “Onze omzet stijgt dankzij de export ( nvdr – naar een dertigtal landen),” bevestigt Willy Denhaerynck. “En zal dankzij de export ook blijven stijgen. In Italië bijvoorbeeld speculeren we op een verdubbeling van de omzet naar 10 miljard lire ( nvdr – 200 miljoen frank) tegen 2002.”

Prosibel opteerde in 1987 voor de oprichting van Sibel Italiana Srl in Ravenna met een lokale agent. “Een eigen filiaal met Italiaanse partners leek ons aangewezen. Italianen zijn immers goed in export, maar slecht in import. Met Sibel Italiana krijgen ze wat ze willen: Italianen aan de telefoon, Italiaanse facturen…,” meent Denhaerynck, eraan toevoegend dat ook de marktstructuur van de Italiaanse kapperssector een aparte aanpak vergt. “De schaalgrootte van de groothandels is klein en de afstand tussen noord en zuid groot. Een gemiddeld order bedraagt er 15.000 tot 20.000 frank. Voor zulke bedragen leveren vanuit België loonde de moeite niet.” De nieuwe aanpak loonde wel. Op tien jaar tijd steeg de omzet er tot 100 miljoen frank, enkele miljoenen meer dan de Prosibel-export naar het kappers-Mekka van Europa, Frankrijk.

Maar ook daar werd een mouw aangepast. Vorig jaar namelijk kocht Sinelco de Franse concurrent Manufactory Nelson France sa en zijn 83%-dochter Nelson Mobilier sa, goed voor een omzet van respectievelijk 428 miljoen frank en 176 miljoen frank. Willy Denhaerynck: “In essentie doet Nelson France hetzelfde als Prosibel, maar de nadruk ligt op de verkoop van Europse merkproducten en niet op de import uit het Verre Oosten. Daardoor zijn de gamma’s complementair. Drie vierde van Nelsons omzet gebeurt in Frankrijk, zodat we samen een marktaandeel van 40% halen in het professionele segment. Tevens staat Nelson France sterk in exportlanden waar Prosibel nauwelijks of nog niet aanwezig is.”

De Sinelco-markten zullen op termijn worden herverdeeld. Prosibel wordt de uitvalsbasis voor de Benelux, Noord- en Centraal-Europa, Nelson voor Frankrijk, Zwitserland, Spanje en Portugal, Sibel Italiana voor Italië en Noord-Afrika.

Defamiliarising

Toen in 1972 de tweede generatie aantrad, kreeg elk een onderscheiden managementfunctie, met een 20%-aandelenpakket. Maar in 1994 werd er binnen de familie geopteerd voor een leveraged buy-out door Willy Denhaerynck waarbij hij zijn 20%-participatie behield en de overige familiale aandelen werden overgekocht door Sofindev, een venture capitalist met aandeelhouders als Royale Belge, Colruyt, Sofina. “De mogelijkheid bestond ook om te verkopen aan een concurrent,” verklaart Willy Denhaerynck, “maar dan wel aan een buitenlandse concurrent. In België is niemand in de sector voldoende groot voor zo’n acquisitie. Deze optie vormde evenwel een bedreiging voor de familiale inslag.”

Maar de komst van Sofindev ging gepaard met een herstructurering: Valie nv, een dochtervennootschap van Denhaerynck bvba, kreeg een holdingfunctie en de nieuwe naam Sibel. Denhaerynck bvba zelf werd omgedoopt tot Prosibel International. In 1997, na de Franse overnames, onderging Sibel op haar beurt een naamsverandering en werd Sinelco, een samenstelling van Sibel en Nelson, én een kapitaalverhoging. In juni jongstleden nam ook Lessius nv een participatie. “De aanwezigheid van deze twee investeringsvennootschappen in één bedrijf is inderdaad eerder uniek,” bevestigt Willy Denhaerynck, “hun taak is echter verschillend. Op middellange termijn plannen wij een beursnotering. Het netwerk van Lessius is in dat opzicht complementair.”

Als alles volgens plan verloopt,

komt de beursnotering er kort na de eeuwwisseling. “We voorzien een jaarlijkse omzetgroei met 10%, naar een geconsolideerd bedrag van 1,6 miljard frank in 2001,” stelt Willy Denhaerynck overtuigd. “Als groep ( nvdr – tewerkstelling 1997: 120) kunnen wij stellen dat wij de grootste Europese toeleverancier zijn van haarverzorgingsmateriaal, accessoires en meubilair. Wij ambiëren een geïntegreerde dienstverlening aan de kapperswereld.”

Om deze ambitie te kunnen waarmaken, plant Sinelco de bouw van een nieuw logistiek centrum met een gebouw van 20.000 vierkante meter groot. Prosibel International is vandaag gespreid over twee locaties op het industrieterrein in Oudenaarde. “Binnen dit en twee jaar moeten wij een nieuw terrein ter beschikking hebben. We zouden graag in Oudenaarde blijven, maar de oppervlakte die we aanvragen, blijkt niet beschikbaar,” verkondigt Willy Denhaerynck. Even beslist gaat hij voort: “Als er niet gauw schot komt in het dossier, wijken we uit. Naar Henegouwen. Dat is slechts vijftig kilometer hiervandaan.”

CATHY BUYCK