Schuldeisers Gécamines eisen miljoenen op

24 miljoen dollar, dat is het bedrag dat het Congolese staatsmijnbedrijf Gécamines kan eisen van OMG, het Fins-Amerikaanse partnerbedrijf van Forrest. Maar Gécamines blijft passief. Dus gaan twee schuldeisers via de rechtbank achter het grote geld aan.

Waarom laat het virtueel failliete Gécamines 24 miljoen dollar liggen? Dat vinden twee schuldeisers van het Congolese staatsmijnbedrijf vreemd. Zij berekenden dat Gécamines uit de exploitatie van de slakkenberg van Lubumbashi en de verkoop van germanium door OMG – de Fins-Amerikaanse partner van de Forrest-groep – jaarlijks minstens 12 miljoen dollar zou moeten opstrijken. De opbrengst van twee jaar zou ruimschoots volstaan om voor 24 miljoen dollar schulden te betalen aan Exaco en Congo Minerals. De twee vennootschappen met Grieks/Belgische aandeelhouders eisen voor de Brusselse rechtbank van koophandel dat de uitbaters van de slakkenberg 24 miljoen dollar zouden betalen aan Gécamines. Daarmee zou het staatsbedrijf hen kunnen vergoeden.

In hun dagvaarding zeggen Exaco en Congo Minerals niet te begrijpen waarom Gécamines passief blijft en “zijn rechten jegens de eerste twee gedaagden niet laat gelden” – bedoeld worden: GTL/Groupement du Terril de Lubumbashi (55% OMG Inc., 25% Forrest-groep, 20% Gécamines) en OMG Kokkola BV. GTL is de uitbater van de slakkenberg in Lubumbashi, en OMG Kokkola is het metallurgische bedrijf dat de ertsen uit de slakkenberg in Finland verwerkt.

De twee schuldeisers gaan ervan uit dat het virtueel failliete staatsbedrijf in 1997 een “onevenwichtig contract” sloot met GTL voor de exploitatie van de slakkenberg van Gécamines. Onderzoekers van de Verenigde Naties komen in een recent VN-rapport over de plundering van grondstoffen in Congo tot dezelfde conclusie. OMG zou immers uit de slakkenberg germanium puren, een zeldzaam metaal dat gebruikt wordt bij hoogtechnologische toepassingen. Contractueel was echter niet overeengekomen dat OMG behalve koper en kobalt ook germanium zou winnen uit de slakkenberg. Het verlies van germanium zou volgens de schuldeisers neerkomen op een winstderving voor Gécamines van 12.000 dollar per jaar (20 ton tegen 600 dollar per kilogram).

Omdat het staatsbedrijf daar niets tegen onderneemt, roepen de twee schuldeisers artikels 1166 en 1167 van het Burgerlijk Wetboek in. Die maken het mogelijk dat “een schuldeiser alle rechten en rechtsvorderingen van zijn schuldenaar (mag) uitoefenen” en stellen dat “een schuldeiser in zijn persoonlijke naam de daden die door de schuldenaar zijn gesteld ten nadele van zijn rechten, (kan) betwisten”. In mensentaal: “Wil Gécamines zich laten bedotten? Goed, maar wij niet.”

‘Contracten niet nageleefd’

Precies wegens zijn precaire financiële toestand vroeg Gécamines zijn partner Exaco in 1999 om een deel van schulden van het staatsbedrijf te betalen. De verrekening zou dan later gebeuren door de verkoop van kobalthydraten uit een gezamenlijke joint venture. Maar in 2002 stopte Gécamines “in strijd met de akkoorden” met de levering van de hydraten om ze zelf te gebruiken. Behalve zijn lopende lening aan het staatsbedrijf verloor Exaco daardoor ook nog inkomsten uit de joint venture.

Congo Minerals, dat ook in 1999 een joint venture had gesloten met Gécamines voor de uitbating van een mijn, moest plots vaststellen dat zijn exploitatierechten eenzijdig werden beëindigd. De joint venture SEE/Société d’Exploitation dugisement de l’Etoile, bezat nochtans alle officiële vergunningen. “Op 22 oktober 2001 bevestigde dezelfde kabinetsdirecteur van de president van de republiek die het ministerieel besluit 104 van 12 september 2001 had bekrachtigd, aan de minister van Mijnen dat de mine de l’Etoile beloofd was aan de groep George Forrest“, staat in de dagvaarding te lezen. Congo Minerals eist daarvoor schadeloosstelling.

De twee schuldeisers dagvaarden naast GTL ook OMG, omdat dat bedrijf de contracten met Gécamines niet zou naleven. OMG krijgt het momenteel ook moeilijk in zijn thuisbasis, waar verschillende advocatenkantoren het in New York genoteerde bedrijf dagvaarden wegens koersmanipulaties en bedriegelijke informatie aan de beleggers door het management van OMG.

Trends vroeg Gécamines en OMG om een reactie. De juridische dienst van Gécamines in Brussel weigert commentaar bij een juridische zaak die hangende is. Het Amerikaanse hoofdkwartier van OMG in Ohio reageerde niet op ons verzoek.

Erik Bruyland [{ssquf}]

“Wil Gécamines zich laten bedotten? Goed, maar wij niet.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content