Waarom kledingmaten niet meer werken in 2024: Scimm lanceert digitaal paspoort voor kledingmaten
Traditionele maattabellen voor kleding zijn achterhaald, omdat de ‘gemiddelde’ persoon niet meer bestaat. Scimm ontwikkelde software waarmee modebedrijven individuele lichaamsvormen als uitgangspunt nemen. Oprichter Tessa Wardenburg testte de software uit op een kledingcollectie voor de Koninklijke Belgische Voetbalbond (KBVB).
De collectie maatpakken, chinobroeken, shirts en polo’s die Scimm voor de KBVB maakte op basis van lichaamsgegevens van zijn medewerkers, is niet te koop. Het is een mooie referentie voor een beginnend techbedrijf met vijf medewerkers.
“De medewerkers waren het ideale testpubliek door de verschillende etniciteiten, leeftijden en lichaamsvormen”, zegt Tessa Wardenburg, de oprichter en CEO van Scimm. “Met de juiste data maakten we een collectie die niet alleen goed zat bij iedereen, maar we wisten ook exact hoeveel exemplaren small en medium we nodig hadden. Er is minder voorraad, dus ook minder afval. Dat budget kun je gebruiken voor producten van betere kwaliteit. Het resulteerde niet alleen in minder verspilling en retourzendingen, maar ook meer inclusiviteit en klantentevredenheid.”
Tessa Wardenburg startte haar loopbaan als verkoopster in een jeanswinkel. Toen al stelde ze zich vragen over wat een maat medium of large betekent. “Die vraag is zo alledaags, maar zit vol tegenstrijdigheden”, zegt Tessa Wardenburg. “Elk land, merk en ontwerper heeft zijn eigen interpretatie. Daardoor ontstaat er een kloof tussen de geproduceerde kleding en de mensen die ze dragen. Omdat iedereen uniek is, keek ik vooral naar de morfologie van de persoon. Ik knipte het label met de maat uit de jeans, omdat het mensen alleen maar verdrietig maakte.”
Maten werken niet
Veel modemerken vertrouwen op een maattabel die gebaseerd is op een verouderd idee van de ‘standaardvrouw of -man’. Decennialang werd kleding geproduceerd voor een ‘gemiddelde’ persoon, maar dat maatsysteem werkt niet meer. “70 procent van de collecties eindigt op de vuilnisbelt, waardoor de mode-industrie niet meer winstgevend is”, zegt Tessa Wardenburg. “De sector is een van de grootste vervuilers, na de olie-industrie. België produceert jaarlijks het hoogste afvalcijfer per persoon in de Europese Unie, namelijk 15 kilo kleding.”
Na een tussenstop bij het herenmerk Van Gils startte ze haar eigen modelabel Wardenburg Tailors, waarvoor ze kledij op maat maakte op basis van lichaamsgegevens. Haar drijfveer was duurzaamheid. “De wereld heeft niet meer kleding nodig, maar wel beter passende”, legt ze uit. “De mode-industrie probeert de gemiddelde maat te standaardiseren, maar ook in ons land vind je Aziatische of Afrikaanse heupen. Door je te richten op het gemiddelde, bedien je maar 18 procent van je klanten. Als een product niet past, wordt het teruggestuurd.”
Persoonlijk matenpaspoort
Het design en de consument op elkaar afstemmen, was voor haar de eerste stap. Kleding moet zich aanpassen aan de mensen en niet andersom, zegt Wardenburg: “We sloegen een andere weg in en evolueerden van productdata naar mensdata, waarbij er geen ‘standaard’ meer is.”
Dat concept omzetten in een bedrijf met groeipotentieel kwam er toen Tessa Wardenburg viade accelerator imec.istart Yannis De Cleene ontmoette. “Hij had een achtergrond in technologie en data engineering, en werkte eerder aan systemen als itsme en Payconiq (respectievelijk een identificatieapp en een betaalapp, nvdr). Hij begreep meteen het belang van het probleem.”
Dat leidde vorig jaar tot het ontstaan van Scimm, een software-as-a-serviceplatform dat gedetailleerde lichaamsdata verzamelt en analyseert. “We stappen volledig af van one size fits all en richten ons op individuele lichaamsgegevens. Door factoren zoals leeftijd, gewicht en lengte te evalueren, berekenen we de afmetingen. Die gegevens worden gebruikt om de consument direct de juiste match te laten zien en vervolgens door het modehuis. Dat kan zijn patronen aanpassen of ontwerpen zodat ze nauwkeurig aansluiten bij de unieke lichaamsvormen van individuele klanten.”
Consumenten kopen de juiste kledij omdat ze hun eigen lichaamsmaten bij de hand hebben’
Tessa Wardenburg,
Scrimm
Op die manier genereert Scimm voor elk individu een persoonlijk ‘matenpaspoort’. “Consumenten kopen de juiste kledij omdat ze hun eigen lichaamsmaten bij de hand hebben”, legt de CEO uit. “Iedereen past in de kledij.”
Grote klanten
Scimm heeft betalende proefprojecten lopen voor grote klanten en op het e-commerceplatform Shopify lopen tests met kleinere bedrijven. De technologie kan worden gekoppeld aan bestaande software. De lancering op Shopify was een belangrijke mijlpaal voor Scimm, legt Tessa Wardenburg uit: “Merken kunnen data van hun eigen klanten verzamelen, zodat ze hun collecties daarop kunnen afstemmen. Door een uniek maatsysteem te implementeren, wordt kleding die voor iedereen past toegankelijk.”
Kledingmerken kunnen door de technologie van Scimm steeds betere aanbevelingen geven aan de klant. “De technologie bieden we voor 99 euro per maand op Shopify aan”, zegt Tessa Wardenburg. “Met het systeem kan het merk nauwkeurig vaststellen wie de koper is, welk product die heeft gekocht en waarom die iets terugstuurt. Net zoals een winkelmedewerker in een winkel fungeert als een filter, zet Scimm de technologie in om klanten online alleen producten te laten zien die bij hen passen.”
“Door de juiste producten aan de juiste mensen te tonen, voorkomen we dat een zending vijf keer heen en weer wordt verstuurd”, zegt Wardenburg. “Dat bespaart veel afval. Producten onder de 20 euro worden vaak verbrand. Een product weer in de productieketen brengen, kost vaak 50 euro. Verbranden kost maar een halve euro.”
Moeilijk uit te leggen
De grootste uitdaging voor Scimm is de medewerking van de industrie om het begin en het einde van de productieketen te verbinden. Tessa Wardenburg: “Het is soms moeilijk uit te leggen aan modemerken dat ze veel beter verkopen op basis van de data van de mens in plaats van het product te pushen. Geen enkele andere industrie zou zo’n laag slaagpercentage accepteren, maar de ontwerpers werken al jaren op deze manier. Ze denken nog te veel aan de standaardmaten, waardoor de discrepantie te groot is.”
De ambitie van Tessa Wardenburg en medeoprichter Yannis De Cleene is om met een ISO-certificaat een referentie te worden voor de mode-industrie. “We willen een communicatietool zijn zodat iedereen dezelfde taal spreekt”, zegt Tessa Wardenburg. “Elk land heeft zijn eigen systeem waardoor de chaos en het communicatieprobleem ten aanzien van de klant overweldigend zijn. Simpliciteit en een connectie maken tussen die twee werelden is het uiteindelijke doel.”
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier